Regeling sturing van en toezicht op de Luchtverkeersleiding Nederland

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/241280, houdende vaststelling regels in verband met de implementatie van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de sturing van en het toezicht op de Luchtverkeersleiding Nederland (Regeling sturing van en toezicht op de Luchtverkeersleiding Nederland)

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

§ 2. Bestuur en raad van toezicht van de LVNL

Artikel 2. Ontstentenis bestuur

De LVNL informeert de minister onverwijld over de ontstentenis van een lid van de raad van bestuur met het oog op de conform artikel 5.28 van de wet te treffen voorziening.

Artikel 3. Rol raad van toezicht

De raad van toezicht oefent onafhankelijk van bestuur en minister toezicht uit. De raad van toezicht heeft een interne toezichtfunctie en is daarbij gericht op het beleid van de directie en op de algemene gang van zaken in de LVNL. De raad van toezicht richt zich bij de vervulling van de taak naar het belang van de LVNL en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van de bij de LVNL betrokkenen af.

§ 3. Financieel toezicht

Artikel 4. Begroting

De LVNL zendt jaarlijks voor 1 november de begroting voor het daaropvolgende jaar aan de minister.

Artikel 5. Financieel meerjarenbeleidsplan

  • 1 Het aan de minister voor te leggen financieel meerjarenbeleidsplan omvat de periode van het eerstvolgende begrotingsjaar en de vier daarop volgende jaren.

  • 2 Naast de vereisten die voortvloeien uit de common requirements en de verordening inzake prestatiesturing bevat het financieel meerjarenbeleidsplan tevens een omgevingsanalyse.

Artikel 6. Controleprotocol

  • 1 Het controleprotocol is uitgewerkt in de bijlage bij deze regeling.

  • 2 De minister informeert de LVNL over het voornemen een review van de accountantscontrole te laten uitvoeren door de accountantsdienst van het Rijk. Het besluit tot het uitvoeren van een review van de accountantscontrole wordt vergezeld van een toelichting waaruit de aanleiding blijkt, alsmede de procedure die zal worden gevolgd en de informatie die de LVNL ten behoeve van dit onderzoek beschikbaar dient te stellen.

  • 3 Bij de aanwijzing van de accountant, bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet, bedingt de LVNL dat de controles en de verklaringen daarover mede betreffen:

    • a. een toereikende scheiding tussen de baten en lasten casu quo ontvangsten en uitgaven uit de bij of krachtens de wet aan de LVNL opgedragen taken dan wel andere activiteiten;

    • b. de juiste en volledige hantering van de vastgestelde tarieven.

Artikel 7. Invulling van artikel 5.32, derde lid, van de wet juncto artikel 32 van de Kaderwet

  • 1 De LVNL behoeft de voorafgaande instemming van de minister voor:

    • a. het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

    • b. het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen waarvan de waarde een bedrag van 5 miljoen euro overschrijdt;

    • c. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen waarvan de waarde een bedrag van 5 miljoen euro overschrijdt;

    • d. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot huur, verhuur of pacht van registergoederen waarvan de huur of pacht een bedrag van jaarlijks 5 miljoen euro overschrijdt;

    • e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening indien deze afzonderlijk dan wel alle kredietovereenkomsten en overeenkomsten van geldleningen gezamenlijk een bedrag van 5 miljoen euro overschrijden;

    • f. het aangaan van overeenkomsten waarbij de LVNL zich verbindt tot zekerheidstelling met inbegrip van zekerheidstelling voor schulden van derden of waarbij de LVNL zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;

    • g. het vormen van andere fondsen en reserveringen dan de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 33 van de Kaderwet;

    • h. het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.

  • 2 De LVNL legt een voorgenomen beslissing als bedoeld in het eerste lid niet voor dan nadat de raad van toezicht heeft verklaard tegen die beslissing geen bedenkingen te hebben. De LVNL behoeft de voorafgaande instemming van de raad van toezicht voor het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening, indien deze een bedrag afzonderlijk dan wel alle kredietovereenkomsten en overeenkomsten van geldleningen gezamenlijk van 2 miljoen euro overschrijden.

