Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten

Geraadpleegd op 30-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-06-2015 en zichtdatum 25-12-2024.
Geldend van 06-03-2015 t/m 17-07-2015

Besluit van 8 november 2012, strekkende tot uitvoering van EU-verordeningen op het terrein van de financiële markten en tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in verband daarmee (Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 5 september 2012, Directie Financiële Markten, FM/2012/1280M;

Gelet op de artikelen 1:24, derde lid, 1:25, derde lid, 1:25a, tweede lid, 1:25c, 1:79, eerste lid, onderdeel b, 1:80, eerste lid, onderdeel b, 1:81, en 1:97, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 oktober 2012, nr. W06.12.0379/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 2 november 2012, Directie Financiële Markten, nr. FM/2012/1478 M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • bevoegde autoriteit: de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2;

  • verordening (EG) nr. 809/2004 (prospectus): verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft (PbEU 2004 L 149);

  • verordening (EG) nr. 1287/2006 (MiFID): verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PbEU 2006 L 241);

  • verordening (EG) nr. 924/2009 (grensoverschrijdende betalingen): verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PbEU 2009 L 266);

  • verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus): verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (PbEU 2009 L 302);

  • verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie): verordening (EU) nr. 583/2010 van de Europese Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt (PbEU 2010 L 176);

  • verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten): verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Europese Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PbEU 2010 L 302);

  • verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps): verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (PbEU 2012 L 86);

  • verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten): verordening (EU) nr. 260/2012 van 14 maart 2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PbEU 2012 L 94);

  • verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR): verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli inzake otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201);

  • verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen): verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PbEU 2013, L 115);

  • verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen): verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PbEU 2013, L 115);

  • verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten): verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176);

  • verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme): verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 225);

  • verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen): verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PbEU 2014, L 257).

Artikel 2

Als bevoegde autoriteit in de zin van de hierna genoemde verordeningen, belast met de uitvoering en handhaving van de bij of krachtens die verordeningen gestelde regels, worden aangewezen:

  • a. voor verordening (EG) nr. 809/2004 (prospectus): de Autoriteit Financiële Markten;

  • b. voor verordening (EG) nr. 1287/2006 (MiFID): de Autoriteit Financiële Markten;

  • c. voor verordening (EG) nr. 924/2009 (grensoverschrijdende betalingen): de Autoriteit Financiële Markten;

  • d. voor verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus):

    • 1°. ten aanzien van de gehele verordening met uitzondering van artikel 4, eerste lid, voor zover het een bank, centrale tegenpartij, herverzekeraar, pensioenfonds, premiepensioeninstelling of verzekeraar betreft, en artikel 5 bis, eerste lid: de Autoriteit Financiële Markten;

    • 2°. ten aanzien van artikel 4, eerste lid, voor zover het een bank, centrale tegenpartij, herverzekeraar, pensioenfonds, premiepensioeninstelling of verzekeraar betreft, en artikel 5 bis, eerste lid: de Nederlandsche Bank;

  • e. voor verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie): de Autoriteit Financiële Markten;

  • f. voor verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten), voor zover het betreft de bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 18, tweede en derde lid, en tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van die vergunningen: de Autoriteit Financiële Markten;

  • g. voor verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps): de Autoriteit Financiële Markten;

  • h. voor verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten):

    • 1°. ten aanzien van de artikelen 3 tot en met 6 en 9 de Nederlandsche Bank;

    • 2°. ten aanzien van artikel 8 de Autoriteit Consument en Markt;

  • i. voor verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR):

    • 1°. ten aanzien van de artikelen 4, 9,11, 12, voor zover de financiële tegenpartij een bank, verzekeraar, herverzekeraar of pensioenfonds is, alsmede ten aanzien van de artikelen 14 tot en met 21, 25, tot en met 35 en 40 tot en met 54: de Nederlandsche Bank;

    • 2°. ten aanzien van de artikelen 4, 9, 11, 12, voor zover de financiële tegenpartij geen bank, verzekeraar, herverzekeraar of pensioenfonds is, alsmede ten aanzien van de artikelen 5 tot en met 8, 10, 36 tot en met 39, 57, 59, 61 tot en met 63, 68 en 71 tot en met 74: de Autoriteit Financiële Markten;

  • j. voor verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen): de Autoriteit Financiële Markten;

  • k. voor verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen): de Autoriteit Financiële Markten;

  • l. voor verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten): de Nederlandsche Bank;

  • m. voor verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstelllingen):

    • 1°. ten aanzien van de artikelen 9, voor zover het een bank betreft, 39 tot en met 47, 54 tot en met 57 en 59 en 60: de Nederlandsche Bank;

    • 2°. ten aanzien van de artikelen 3 tot en met 7, 9, voor zover het een andere onderneming dan een bank betreft, 16 tot en met 20, 23, 26 tot en met 38 en 48 tot en met 53: de Autoriteit Financiële Markten.

Artikel 2a

  • 1 De Nederlandsche Bank vraagt advies aan de Autoriteit Financiële Markten voordat zij:

    • a. beslist op een aanvraag als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 17 van verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR), of in het kader van artikel 3:28a van de wet, voor zover betrekking hebbend op de artikelen 26 tot en met 35 en 51 tot en met 54 van die verordening, indien in dat kader dient te worden beoordeeld of wordt voldaan aan het bij of krachtens het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen bepaalde; of

    • b. een vergunning intrekt op grond van artikel 20 van verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR).

  • 2 De Autoriteit Financiële Markten brengt het advies schriftelijk uit binnen zes weken na het verzoek.

  • 3 De Nederlandsche Bank volgt het advies, bedoeld in het eerste lid, tenzij zwaarwegende redenen betreffende de soliditeit van de aanvrager of de stabiliteit van het financiële stelsel naar het oordeel van de Nederlandsche Bank aanleiding tot afwijking geven. Indien de Nederlandsche Bank overweegt af te wijken, stelt zij de Autoriteit Financiële Markten in de gelegenheid om haar advies mondeling toe te lichten. De Nederlandsche Bank motiveert een afwijking schriftelijk.

  • 4 Het advies, bedoeld in het eerste lid, maakt deel uit van het besluit ten aanzien van de vergunning, instemming of intrekking.

Artikel 2b

  • 1 Indien de Autoriteit Financiële Markten voornemens is een vergunning te verlenen als bedoeld in de artikelen 16 of 19 van verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen), een vergunning in te trekken op grond van artikel 20 van die verordening of op grond van artikel 1:79 of 1:80 van de wet een besluit te nemen ter zake van overtreding van de artikelen 26 tot en met 31 en 48 tot en met 53 van die verordening, stelt zij de Nederlandsche Bank van het voorgenomen besluit in kennis.

  • 2 Indien de Nederlandsche Bank naar aanleiding van een inkennisstelling als bedoeld in het eerste lid, oordeelt dat zwaarwegende redenen betreffende de soliditeit van de betrokken onderneming of de stabiliteit van het financiële stelsel daar aanleiding toe geven, kan zij een bindende aanbeveling doen aan de Autoriteit Financiële Markten omtrent een besluit als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Een bindende aanbeveling als bedoeld in het tweede lid is met redenen omkleed en wordt binnen zes weken na de inkennisstelling, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk ingediend.

  • 4 De Autoriteit Financiële Markten geeft uitvoering aan de bindende aanbeveling, bedoeld in het tweede lid. Indien de Autoriteit Financiële Markten uitvoering geeft aan de aanbeveling door een besluit te nemen, maakt de aanbeveling deel uit van het te nemen besluit.

Artikel 3

Als orgaan als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de verordening (EG) nr. 924/2009 (grensoverschrijdende betalingen) en artikel 12 van de verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten) wordt aangewezen de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening.

Artikel 3a

Als nationale afwikkelingsautoriteit in de zin van verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme), belast met de uitvoering en handhaving van de bij of krachtens die verordening gestelde regels, wordt aangewezen de Nederlandsche Bank. De artikelen 4 en 5 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

De bevoegde autoriteit kan ter zake van overtreding van voorschriften gesteld ingevolge de in de bijlage 1 genoemde artikelen een last onder dwangsom opleggen.

Artikel 5

  • 1 De bevoegde autoriteit kan ter zake van overtreding van voorschriften gesteld ingevolge de in de bijlage 2 genoemde artikelen, met toepassing van de in die bijlage aangegeven tariefnummers, een bestuurlijke boete opleggen.

Artikel 6

De bevoegde autoriteit maakt een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete openbaar, indien de bestuurlijke boete is opgelegd ter zake van overtreding van de artikelen 5, eerste en tweede lid, 6, eerste en tweede lid, 7 eerste en tweede lid, 8, 9, eerste lid, eerste volzin en tweede lid, 17, zevende en negende tot en met elfde lid, 18 en 19 van de verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps).

Artikel 8

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9

  • 1 Dit besluit, met uitzondering van de artikelen 7 en 8, treedt in werking met ingang van:

    • a. ten aanzien van verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps): de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst;

    • b. ten aanzien van de overige in artikel 1 genoemde verordeningen: 1 januari 2013.

  • 2 Artikel 7 treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 3 Artikel 8 treedt in werking op het tijdstip waarop de in dat artikel bedoelde wet in werking treedt.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 november 2012

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. R. V. A. Dijsselbloem

Uitgegeven de twintigste november 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Bijlage 1. Last onder dwangsom

(bijlage als bedoeld in artikel 4)

Verordening (EG) nr. 809/2004 (prospectus)

Artikel 26, vijfde lid

Artikel 27

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 34

Verordening (EG) nr. 1287/2006 (MiFID)

Artikel 7

Artikel 8, eerste en tweede lid

Artikel 17, eerste lid

Artikel 24

Artikel 27, eerste lid

Artikel 29, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 36

Artikel 37

Verordening (EG) nr. 924/2009 (grensoverschrijdende betalingen)

Artikel 3, eerste en tweede lid

Artikel 4, eerste en tweede lid

Artikel 8, eerste en vierde lid

Verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus)

Artikel 4, eerste lid

Artikel 5 bis, eerste lid

Artikel 8 ter

Artikel 8 quater

Artikel 8 quinquies

Verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie)

Artikel 3, eerste tot en met derde lid

Artikel 4, eerste tot en met dertiende lid

Artikel 5, eerste tot en met derde lid

Artikel 6

Artikel 7, eerste tot en met vierde lid

Artikel 8, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 9

Artikel 10, eerst en tweede lid

Artikel 11, eerste en tweede lid

Artikel 12, eerste tot en met derde lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 14

Artikel 15, eerste tot en met zesde lid

Artikel 16

Artikel 17, eerste en tweede lid

Artikel 18, eerste en tweede lid

Artikel 19, eerste tot en met vierde lid

Artikel 20, eerste tot en met derde lid

Artikel 21, eerste en tweede lid

Artikel 22, eerste tot en met derde lid

Artikel 23, eerste tot en met derde lid

Artikel 24, eerste en tweede lid

Artikel 25, eerste tot en met derde lid

Artikel 26, eerste tot en met vijfde lid

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31, eerste en tweede lid

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34, eerste en tweede lid

Artikel 35, eerste en tweede lid

Artikel 36, eerste tot en met zesde lid

Artikel 37

Artikel 38, eerste tot en met derde lid

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III

Verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten)

Artikel 59, tweede, derde en vijfde lid

Verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps)

Artikel 12, eerste lid

Artikel 13, eerste lid

Artikel 14, eerste lid

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 23, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

Artikel 28, eerste tot en met derde lid

Verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten)

Artikel 3, eerste en tweede lid

Artikel 4, eerste tot en met derde lid

Artikel 5, eerste tot en met derde lid en zesde tot en met achtste lid

Artikel 6, eerste tot en met derde lid

Artikel 8

Verordening (EU) nr. 648/2012 (Emir)

Artikel 4, eerste en derde lid

Artikel 7, eerste tot en met vierde lid

Artikel 8, eerste tot en met vierde lid

Artikel 9, eerste tot en met derde lid

Artikel 10, eerste lid

Artikel 11, eerste tot en met vierde en elfde lid

Artikel 14, eerste en vierde lid

Artikel 15, eerste lid

Artikel 16, eerste en tweede lid

Artikel 26, eerste tot en met achtste lid

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29, eerste tot en met derde lid

Artikel 31, eerste en tweede lid

Artikel 33

Artikel 34, eerste en tweede lid

Artikel 35, eerste en derde lid

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39, eerste tot en met achtste lid

Artikel 40

Artikel 41, eerste tot en met vierde lid

Artikel 42, eerste tot en met vierde lid

Artikel 43

Artikel 44, eerste lid

Artikel 45, eerste tot en met vierde lid

Artikel 46, eerste en tweede lid

Artikel 47, eerste tot en met zevende lid

Artikel 48

Artikel 49, eerste tot en met derde lid

Artikel 50

Artikel 51, tweede tot en met derde lid

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54, eerste lid

Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)

Artikel 4

Artikel 5, eerste tot en met het derde lid

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12, eerste en tweede lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 15

Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6, eerste lid

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

Artikel 10, eerst lid

Artikel 11

Artikel 12, eerste en tweede lid

Artikel 13, eerste en tweede lid

Artikel 14, eerste en tweede lid

Artikel 16

Verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten)

Deel 1. Algemene bepalingen

Artikelen 6, 11, 13, 14, eerste en tweede lid, 17, eerste lid, 18, eerste lid, en 22.

Deel 2. Eigen vermogen

Artikelen 26, eerste en tweede lid, 28, eerste lid, 29, eerste lid, 32, eerste lid, 33, eerste en derde lid, 34, 35, 36, eerste lid, 48, 50, 51, 56, 61, 62, 63, 66, 71, 72, 73, eerste en derde lid, 74, 76, eerste en tweede lid, 77, 84, eerste en tweede lid, 85, eerste en tweede lid, 86, 87, eerste en tweede lid, 88, 89 en 91.

Deel 3. Kapitaalvereisten

Artikelen 92, 93, 94, 95, eerste en tweede lid, 96, 97, eerste en derde lid, 98, 99, eerste, tweede en vierde lid, 101, eerste tot en met derde lid, 102, derde lid, 103, 104, 105, eerste tot en met dertiende lid, 106, 109, 110, eerste tot en met derde lid, 111, 112, 113, 128, eerste lid, 129, derde lid, 135, 138, 139, eerste, tweede en vierde lid, 140, 141, 143, tweede tot en met vierde lid, 146, 147, 148, eerste en derde tot en met vijfde lid, 149, eerste en tweede lid, 150, eerste lid, 151, 152, eerste tot en met vierde lid, 153, eerste tot en met achtste lid, 154, 155, 156, 157, eerste tot en met derde lid, 158, 159, 160, 161, eerste lid, 162 163, 164, eerste tot en met vijfde lid, 166 tot en met 172, 173, eerste en tweede lid, 174, 175, 176, 177, 178, vierde en vijfde lid, 179, 180, eerste en tweede lid, 181, eerste en tweede lid, 182, eerste tot en met derde lid, 183, eerste en tweede lid, 184, eerste lid, 185 tot en met 191, 193, 194, eerste, tweede, achtste en negende lid, 211, 213, 215, 216, 219 tot en met 226, 228, 229, eerste en derde lid, 230, eerste lid, 231, 232, tweede en derde lid, 234, 235, 237, 236, 238, 239, 243, 244, eerste tot en met vijfde lid, 245, 246, 248, eerste en derde lid, 249, 250, 251, 253, 256, 258, 259, 261, 262, 265, 267, 268, 269, 271, 273, 274, 276, 277, 280, 281, 282, 284, 286 tot en met 294, 297, 299, 301, 303, 306, 307, 308, 309, 312 tot en met 318, 323, 326 tot en met 334, 336, 337, 338, 339, 341, 342, 343, 345, tweede lid, 346, 348, 351, 352, 355, 356, tweede lid, 359, 360, 364 tot en met 370, 372, 373, 374, 376, 378, 379, 382, 383, 384 en 386.

Deel 4. Grote risicoblootstellingen

Artikelen 387, 390, 392, 393, 394, eerste tot en met derde lid, 395 tot en met 403.

Deel 5. Blootstellingen aan overgedragen kredietrisico’s

Artikelen 405, 406, 408 en 409.

Deel 6. Liquiditeit

Artikelen 412, 413, 414, 415, eerste en tweede lid, 416, 417, 418, 420 tot en met 425, 427 en 428.

Deel 7. Hefboomfinanciering

Artikelen 429 en 430.

Deel 8. Openbaarmaking door instellingen

Artikelen 431 tot en met 440, 442, 444 tot en met 449, 450, 451, eerste lid, 452, 453, 454 en 455.

Deel 10. Overgangsbepalingen, verslagen, toetsingen en wijzigingen

Artikelen 465, 467 tot en met 481, 492, 499 en 500.

Verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme)

Artikel 8, achtste lid en twaalfde lid, tweede alinea

Artikel 10, negende en elfde lid

Artikel 12, eerste en tweede lid

Verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen):

Artikelen 3, 5, eerste en tweede lid, 6, eerste tot en met vierde lid, 7, eerste tot en met derde en achtste tot en met tiende lid, 9, eerste lid, 16, eerste, derde en vierde lid, 18, eerste tot en met derde lid, 19, eerste, derde, vijfde, zesde en achtste lid, 20, vijfde lid, 23, eerste, derde, zesde en zevende lid, 26, eerste tot en met zevende lid, 27, eerste tot en met zevende lid, 28, eerste tot en met derde lid, vijfde en zesde lid, 29, eerste en tweede lid, 30, eerste tot en met vierde lid, 32, eerste en tweede lid, 33, eerste tot en met vierde lid, 34, eerste tot en met achtste lid, 35, 36, 37, eerste tot en met derde lid, 38, eerste tot en met zevende lid, 39, eerste tot en met derde lid en vijfde tot en met zevende lid, 40, 41, eerste tot en met derde lid, 42, 43, 44, 45, eerste tot en met zesde lid, 46, eerste tot en met vijfde lid, 47, eerste en tweede lid, 48, eerste tot en met negende lid, 49, eerste tot en met vierde lid, 50, 51, 52, eerste en tweede lid, 53, eerste tot en met derde lid, 54, eerste en zevende lid, 56, eerste lid, 57, vijfde lid, en 59, eerste tot en met vierde lid.

Bijlage 2. Bestuurlijke boete

(bijlage als bedoeld in artikel 5)

Verordening (EG) nr. 809/2004 (prospectus)

Artikel

Boetecategorie

26, vijfde lid

3

27

3

29

3

30

3

34

3

Verordening (EG) nr. 1287/2006 (MiFID)

Artikel

Boetecategorie

7

2

8, eerste en tweede lid

2

17, eerste lid

2

24

2

27, eerste lid

2

29, eerste tot en met vijfde lid

2

36

2

37

2

Verordening (EG) nr. 924/2009 (grensoverschrijdende betalingen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 3, eerste en tweede lid

2

Artikel 4, eerste en tweede lid

1

Artikel 8, eerste en vierde lid

1

Verordening (EG) nr. 1060/2009 (ratingbureaus)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4, eerste lid

2

Artikel 5 bis, eerste lid

2

Artikel 8 ter

2

Artikel 8 quater

2

Artikel 8 quinquies

2

Verordening (EU) nr. 583/2010 (essentiële beleggersinformatie)

Artikel

Boetecategorie

3, eerste tot en met derde lid

2

4, eerste tot en met dertiende lid

2

5, eerste tot en met derde lid

2

6

2

7, eerste tot en met vierde lid

2

8, eerste tot en met vijfde lid

2

9

2

10, eerst en tweede lid

2

11, eerste en tweede lid

2

12, eerste tot en met derde lid

2

13, eerste lid

2

14

1

15, eerste tot en met zesde lid

2

16

2

17, eerste en tweede lid

2

18, eerste en tweede lid

2

19, eerste tot en met vierde lid

2

20, eerste tot en met derde lid

2

21, eerste en tweede lid

2

22, eerste tot en met derde lid

2

23, eerste tot en met derde lid

2

24, eerste en tweede lid

2

25, eerste tot en met derde lid

2

26, eerste tot en met vijfde lid

2

27

2

28

2

29

2

30

2

31, eerste en tweede lid

2

32

2

33

2

34, eerste en tweede lid

2

35, eerste en tweede lid

2

36, eerste tot en met zesde lid

2

37

2

38, eerste tot en met derde lid

2

Bijlage I

2

Bijlage II

2

Bijlage III

2

Verordening (EU) nr. 1031/2010 (veiling van broeikasgasemissierechten)

Artikel

Boetecategorie

59, tweede, derde en vijfde lid

2

Verordening (EU) nr. 236/2012 (short selling en kredietverzuimswaps)

Artikel

Boetecategorie

5, eerste en tweede lid

2

6, eerste en tweede lid

2

7, eerste en tweede lid

2

8

2

9, eerste en tweede lid

2

12, eerste lid

3

13, eerste lid

3

14, eerste lid

3

17, zevende, en negende tot en met elfde lid

2

18

2

19

2

20

3

21

3

23, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

3

28, eerste tot en met derde lid

3

Verordening (EU) nr. 260/2012 (betaaldiensten)

Artikel

Boetecategorie

3, eerste en tweede lid

3

4, eerste tot en met derde lid

3

5, eerste tot en met derde lid en zesde tot en met achtste lid

2

6, eerste tot en met derde lid

3

8

3

Verordening (EU) nr. 648/2012 (Emir)

