-
a.
Minister:
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
b.
belanghebbende:
de rechterlijk ambtenaar, aan wie buitengewoon verlof buiten bezwaar van ’s rijks
schatkist is verleend in Nederland om tijdelijk in het Caribisch deel van het Koninkrijk
voor de duur van langer dan een jaar werkzaam te zijn;
-
c.
echtgenoot:
echtgenoot volgens burgerlijk recht of de levenspartner met wie de niet gehuwde belanghebbende
samenwoont en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding
voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract, bevattende de wederzijdse
rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding,
alsmede de geregistreerde partner;
-
d.
gezin:
belanghebbende en de niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot van de belanghebbende
en de kinderen waarvoor aanspraak bestaat op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet of op een tegemoetkoming in de studiekosten op grond van de Wet tegemoetkoming studiekosten
door één der ouders of, voor wat betreft de tegemoetkoming in de studiekosten, door
het desbetreffende kind zelf; met gezin wordt gelijkgesteld de alleenstaande ouder
die samenwoont met één of meer eigen kinderen;
-
e.
gehuwde belanghebbende:
belanghebbende die met één of meer van zijn gezinsleden samenwoont en een eigen huishouding
voert in een woning, of een gedeelte daarvan, waarover de gezinsleden de vrije en
zelfstandige beschikking hebben;
-
f.
ongehuwde belanghebbende:
iedere niet onder e bedoelde belanghebbende;
-
g.
kind:
het kind dat de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt en ten aanzien van wie
voor minimaal één van de ouders volgens Nederlandse wetgeving de onderhoudsplicht
geldt.
-
h.
metterwoon gevestigd:
het daadwerkelijk wonen, zodanig dat de gezinsleden er het merendeel van de tijd de
nacht doorbrengen, de maaltijden gebruiken en over het algemeen aldaar het leefpatroon
hebben dat de gezinsleden volgens algemeen aanvaarde normen gewoonlijk op het huisadres
plegen te hebben;
-
i.
verblijf van de belanghebbende:
De belanghebbende verblijft in een gebied buiten Nederland, indien hij voor een tijdvak
van langere duur dan één jaar in dat gebied is gevestigd;
-
j.
verblijf van het gezin in het gebied buiten Nederland:
Het verblijf van de gezinsleden van de belanghebbende in een gebied buiten Nederland
wordt uitsluitend in aanmerking genomen, indien de gezinsleden aldaar metterwoon zijn
gevestigd en ter zake van dat verblijf is voldaan aan door de Minister bepaalde regels;
-
k.
aanvang, einde en duur van het verblijf:
-
1. het verblijf van de belanghebbende en van een of meer gezinsleden in een gebied buiten
Nederland vangt aan op de aanstellingsdatum genoemd in het aanstellingsbesluit van
het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, het Koninklijk Besluit in het geval van de
staande Magistratuur in Caribisch Nederland dan wel in het Landsbesluit van het Land
van verblijf of indien dit later is de dag van aankomst bij een grensovergang, in
de eerste haven of op het eerste vliegveld aldaar;
-
2. onverminderd het derde tot en met het vierde lid eindigt het verblijf van de belanghebbende
en van een of meer gezinsleden in een gebied buiten Nederland op de einddatum genoemd
in het Koninklijk Besluit of het Landsbesluit of indien dat eerder is op de dag van
vertrek van een grensstation of -overgang, uit de laatste haven of van het laatste
vliegveld aldaar;
-
3. de aanspraak van de belanghebbende in een gebied buiten Nederland op de toelagen als
genoemd onder artikel 3.1 eindigt, indien hij het gebied van verblijf voor een tijdvak van langere duur dan
zestig achtereenvolgende dagen onderbreekt;
-
4. indien de gehuwde belanghebbende bij eindiging van zijn verblijf in een gebied buiten
Nederland zijn gezinsleden daar moet achterlaten, om reden van medische noodzaak of
het afleggen van een afsluitend eindexamen van het middelbare schooljaar van het kind
van de belanghebbende, kan hij niettemin in het genot van de buitenlandtoelage, de
verhoging daarvan en de overige voorzieningen ter zake van die plaatsing in dat gebied
blijven;
-
l.
bezoldiging:
het bruto salaris behorende bij één van de categorieën, genoemd in artikel 7 van de
Wet rechtspositie rechterlijk ambtenaren, waarin de belanghebbende, voorafgaand aan
het buitengewoon verlof buiten bezwaar van ’s rijks schatkist, bij zijn Nederlandse
werkgever laatstelijk is ingedeeld, inclusief de eventuele jaarlijkse periodieke verhogingen,
vermeerderd met de in de pensioengrondslag opgenomen toelagen of vergoedingen;
-
m.