  • 3 Voor zover de in het eerste lid genoemde voornemens zijn opgenomen in de begroting, bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet, hoeven deze niet afzonderlijk ter instemming aan de minister te worden voorgelegd.

§ 4. Informatie-uitwisseling

Artikel 8. Jaarrekening

Bij de inrichting van de jaarrekening wordt onderscheid gemaakt tussen de baten en lasten, alsook tussen de ontvangsten en uitgaven uit de bij of krachtens de wet aan de LVNL opgedragen taken dan wel uit andere activiteiten.

Artikel 9. Jaarverslag

  • 2 Uit het jaarverslag valt af te leiden op welke wijze de realisatie in het boekjaar overeenkomt met dan wel afwijkt van de begroting en het tarievenvoorstel.

  • 3 Het jaarverslag is voorzien van:

    • a. een verslag van het bestuur;

    • b. een verslag van de raad van toezicht;

    • c. een in-control-statement van het bestuur.

  • 4 Bij de aanbieding van het jaarverslag aan de minister informeert de LVNL de minister over:

    • a. de toepassing van de arbeidsvoorwaarden van het personeel;

    • b. de gemiddelde loonsom per werknemer over het desbetreffende boekjaar;

    • c. het aantal ingediende schadeclaims, onderverdeeld naar taak, en de resultaten daarvan.

Artikel 10. Uitvoeringstoets LVNL

  • 1 De minister legt de volgende voornemens tijdig aan de LVNL voor met het oog op een uitvoeringstoets:

    • a. voor het functioneren van de LVNL relevante beleidsvoornemens;

    • b. voorgenomen wet- en regelgeving;

    • c. overige voornemens tot het opdragen van taken of het stellen van regels met betrekking tot de uitoefening van de taken bij of krachtens een wet waarvoor hij eerste verantwoordelijke is;

    • d. voornemens tot het stellen van beleidsregels in de zin van artikel 21 Kaderwet.

  • 2 De minister reageert op de door de LVNL toegezonden rapportage en geeft daarbij in ieder geval aan hoe de rapportage in de besluitvorming is of zal worden betrokken.

  • 3 Indien de minister nalaat tijdig te verzoeken om een uitvoeringstoets, kan de LVNL een uitvoeringstoets uit eigen beweging uitvoeren.

  • 4 Indien in de loop van het besluitvormingsproces het aan de LVNL voorgelegde voornemen op voor de LVNL relevante punten wordt gewijzigd, legt de minister de wijzigingen ten behoeve van een finale uitvoeringstoets voor aan de LVNL.

Artikel 11. Uitvoeringsevaluaties

  • 1 De LVNL evalueert op een daartoe door de minister gedaan verzoek of uit eigen beweging de uitvoering van nieuw of bijgesteld beleid dan wel nieuwe of bijgestelde wet- en regelgeving.

  • 2 Bij het verzoek formuleert de minister de door de LVNL te beantwoorden vragen en wordt de termijn bepaald waarbinnen de rapportage gereed dient te zijn.

  • 3 De minister reageert op de door de LVNL toegezonden rapportage en geeft daarbij in ieder geval aan hoe de rapportage in de besluitvorming is of zal worden betrokken.

Artikel 12. ICT-projecten

De LVNL verschaft de minister structureel informatie over lopende dan wel in voorbereiding zijnde ICT-projecten waarover aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt gerapporteerd.

Artikel 14. Onderzoek door derden ten behoeve van toezicht

Indien de minister na overleg met de LVNL een derde aanwijst om in het kader van het toezicht op het functioneren van de LVNL onderzoek te doen naar een door de minister te bepalen onderdeel van de LVNL of van de taakuitoefening door de LVNL, verstrekt de LVNL aan deze derde op de door de derde te bepalen wijze de ter zake van het onderzoek gevraagde informatie voor zover dit niet beperkt is door de wet of contract.

Artikel 15. Informatieverstrekking van de minister aan de LVNL

De minister verstrekt de LVNL informatie met betrekking tot:

  • a. aanschrijvingen;

  • b. politieke aangelegenheden en de meningsvorming door de minister of de Staten-Generaal met betrekking tot de LVNL en de toekomst van de LVNL,

  • c. (inter)nationaal overleg;

  • d. concepten van rechtstreeks werkende EU-regelgeving;

  • e. overleg met andere departementen en resultaten daarvan;

  • f. klachten over het functioneren van de LVNL.

Artikel 16. Instemmingstoets minister

  • 1 De LVNL legt tot hem gerichte voorstellen tot taakopdracht door een ander bestuursorgaan tijdig voor aan de minister met het oog op het verkrijgen van diens instemming.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op voornemens van de LVNL tot het verrichten van markt- of nevenactiviteiten, die nog niet bij of krachtens wet of bij een eerder besluit van de minister zijn toegestaan.

§ 5. Overige bepalingen

Artikel 18. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling sturing van en toezicht op de Luchtverkeersleiding Nederland.

Artikel 19. Overgangsrecht

  • 1 Op de jaarstukken 2012 worden de artikelen 6, 8 en 9 niet toegepast voor zover deze bepalingen afwijken van de eerdere met de LVNL gemaakte afspraken en de LVNL heeft aangegeven voor de jaarstukken 2012 niet te kunnen voldoen aan de onderhavige regeling.

  • 2 Indien de LVNL heeft aangegeven voor de jaarstukken 2012 niet te kunnen voldoen aan de onderhavige regeling, geldt voor de jaarstukken 2012 de regelgeving zoals deze voor inwerkingtreding van deze regeling van toepassing was.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,

W.J. Mansveld.

Bijlage bij artikel 6 van de Regeling sturing van en toezicht op de Luchtverkeersleiding Nederland

Controleprotocol

De volgende elementen zijn aandachtspunten voor de accountantscontrole:

1. Rechtmatigheid en getrouwheid

  • 1. Controle van de rechtmatigheid van de bestedingen en inning van de middelen door de LVNL. Rechtmatigheid houdt in dat een financiële transactie waarvan de uitkomst in de jaarrekening wordt verantwoord in overeenstemming is met de in internationale regelgeving, Nederlandse wetten, Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen opgenomen bepalingen die de uitkomst van die financiële transactie beïnvloeden.

  • 2. De werkzaamheden met betrekking tot de opbrengsten en route in de jaarrekening van de LVNL (LVNL-gedeelte van het en route tarief) is beperkt tot de vaststelling dat deze opbrengsten zijn gebaseerd op de aantallen service units conform de opgaven verstrekt door de CRCO.

  • 3. De controle van de rechtmatige inning en besteding van de en route opbrengsten, zoals deze zijn omschreven in 1.1, voor zover deze tot de verantwoordelijkheid van Eurocontrol, het KNMI en de National Supervisory Authority behoren, valt buiten de scope van dit onderzoek.

  • 4. Voor de verstrekking van de verklaring over de rechtmatigheid conform artikel 35, derde lid, van de Kaderwet en de kwalificatie van die verklaring gelden ten aanzien van de in de jaarrekening opgenomen financiële stromen en saldi inzake de publieke middelen de volgende tolerantiegrenzen:

     

    Goedkeurende verklaring

    Verklaring met beperking

    Verklaring van oordeelonthouding

    Afkeurende verklaring

    Fouten in de jaarrekening

    Kleiner dan of gelijk aan 1%

    Tussen 1% en 3%

    N.v.t.

    Gelijk aan of meer dan 3%

    Onzekerheden in de controle

    Kleiner dan of gelijk aan 3%

    Tussen 3% en 10%

    Gelijk aan of meer dan 10%

    N.v.t.

2. Tarieven

  • 1. controle van de juiste en volledige hantering van de door de minister vastgestelde tarieven.

  • 2. beoordeling of kosten en opbrengsten in de administratie zijn toegerekend op basis van het vastgestelde kostprijsmodel.

3. Niet-financiële informatie

  • 1. beoordeling van de consistentie en de controleerbaarheid van het totstandkomingsproces van de in de jaarverantwoording opgenomen niet-financiële informatie.

  • 2. Voor de uitvoering van het onderzoek van het totstandkomingsproces van de in de jaarverantwoording opgenomen relevante niet-financiële informatie geldt een kwalitatieve tolerantie, waarbij bepalend is of afwijkingen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de minister.

4. Specifieke vereisten

  • 1. Bij de uitvoering van de controle op de rechtmatigheid van de inning en de besteding van de publieke middelen en de getrouwe weergave van de publieke middelen in de jaarverantwoording dient vastgesteld te worden dat:

    • a. de heffingen, voor zover deze volgens de relevante wet- en regelgeving door de LVNL moeten worden geïnd, zijn geïnd overeenkomstig de onder 1.2 opgenomen wet- en regelgeving en zijn getrouw weergegeven in de jaarverantwoording;

    • b. de jaarlijkse resultaten op en de eindsaldi van de bestemmingsfondsen en egalisatiereserve juist zijn bepaald en getrouw zijn weergegeven in de jaarverantwoording;

    • c. de door de LVNL namens de Staat der Nederlanden aan Eurocontrol betaalde contributies inzake Eurocontrol en MUAC voor het juiste bedrag zijn betaald en getrouw zijn weergegeven in de jaarverantwoording.

    • d. de Internal Tax, zijnde het verschil tussen de ontvangsten afkomstig van Eurocontrol voor de luchtdienstverlening boven FL 245 en de door de LVNL namens de Staat der Nederlanden aan Eurocontrol betaalde contributies inzake Eurocontrol en MUAC, is aangewend ter dekking van de kosten van de luchtvaartnavigatiedienstverlening aan de vrijgestelde vluchten en de kosten van VFR en de opbouw van de bestemmingsfondsen en route en terminal;

    • e. de jaarverantwoording is opgesteld met inachtneming van het door de minister goedgekeurde kostprijsmodel als genoemd in onderdeel 2.2.

5. In-control-statement

Beoordeling van de consistentie en de controleerbaarheid van het totstandkomingsproces van het in de jaarverantwoording opgenomen in-control-statement, waaronder de verenigbaarheid daarvan met de jaarrekening én de uitkomsten van de controlewerkzaamheden op de jaarrekening. Het onderzoek naar de kwaliteit van de bedrijfsvoering is in ieder geval gericht op de kwaliteit en de veiligheid van de dienstverlening (Regeling Kwaliteits- en veiligheidszorg), het financieel beheer, de financiële informatie, de toepassing van het kostprijsmodel en de continuïteit en de beveiliging van de geautomatiseerde systemen. Hiervoor geldt als specifieke eis dat bij het onderzoek naar de kwaliteit en veiligheid van de dienstverlening vastgesteld dient te worden dat uit de intern uitgevoerde audits blijkt dat gehandeld is overeenkomstig het intern door het bestuur vastgestelde kwaliteits- en veiligheidssysteem en de op de LVNL van toepassing verklaarde ISO-normen en dat de opzet en programmering van deze audits voldoen aan algemeen aanvaarde principes ter zake. De externe accountant kan zich hierbij baseren op oordeelsvorming van ISO-deskundigen.

6. Informatiebeveiliging

Beoordeling van de wijze van toepassing van de in artikel 41, eerste lid, van de Kaderwet bedoelde voorzieningen ter beveiliging van de gegevens van de LVNL.