Artikel

Boetecategorie

4, eerste en derde lid

3

7, eerste tot en met vierde lid

2

8, eerste, tweede en vierde lid

2

8, derde lid

1

9, eerste en derde lid

2

9, tweede lid

1

10, eerste lid

2

11, eerste en vierde lid

3

11, tweede en derde lid

2

11, elfde lid

1

14, eerste en vierde lid

3

15, eerste lid

3

16, eerste en tweede lid

3

26, eerste tot en met zesde lid en achtste lid

2

26, zevende lid

1

27

2

28

2

29, eerste tot en met derde lid

1

31, eerste en tweede lid

2

33

2

34, eerste en tweede lid

2

35, eerste lid

2

35, derde lid

1

36

2

37

2

38

1

39, eerste tot en met zesde lid

2

39, zevende en achtste lid

1

40

2

41, eerste tot en met vierde lid

2

42, eerste tot en met vierde lid

2

43

2

44, eerste lid

2

45, eerste tot en met vierde lid

2

46, eerste en tweede lid

2

47, eerste tot en met zevende lid

2

48

2

49, eerste en tweede lid

2

49, derde lid

1

50

2

51, tweede en derde lid

2

52

2

53

2

54, eerste lid

3

Verordening (EU) nr. 345/2013 (Europese durfkapitaalfondsen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4

3

Artikel 5, eerste tot en met het derde lid

2

Artikel 6, eerste lid

2

Artikel 7

2

Artikel 8

2

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 10

2

Artikel 11

2

Artikel 12, eerste en tweede lid

1

Artikel 13, eerste en tweede lid

2

Artikel 15

1

Verordening (EU) nr. 346/2013 (Europese sociaalondernemerschapsfondsen)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 4

3

Artikel 5

2

Artikel 6, eerste lid

2

Artikel 7

2

Artikel 8

2

Artikel 9, eerste tot en met vierde lid

2

Artikel 10, eerst lid

2

Artikel 11

2

Artikel 12, eerste en tweede lid

2

Artikel 13, eerste en tweede lid

1

Artikel 14, eerste en tweede lid

2

Artikel 16

1

Verordening (EU) nr. 575/2013 (Kapitaalvereisten)

Deel 1. Algemene bepalingen

Boetecategorie 2: artikelen 6, 13, 14, eerste en tweede lid, 17, eerste lid, 18, eerste lid en 22.

Boetecategorie 3: artikel 11.

Deel 2. Eigen vermogen

Boetecategorie 2: artikelen 29, eerste lid, 32, eerste lid, 33, eerste en derde lid, 34, 35, 36, eerste lid, 48, 56, 66, 73, eerste en derde lid, 74, 76, eerste en tweede lid, 77, 84, eerste en tweede lid, 85, eerste en tweede lid, 86, 87, eerste en tweede lid en 88.

Boetecategorie 3: artikelen 26, eerste en tweede lid, 28, eerste lid, 50, 51, 61, 62, 63, 71, 72, 89 en 91.

Deel 3. Kapitaalvereisten

Boetecategorie 1: artikelen 345, tweede lid, en 356, tweede lid.

Boetecategorie 2: artikelen 102, derde lid, 103, 104, 105, eerste tot en met dertiende lid, 106, 110, eerste tot en met derde lid, 129, derde lid, 135, 138, 139, eerste, tweede en vierde lid, 140, 141, 146, 147, 148, eerste en derde tot en met vijfde lid, 149, eerste en tweede lid, 150, eerste lid, 151, 152, eerste tot en met vierde lid, 153, eerste tot en met achtste lid, 154, 155, 156, 157, eerste tot en met derde lid, 158, 159, 160, 161, eerste lid, 162, 163, 164, eerste tot en met vijfde lid, 166 tot en met 172, 173, eerste en tweede lid, 174, 175, 176, 177, 178, vierde en vijfde lid, 179, 180, eerste en tweede lid, 181, eerste en tweed lid, 182, eerst tot en met derde lid, 183, eerste en tweede lid, 184, eerste lid, 185, 186, 187, 188, 191, 211, 213, 215, 216, 219 tot en met 226, 228, 229, eerste en derde lid, 230, eerste lid, 231, 232, tweede en derde lid, 234 tot en met 239, 243, 244, eerste tot en met vijfde lid, 246, 249, 250, 251, 253, 261, 262, 265, 268, 269, 271, 273, 274, 276, 277, 280, 281, 282, 284, 286 tot en met 294, 297, 299, 301, 303, 306, 308, 309, 315, 316, 318, 323, 326 tot en met 334, 336, 337, 338, 339, 341, 342, 343, 346, 348, 351, 352, 355, 359, 360, 365, 366, 367, 368, 370, 372, 373, 374, 376, 378, 379, 382, 383, 384 en 386.

Boetecategorie 3: artikelen 92, 93, 94, 95, eerste en tweede lid, 96, 97, eerste en derde lid, 98, 99, eerste, tweede en vierde lid, 101, eerste tot en met derde lid, 109, 111, 112, 113, 128, eerste lid, 143, tweede tot en met vierde lid, 189, 190, 193, 194, eerste, tweede, achtste en negende lid, 245, 248, eerste en derde lid, 256, 258, 259, 267, 307, 312, 313, 314, 317, 364 en 369.

Deel 4. Grote risicoblootstellingen

Boetecategorie 2: artikelen 390, 392, 393, 396, 397, 398 en 400.

Boetecategorie 3: artikelen 387, 394, eerste tot en met derde lid, 395, 399, 401, 402 en 403.

Deel 5. Blootstellingen aan overgedragen kredietrisico’s

Boetecategorie 2: artikel 408.

Boetecategorie 3: artikelen 405, 406 en 409.

Deel 6. Liquiditeit

Boetecategorie 2: artikelen 417, 418, 420 tot en met 425, 427 en 428.

Boetecategorie 3: artikelen 412, 413, 414, 415, eerste en tweede lid, en 416.

Deel 7:. Hefboomfinanciering

Boetecategorie 3: artikelen 429 en 430.

Deel 8. Openbaarmaking door instellingen

Boetecategorie 2: artikelen 432 tot en met 440, 442, 444 tot en met 450, 452, 453, 454 en 455.

Boetecategorie 3: artikelen 431 en 451, eerste lid.

Deel 10. Overgangsbepalingen, verslagen, toetsingen en wijzigingen

Boetecategorie 2: artikelen 467 tot en met 481 en 492.

Boetecategorie 3: artikelen 465, 499 en 500.

Verordening (EU) nr. 806/2014 (gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme)

Artikel

Boetecategorie

Artikel 8, achtste lid

2

Artikel 8, twaalfde lid, tweede alinea

3

Artikel 10, negende en elfde lid

3

Artikel 12, eerste en tweede lid

3

Verordening (EU) nr. 909/2014 (centrale effectenbewaarinstellingen):

Boetecategorie 1: artikelen 7, achtste lid, 9, eerste lid, 19, achtste lid, 26, vierde lid, 28, zesde lid, 29, eerste en tweede lid, 30, derde lid, 34, eerste tot en met achtste lid, 35, 38, zesde lid en 48, zevende lid.

Boetecategorie 2: artikelen 6, eerste tot en met vierde lid, 7, eerste, tweede, negende en tiende lid, onderdelen b en c, 19, vijfde lid, 20, vijfde lid, 23, derde, zesde en zevende lid, 26, eerste tot en met derde, en vijfde tot en met zevende lid, 27, eerste tot en met zevende lid, 28, eerste tot en met derde lid en vijfde lid, 30, eerste en tweede lid, 32, eerste en tweede lid, 33, eerste tot en met vierde lid, 36, 37, eerste tot en met derde lid, 38, zevende lid, 39, eerste tot en met derde lid en vijfde tot en met zevende lid, 40, 41, eerste tot en met derde lid, 42, 43, 44, 45, eerste tot en met zesde lid, 46, eerste tot en met vijfde lid, 47, eerste en tweede lid, 48, eerste, derde tot en met zesde lid, en achtste en negende lid, 49 eerste tot en met vierde lid, 50, 51, eerste en tweede lid, 52, eerste en tweede lid, 53, eerste tot en met derde lid, 54, zevende lid en 57, vijfde lid.

Boetecategorie 3: artikelen 3, 5, eerste en tweede lid, 7, derde lid, 16, eerste, derde en vierde lid, 18, eerste tot en met derde lid, 19, eerste, derde en zesde lid, 23, eerste lid, 30, vierde lid, 38, eerste tot en met vijfde lid, 48, tweede lid, 54, eerste lid, 56, eerste lid en 59, eerste tot en met vierde lid.