Besluit stoptekens NVWA op de openbare weg en te water 2013

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2016 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 12 december 2012, nr. WJZ / 12375458, houdende het vaststellen van de stoptekens voor opsporingsambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit op de openbare weg en te water (Besluit stoptekens NVWA op de openbare weg en te water 2013)

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 24, eerste lid, van Wet op de economische delicten;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. een opsporingsambtenaar: een ambtenaar belast met de opsporing van economische delicten;

  • b. het stopteken: een ronde witte schijf waaromheen een rode rand met daarin de met witte letters de aanduidingen ‘STOP’ en ‘NVWA’ zijn geplaatst;

  • c. het autostopteken: een in of aan een door de opsporingsambtenaar gebruikte auto aangebrachte transparant waarin de aanduiding ‘STOP’ of ‘STOP NVWA’ in rode letters verlicht wordt;

  • d. de visserij-inspectievlag: de vlag, bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • e. de stop-vlag: de vlag, bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 2

Een opsporingsambtenaar van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit doet op de openbare weg de vordering tot stilhouden of doet stilhouden, omschreven in artikel 23, vierde lid, van de Wet op de economische delicten, op de navolgende wijze:

  • a. indien de opsporingsambtenaar tijdens de vordering gebruik maakt van een auto: door het autostopteken;

  • b. in de overige gevallen:

    • van een half uur vóór zonsopgang tot een half uur na zonsondergang: door het opsteken van het stopteken;

    • van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopgang: door het verticaal op en neer bewegen van een rood lichtsein dat is aangebracht in het midden van het stopteken.

Artikel 3

Een opsporingsambtenaar die zich bevindt aan boord van een vaartuig dat de visserij-inspectievlag voert, doet in wateren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel b en c, van de Visserijwet 1963, de vordering tot stilhouden, omschreven in artikel 23, vierde lid, van de Wet op de economische delicten, op de navolgende wijze:

  • a. van een half uur vóór zonsopgang tot een half uur na zonsondergang: door het hijsen van de stop-vlag al dan niet gepaard gaand met een licht- of geluidsein bestaande uit het morseteken L: .-..;

  • b. van een half uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopgang: door het geven van een licht- of geluidsein bestaande uit het morseteken L: .-..

Artikel 4

  • 1 Als visserij-inspectievlag wordt vastgesteld de wimpel als afgebeeld in figuur I van de bijlage behorend bij dit besluit, met de afmetingen a = 180 cm, b= 120 cm, en c = 60 cm bij fregatten, en van a = 120 cm, b= 180 cm, en c = 40 cm bij schepen kleiner dan een fregat.

  • 2 Als stop-vlag wordt vastgesteld de vlag als afgebeeld in figuur II van de bijlage behorend bij dit besluit, met een afmeting van 75 cm x 75 cm.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 12 december 2012

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp.