Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken én worden breed gevormd.
|
Gemiddeld eindcijfer (CE) voor de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde.
|
Leerlingen slagen in 2015 met een gemiddeld 0,2 punt hogere score op het eindexamen
voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde dan in 2010.
|
|
2010 CE cijfer (bron: Onderwijsverslag 2011) respectievelijk voor Nederlands, Engels,
Wiskunde:
Vwo: 6,1; 6,4; 6,3
Havo: 6,0; 6,1; 6,2
Vmbo-TL 6,6; 6,3; 6,1
|
Percentage leerlingen dat kiest voor techniek of N-profiel/sector2.
|
Havo / vwo: Tenminste 55% van de havo/vwo-leerlingen kiest in 2015 voor een N-profiel.
Vmbo-beroepsgericht: Tenminste 30% van de leerlingen kiest voor techniek/N-sector.
Vmbo-TL/GL: Ten minste 50% van de leerlingen kiest NASK.
|
|
Havo / vwo: Nu kiest 45% van de havo/vwo-leerlingen voor een N-profiel.
Vmbo-beroepsgericht: Nu kiest 23,4% van de leerlingen voor techniek/N-sector.
Vmbo-TL/GL: Nu kiest 47% van de leerlingen voor NASK.
|
Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat
wil zeggen ze werken opbrengstgericht.
|
Opbrengstgericht werken
|
50% van de scholen werkt opbrengstgericht
Scholen die nog niet aan alle criteria voldoen, voldoen in 2015 wel aan meer criteria
dan in 2011.
100% van de leraren werken aantoonbaar opbrengstgericht.
|
Alle scholen ontwikkelen zich aantoonbaar in opbrengstgericht werken, door te laten
zien in welke fase van opbrengstgericht werken zij zitten en welke ontwikkeling daarin
zichtbaar is
Leraren zijn in 2013 aantoonbaar in staat opbrengstgericht te werken.
|
20% van de havo-scholen werkt opbrengstgericht (2009 - 2010) op basis van de inspectiecriteria.
15% van de vwo-scholen werkt opbrengstgericht op basis van de inspectiecriteria3.
|
Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen – niet alleen de gemiddelde leerlingen, maar ook de cognitief zwakkere en sterkere
leerlingen – en gaan hier op een adequate wijze mee om.
|
Leraren stemmen de instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling
van leerlingen.
|
Alle leraren stemmen de instructie, de verwerking en de onderwijstijd af op verschillen
in ontwikkeling van leerlingen.
|
De docenten die in 2012 nog niet kunnen omgaan met verschillen, volgen scholing om
zich hierin voldoende te bekwamen.
|
In 2010 stemt 59 procent van de leraren havo/vwo de instructie af op verschillen in
ontwikkeling tussen leerlingen.
In 2010 stemt 52 procent van de leraren havo/vwo de verwerking af op verschillen in
ontwikkeling tussen leerlingen.
In 2010 stemt 50 procent van de leraren havo/vwo de onderwijstijd af op verschillen
in ontwikkeling tussen leerlingen3.
|
Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid worden ondersteund.
|
Gemiddeld eindcijfer van de 20% best presterende vwo leerlingen.
|
De gemiddelde score op het eindexamen van de 20% best presterende vwo-leerlingen is
gestegen met 0,2 punt ten opzichte van 2010
|
|
Uitgangssituatie 20% beste vwo’ers hier op nemen.
In 2010 waren er bijvoorbeeld 58 Technasia, 183 Universumscholen, 133 TTO-scholen
(133) en 22 Begaafheidprofielscholen.
|
Meer scholen met een profiel dat excellentie bevordert.
|
In 2015 zijn er meer scholen met een uitgesproken profiel gericht op excellentiebevordering
en talentontwikkeling.
|
Examen in meer vakken dan voorgeschreven en in vakken op een hoger niveau.
|
Het percentage leerlingen dat in meer vakken examen doet dan minimaal is voorgeschreven,
is in 2015 gestegen.
|
Het percentage leerlingen dat examen doet in een vak op een hoger niveau, is in 2015
gestegen.
|
Maatwerk bieden.
|
In 2015 wordt aan nagenoeg alle excellente en hoogbegaafde leerlingen maatwerk geboden.
|
Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren
van leraren en schoolleiders. Goed HRM-beleid is daarvoor een voorwaarde.
|
Aanwezigheid bekwaamheidsdossier
|
100% 4 van de scholen beschikt over bekwaamheidsdossiers voor alle leraren.
|
In 2013 heeft 60% van de scholen bekwaamheidsdossiers voor alle leraren.
|
In 2010 heeft 21% van de scholen een bekwaamheidsdossier voor alle leraren (bron:
Inspectie).
|
Functioneringsgesprekken
|
100% van de leraren heeft minimaal 1 maal per jaar een formeel gesprek met de werkgever
(bijvoorbeeld functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek, gesprek over taken).
|
In 2013 heeft 80% van de leraren minimaal 1 maal per jaar een formeel gesprek met
de werkgever.
|
In 2010 heeft 66% van de leraren minimaal 1 maal per jaar een formeel gesprek met
de werkgever.
|
Tevredenheid over de begeleiding
|
80% van de beginnende leraren is tevreden over de begeleiding.
|
In 2013 is 60% van de beginnende leraren tevreden over de begeleiding.
|
In 2010 is 44% van de beginnende leraren tevreden over de begeleiding.
|
Bekwaamheid docenten
|
50% van de leraren is geregistreerd en leraren onderhouden hun bekwaamheden systematisch.
|
|
Registratie kan vanaf 2012, ervan uitgaand dat het register er dan is en dat er sprake
is van goede samenwerking met de Onderwijscoöperatie.
|
Bekwaamheid schoolleiders
|
Van de schoolleiders voldoet 90% aan de geldende bekwaamheidseisen en alle beginnende
schoolleiders volgen de basisopleiding voor schoolleider.
|
In 2013 is de bekwaamheid van schoolleiders toegenomen ten opzichte van de 0-meting
in 2011.
In 2013 zijn alle beginnende schoolleiders gestart met de basisopleiding schoolleiding.
|
|