Regeling Raadsman SZW 2011

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-01-2014 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 29-12-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2011, nr. BV/P&O/T1/2011/22731, tot vaststelling van de Regeling Raadsman SZW 2011

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. SZW: het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • c. medewerker van SZW: de rijksambtenaar werkzaam bij SZW alsmede de persoon die daarmee gelijk gesteld kan worden en werkzaamheden verricht bij SZW;

  • d. oud-medewerker van SZW: de rijksambtenaar die bij SZW werkzaam is geweest alsmede de persoon die daarmee gelijk gesteld kan worden en bij SZW werkzaamheden heeft verricht;

  • e. Raadsman SZW: de persoon, bedoeld in artikel 2;

  • f. bevoegd gezag: de autoriteit onder wiens verantwoordelijkheid degene werkzaam is tegen wie de klacht zich richt. Indien onduidelijk is onder wiens verantwoordelijkheid degene tegen wie de klacht zich richt werkzaam is, wordt de Secretaris-Generaal als bevoegd gezag aangemerkt;

  • g. minister: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2. Aanwijzing Raadsman SZW

  • 1 Er is een Raadsman SZW.

Artikel 3. Benoeming en benoemingsduur

  • 1 De minister benoemt de Raadsman SZW. Voor de benoeming van de Raadsman wordt de Departementale Ondernemingsraad gehoord.

  • 2 De benoeming geschiedt voor een periode van maximaal vier jaar. De Raadsman SZW is eenmaal herbenoembaar voor een periode van maximaal vier jaar.

Artikel 4. Vergoeding

  • 2 De vergoeding per vergadering bedraagt 1,75% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, waarbij als vergadering tevens wordt aangemerkt: a) een tijdvak van tenminste drie uur waarin de Raadsman SZW werkzaamheden verricht in het kader van zijn benoeming en b) twee of meer vergaderingen die op dezelfde dag vallen.

De behandeling van klachten als bedoeld in Titel 9.1 van de Awb

Artikel 5. Indienen en behandelen van klachten

  • 1 Iedere medewerker van SZW kan bij de Raadsman SZW een klacht indienen als bedoeld in artikel 9:1 van de Awb over aangelegenheden met betrekking tot het werk of de werkomstandigheden waaronder begrepen de wijze waarop SZW, of een medewerker van SZW, hem of een ander heeft bejegend.

  • 2 Iedere oud-medewerker van SZW kan binnen een jaar na beëindiging van het dienstverband bij SZW bij de Raadsman SZW een klacht indienen als bedoeld in artikel 9:1 van de Awb over aangelegenheden met betrekking tot het werk of de werkomstandigheden waaronder begrepen de wijze waarop SZW, of een medewerker van SZW, hem of een ander heeft bejegend gedurende het dienstverband.

  • 5 De Raadsman SZW adviseert het bevoegd gezag over het al dan niet in behandeling nemen van de klacht op grond van artikel 9:8 van de Awb.

  • 6 De Raadsman SZW wijst in zijn advies het bevoegd gezag erop dat het indienen van de klacht als zodanig niet mag leiden tot benadeling van klager in zijn positie als ambtenaar als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van deze regeling.

  • 8 Indien de klacht wordt ingediend bij het bevoegd gezag dan zendt het bevoegd gezag de klacht ter behandeling door aan de Raadsman SZW. Het bevoegd gezag stelt de indiener van de klacht schriftelijk in kennis van de doorzending naar de Raadsman SZW.

Artikel 6. Termijnen

  • 1 De Raadsman SZW brengt over elke in behandeling genomen klacht binnen zes weken schriftelijk advies uit aan het bevoegd gezag. De Raadsman SZW stelt klager er schriftelijk van in kennis dat hij zijn advies heeft uitgebracht en wijst klager op het bepaalde in artikel 7, eerste tot en met vierde lid, van deze regeling.

  • 2 Het bevoegd gezag handelt de klacht af binnen vier weken na ontvangst van het advies van de Raadsman SZW, in ieder geval binnen tien weken nadat de klacht is ingediend. Klager wordt door het bevoegd gezag schriftelijk geïnformeerd over de afhandeling van de klacht. Hierbij wijst het bevoegd gezag klager erop dat deze zich kan wenden tot de Nationale ombudsman.

  • 3 Het bevoegd gezag kan de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan klager.

  • 4 Het bevoegd gezag informeert de Raadsman SZW over de afhandeling van de klacht door toezending van afschriften van de stukken, genoemd in dit artikel.

Artikel 7. Victimisatie

  • 1 Het indienen van een klacht als zodanig bij de Raadsman SZW mag niet leiden tot benadeling van de indiener in zijn positie als ambtenaar.

  • 2 De Secretaris-Generaal draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde benadeling niet plaatsvindt.

  • 3 Indien klager van mening is dat het indienen van een klacht als zodanig heeft geleid tot benadeling van zijn positie als ambtenaar dan kan hij dit schriftelijk melden aan de Raadsman SZW.

  • 4 De Raadsman SZW brengt een melding als bedoeld in het derde lid direct ter kennis van de Secretaris-Generaal.

  • 5 De Secretaris-Generaal onderzoekt de melding. Hiertoe vraagt hij in ieder geval per ommegaande aan klager en het bevoegd gezag om binnen zes weken hun schriftelijke zienswijze bij hem in te dienen.

  • 6 De Secretaris-Generaal stelt klager en het bevoegd gezag binnen zes weken na ontvangst van de zienswijzen, bedoeld in het vijfde lid, schriftelijk in kennis van zijn bevindingen.

Bemiddelingsverzoeken

Artikel 8. Bemiddeling

  • 1 Medewerkers van SZW kunnen de Raadsman SZW verzoeken om bemiddeling in kwesties waarvoor Titel 9.1 van de Awb toegepast zou kunnen worden; in dat geval zijn de artikelen 5 en 6 van deze regeling niet van toepassing.

  • 2 De Raadsman SZW is niet verplicht aan een bemiddelingsverzoek gevolg te geven.

Aanvullende bepalingen Raadsman SZW

Artikel 9. Klachtregistratie en verslag

De Raadsman SZW draagt zorg voor registratie van de bij hem ingediende schriftelijke klachten en brengt jaarlijks verslag uit aan de Secretaris-Generaal over het aantal behandelde klachten, de aard van de klachten en zijn adviezen terzake. Het verslag wordt ter informatie gezonden aan de Departementale Ondernemingsraad. De Secretaris-Generaal bespreekt het verslag met de Raadsman SZW. In dit gesprek komen tevens meldingen als bedoeld in artikel 7, derde lid, aan de orde.

Artikel 10. Faciliteiten

  • 1 Voor zover de Raadsman SZW in dienst is bij SZW wordt hij in de gelegenheid gesteld de uit deze taak voortvloeiende werkzaamheden naast zijn normale werkzaamheden en binnen zijn normale werktijden te verrichten.

  • 2 Aan de Raadsman SZW wordt administratieve ondersteuning geboden.

Artikel 11. Benadeling

  • 1 Een (gewezen) Raadsman SZW, voor zover deze in dienst is bij SZW, mag niet uit hoofde van zijn activiteiten als zodanig worden benadeeld in zijn positie als ambtenaar.

  • 2 De Secretaris-Generaal draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde benadeling niet plaatsvindt.

Artikel 12. Evaluatie

De Raadsman SZW brengt periodiek, om de drie jaar, verslag uit aan de Secretaris-Generaal over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk. Het (evaluatie-)verslag wordt ter informatie gezonden aan de Departementale Ondernemingsraad.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 december 2011

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp