Artikel 3.2
[Regeling vervallen per 30-09-2016]
Onverminderd het bepaalde in dit besluit heeft het mandaat van de Secretaris-generaal
in ieder geval betrekking op:
-
a. het werkterrein van de functionarissen en organisatieonderdelen van het Ministerie,
met uitzondering van de taken, genoemd in het Organisatiebesluit Bureau Algemene Bestuursdienst;
-
b. het beleid en beheer inzake alle aspecten van de bedrijfsvoering van het Ministerie
met inbegrip van aangelegenheden op organisatorisch, personeel, financieel en materieel
gebied;
-
c. het vaststellen van de formatie van het Ministerie, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst
2011;
-
d. het rechtstreeks leiding geven aan de diensthoofden en overige rechtstreeks onder
de Secretaris-generaal ressorterende functionarissen, voor zover ten aanzien van de
directeur-generaal voor de Algemene Bestuursdienst niet anders is bepaald;
-
e. het nader vaststellen van de inrichting van de onder de directeuren-generaal, de hoofddirecteur
van de Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering en de Nationaal Commissaris Digitale
Overheid ressorterende dienstonderdelen op grond van het Organisatiebesluit BZK 2012;
-
f. aangelegenheden die op grond van bovendepartementale regelgeving of afspraken op centraal
departementaal niveau dienen te worden afgehandeld;
-
g. het beslissen op bezwaarschriften, anders dan bedoeld in artikel 4.9;
-
h. het optreden als gemachtigd ambtenaar in de zin van departementale regelgeving met
betrekking tot de uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur;
-
i. het behandelen van klachten ingevolge een wettelijke regeling met betrekking tot klachtrecht,
waarover door een commissie wordt gerapporteerd of geadviseerd;
-
j. het vertegenwoordigen van de Minister in het departementaal overleg met de centrales
van verenigingen van ambtenaren, bedoeld in artikel 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
-
k. personele beheersbeslissingen op grond van het Besluit financiën en personeel Kabinetten van de Gouverneurs ten aanzien van de directeuren van de Kabinetten van de Gouverneurs van Aruba, Curaçao
en Sint Maarten;
-
l. de verantwoordelijkheid voor het beheer van de archiefbescheiden bij het Ministerie
op grond van de geldende regelgeving;
-
m. het vertegenwoordigen van de Minister namens de Staat in gerechtelijke procedures
waarbij het Ministerie is betrokken;
-
n. het vaststellen van beleidsregels en circulaires met betrekking tot de aangelegenheden,
bedoeld in dit artikel;
-
o. het beslissen op bezwaarschriften tegen de door de directeur-generaal van de Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst genomen besluiten met betrekking tot aanvragen
als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.