Standaard Netto Nederland (SNN):
Het SNN is geen loon, maar de berekening van de grondslag voor een aantal vergoedingen
in dit voorzieningenstelsel en wordt vastgesteld door het bedrag van de bezoldiging
te verminderen met:
-
– het werknemersdeel van de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen;
-
– het werknemersdeel van de premie voor het bovenwettelijk arbeidsongeschiktheidspensioen,
zonder rekening te houden met een eventueel door de rechterlijk ambtenaar gekozen
verlaging van die premie;
-
– het werknemersdeel van de premie flexibel pensioen en uittreden overgangspremie VPL;
-
– het werknemersdeel van de inhouding inzake werkloosheid;
-
– de loonheffing en
-
– de inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet;
-
– en te vermeerderen met:
-
– voor de gehuwde belanghebbende, de algemene heffingskorting;
-
– de werknemersvergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet;
en te vermenigvuldigen met:
de factor 1,14
Bij de vaststelling van het Standaard Netto Nederland wordt geen rekening gehouden
met een individuele afwijking als gevolg van:
Het Standaard Netto Nederland betreft het bestendige Nederlandse salaris.
-
n.
koopkrachtcomponent:
het door de Minister vastgestelde percentage van het Standaard Netto Nederland dat
beoogt de koopkracht te behouden van een voor Nederland representatief geacht pakket
van goederen en diensten van betrokkene en in voorkomend geval van zijn gezin;
-
o.
verplaatsingscomponent
een door de Minister vastgesteld (nominaal) bedrag als tegemoetkoming in de kosten
die het gevolg zijn van een verblijf in een gebied buiten Nederland. Het betreft een
tegemoetkoming voor kosten als gevolg van:
-
1. het verlies van schooljaren van de kinderen, zowel bij plaatsing in een gebied buiten
Nederland als bij terugkeer, waardoor zij langer ten laste van de ouders blijven;
-
2. het niet mogen of kunnen werken van de echtgeno(o)t(e) en de kinderen van de belanghebbende,
al dan niet op grond van wettelijke verplichtingen, en de daaruit voortvloeiende derving
van inkomsten en de kleinere kans op werk voor de echtgeno(o)t(e) bij terugkeer in
Nederland;
-
3. het worden geconfronteerd met een taal die men niet beheerst wat in de beginperiode
van het verblijf buiten Nederland leidt tot meerkosten, door het meer betalen dan
nodig is voor goederen en diensten (economisch handelen);
-
4. het bezit van een woning, met de daaraan verbonden kosten bij verkoop of verhuur (makelaarskosten
bij verkoop of verhuur, verlies bij verkoop);
-
5. de confrontatie met een hogere huur bij terugkeer uit een gebied buiten Nederland;
-
6. de kosten die het gevolg zijn van de afstand tussen het land van verblijf en het thuisland
waar de achtergebleven familieleden verblijven (extra reis- en verblijfkosten bij
bezoeken van en bij de familie);
-
7. kosten als gevolg van de extra sociale verplichtingen in het land van verblijf;
-
8. meerkosten als gevolg van het voeren van een éénpersoonshuishouding;
-
p.
verblijfscomponent:
het door de Minister vastgesteld percentage van het Standaard Netto Nederland dat
beoogt een tegemoetkoming te zijn voor de kosten die voortvloeien uit de verschillen
in verblijfsomstandigheden tussen Nederland en het land van verblijf;
-
q.
berekeningsbasis:
het twaalfvoud van de bezoldiging, volgens dit artikel onder l. die betrokkene zou
hebben genoten op het berekeningstijdstip, vermeerderd met de aanspraak op de vakantie-
en eindejaarsuitkering en in voorkomende gevallen verhoogd met de toelage wegens verblijf
in een gebied buiten Nederland;
-
r.
gebied buiten Nederland:
een gebied binnen het Koninkrijk, dat buiten het Europese deel daarvan is gelegen;
-
s.
duurtecorrectie:
de component die aangeeft hoeveel procent het inkomen moet worden gecorrigeerd om
het Nederlandse bestedingsniveau in stand te houden in het land van verblijf;