Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-01-2013.
Geldend van 04-04-2012 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 maart 2012, nr. WJZ/12015787, houdende regels inzake het verlenen van mandaat en machtiging aan de directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs (Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van de directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder de directeur-generaal: de directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2

Aan de directeur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de bekostiging van instellingen voor agrarisch onderwijs op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 3

Aan de directeur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.

Artikel 4

  • 1 De directeur-generaal kan voor de in de artikelen 2 en 3 bedoelde aangelegenheden ondermandaat en machtiging verlenen aan de aan hem ondergeschikte functionarissen.

  • 2 Het verlenen van ondermandaat en machtiging alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

  • 3 Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat en machtiging als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de secretaris-generaal en aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat of machtiging is verleend.

Artikel 5

Het krachtens mandaat en machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 7

Ondermandaten en machtigingen verleend op grond van de Mandaatregeling CFI agentschap OCW en die gelden op het moment van inwerkingtreding van dit besluit worden geacht te zijn verleend op grond van dit besluit.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 maart 2012

De

Minister

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen