Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013

[Regeling vervallen per 01-07-2016.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-03-2002 en zichtdatum 19-12-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 30-06-2016

Besluit van 19 september 2012, houdende vaststelling van regels met betrekking tot financiële ondersteuning van eigenaren voor de instandhouding van rijksmonumenten (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 13 juni 2012, nr. WJZ/409362 (10146), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 34, derde lid, van de Monumentenwet 1988;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 augustus 2012, nr. W05.12.0209/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 14 september 2012, nr. WJZ/433457 (10146), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd monument,

  • normaal onderhoud: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van monumentale waarde,

  • restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor het herstel van het beschermde monument,

  • zelfstandig onderdeel:

    • 1°. deel van een beschermd monument dat is aan te merken als een zelfstandige bouwkundige eenheid,

    • 2°. deel van een beschermd monument dat is aan te merken als een toren van een kerkgebouw,

    • 3°. alle delen gezamenlijk van een beschermd monument, zijnde een aanleg zoals een park- of tuinaanleg, die aan één eigenaar behoren, en niet het gehele beschermde monument omvatten, of

    • 4°. alle delen gezamenlijk van een beschermd archeologisch monument, die aan één eigenaar behoren, en niet het gehele beschermde monument omvatten.

Hoofdstuk 2. Lening

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Artikel 2. Lening

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

  • 1 Onze minister draagt er zorg voor dat een eigenaar van een beschermd monument een lening kan verkrijgen ter financiering van de kosten van de instandhouding van het beschermd monument of een zelfstandig onderdeel.

  • 2 Bij die lening geldt dat:

    • a. de lening kan worden verstrekt met als zekerheid het recht van hypotheek op het beschermd monument,

    • b. de drukkende onderhoudskosten zoals die door de Belastingdienst worden gehanteerd, als grondslag dienen voor het bepalen van de hoogte van de lening,

    • c. het maximumbedrag per lening en de voorwaarden waaronder de lening wordt verstrekt, worden bekendgemaakt in de Staatscourant,

    • d. voor een eigenaar die recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten heeft, de lening maximaal 70% van de vastgestelde drukkende onderhoudskosten bedraagt,

    • e. voor een eigenaar die geen recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten kan genieten, de lening maximaal 100% van de voor de hoogte van de lening door de Belastingdienst fictief vastgestelde drukkende onderhoudskosten bedraagt, en

    • f. Onze minister een bedrag kan vaststellen dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van leningen.

  • 3 Provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen die zijn ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen, komen niet in aanmerking voor een lening.

  • 4 Een lening wordt niet verstrekt indien:

    • a. deze voor dezelfde werkzaamheden wordt gevraagd waarvoor op grond van dit besluit subsidie aan de eigenaar is verleend, en

    • b. de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor de lening wordt gevraagd, in dezelfde periode plaatsvindt als de periode waarvoor de subsidie is verleend.

  • 5 Onze minister kan de eigenaar die geen recht op fiscale aftrek van onderhoudskosten heeft, verplichten een verklaring van de Belastingdienst te overleggen, waarin is vastgesteld dat geen aftrek mogelijk is.

Hoofdstuk 3. Subsidie

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Artikel 3. Grondslag onderhoudssubsidie

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

  • 1 Onze minister kan aan de eigenaar van een beschermd monument of zelfstandig onderdeel op aanvraag meerjarige subsidie verstrekken voor het normale onderhoud van dat beschermd monument of zelfstandig onderdeel.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de verstrekking van subsidie als bedoeld in dit artikel.

Artikel 4. Grondslag restauratiesubsidie

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

  • 1 Onze minister kan aan de eigenaar van een beschermd monument of zelfstandig onderdeel op aanvraag subsidie verstrekken voor de restauratie van dat beschermd monument of zelfstandig onderdeel.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de verstrekking van subsidie als bedoeld in dit artikel.

Artikel 5. Begrotingsvoorbehoud

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

  • 2 In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van dit besluit verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal subsidieaanvragers aan wie subsidie is verleend en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.

Artikel 6. Subsidieplafonds

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

  • 1 Onze minister kan een of meer subsidieplafonds vaststellen voor de verstrekking van subsidies.

  • 2 Indien Onze minister een subsidieplafond vaststelt, wordt tegelijkertijd vermeld op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

Artikel 7. Algemene weigeringsgrond

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt ten behoeve van een beschermd monument of zelfstandig onderdeel in ieder geval geen subsidie verleend indien:

  • a. voor de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt gevraagd, een lening op grond van dit besluit is verstrekt, en

  • b. de werkzaamheden waarvoor de lening is verstrekt, nog niet zijn afgerond.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Artikel 9. Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

  • 2 Indien de uitkomst van een bestuursrechtelijke procedure de minister voorschrijft een nieuw besluit te nemen, wordt dit genomen overeenkomstig de regeling op grond waarvan het bestreden besluit is genomen.

  • 3 De rechten en verplichtingen die krachtens een beschikking op grond van een in het eerste lid genoemd besluit gelden, blijven gelden voor zover bij of krachtens dit besluit niet anders is bepaald.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-07-2016]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 september 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Uitgegeven de achtentwintigste september 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten