Regeling op het notarisambt

Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 11 december 2012, nr. 32952, houdende regels over het notarisambt (Regeling op het notarisambt)

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. organisatievorm: alle wijzen waarop een notaris zijn werkzaamheden heeft georganiseerd. Dit omvat de kantoororganisatie (kantoor) als ook de rechtsvorm en samenwerkingsvorm (samenwerkingsverband) met andere notarissen.

  • b. klein kantoor: een notarisorganisatie waar gedurende de laatste twee boekjaren voldaan is aan (in elk geval) twee van de volgende criteria:

    • 1. door maximaal vier (kandidaat-) notarissen wordt het ondernemingsrisico gelopen. In geval van interdisciplinaire samenwerking geldt hierop een uitzondering namelijk dat door maximaal twee (kandidaat-) notarissen met maximaal drie andere zelfstandige beroepsbeoefenaren ondernemersrisico wordt gelopen;

    • 2. de netto omzet van het kantoor is maximaal € 2.500.000,– per jaar;

    • 3. het aantal werknemers, dat bij het notariskantoor in dienst is, dan wel op grond van een overeenkomst werkzaamheden verricht, bedraagt maximaal 20 fulltime-equivalents (fte’s).

  • c. melding: een melding als bedoeld in artikel 25a van de wet;

Inhoud verslag en verklaring of mededeling en overige gegevens ten behoeve van Bureau Financieel Toezicht (artikel 24, vierde en vijfde lid, van de wet)

Artikel 2

  • 1 Het in artikel 24, vierde lid, van de wet genoemde verslag ten aanzien van de kantoorwerkzaamheden omvat de jaarrekening met de balans, de staat van baten en lasten (winst- en verliesrekening) en de toelichting daarop.

  • 2 De opstelling van de privé-vermogenspositie en de opstelling van het (belastbaar) inkomen van de notaris maken onderdeel uit van het in artikel 24, vierde lid, van de wet genoemde verslag. Indien van toepassing maken tevens de jaarrekening(en) van praktijkvennootschappen en/of buitenmaatschappelijke balansen en de praktijkresultaten, dan wel de geconsolideerde jaarrekening(en) hiervan onderdeel uit. Deze laatste(n) dienen minimaal voorzien te zijn van een samenstellingsverklaring van een accountant.

  • 3 De notaris dient er voor te zorgen dat de in het eerste lid genoemde jaarrekening is voorzien van een controleverklaring van een accountant. Indien sprake is van een klein kantoor kan worden volstaan met een beoordelingsverklaring van een accountant.

  • 4 De notaris dient er zorg voor te dragen dat het verslag als bedoeld in artikel 24, vierde lid, vergezeld gaat van een rapport van feitelijke bevindingen van een accountant betreffende:

    • a. bevindingen in het kader van de Financiële verordening van de KNB;

    • b. bevindingen in het kader van de IDS-verordening van de KNB;

    • c. bevindingen ten aanzien van de antwoorden van de notaris op relevante toezichtvragen kantoor;

    • d. bevindingen ten aanzien van de in artikel 8 bedoelde melding aan het Bureau.

Hoogte van de verschuldigde vergoeding voor indiening van een verzoek bij de Commissie toegang notariaat (artikel 8, vierde lid van de wet)

Artikel 3

De verschuldigde vergoeding voor het indienen van een verzoek op grond van artikel 8, eerste lid, van de wet bedraagt € 1.600,–.

Wijze van berekening en uitkering van de rente van de op de bijzondere rekening gestorte gelden (artikel 25, zevende lid van de wet)

Artikel 4

  • 1 De rente wordt berekend aan de hand van het rentepercentage dat in het normale economische verkeer gebruikelijk is, mede gelet op de omvang van het bedrag en de tijdsduur dat het bedrag op de bijzondere rekening(en) staat.

  • 2 De rente wordt berekend naar evenredigheid van hetgeen ten gunste van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) is gestort.

Artikel 5

  • 1 Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, wordt de aan het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) toegevoegde rente zo snel mogelijk, doch uiterlijk gelijk met het aandeel aan de rechthebbende, uitgekeerd.

  • 2 De rente over het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) wordt volledig uitgekeerd aan de rechthebbende.

Artikel 6

De eventuele kosten in verband met de renteberekening dan wel het beheer en de beschikking over de bijzondere rekening(en) mogen niet met de rente over het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening(en) worden verrekend.

Artikel 7

In afwijking van de artikelen 4 en 5 behoeft geen rente te worden vergoed in de volgende gevallen:

  • a. bij kortlopende transacties in geval van rente op tegoeden die maximaal vijf werkdagen onder het beheer van de notaris hebben gestaan;

  • b. over de overdrachtsbelasting gedurende de termijn als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Melding aan het Bureau in geval van mogelijk aanmerkelijke nadelige gevolgen voor de financiële positie van een notaris (artikel 25a van de wet)

Artikel 8

Als zich een gebeurtenis voordoet die mogelijk aanmerkelijke nadelige gevolgen voor de financiële positie van een notaris kan hebben, meldt de notaris dit volledig en onverwijld aan het Bureau.

Artikel 9

Als gebeurtenis in de zin van artikel 8 van deze regeling worden aangemerkt:

  • 1. Wijzigingen in de organisatievorm van het kantoor met gevolgen voor de continuïteit voor het kantoor.

  • 2. Langdurige buitengewone omstandigheden die de persoon van de notaris betreffen, waaronder:

    • a. afwezigheid in verband met arbeidsongeschiktheid waardoor de continuïteit gevaar kan lopen;

    • b. ontstentenis door een andere reden van persoonlijke aard al dan niet buiten de wil van de notaris, waaronder de situatie dat de notaris wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is tot het behoorlijk verrichten van zijn werkzaamheden.

  • 3. Risico’s inzake de bewaringspositie. Hieronder valt in ieder geval de aanwezigheid van een negatieve bewaringspositie.

  • 4. Gebeurtenissen die van nadelige invloed kunnen zijn op de solvabiliteit en/of liquiditeit, ten aanzien van zowel kantoor als privé. In ieder geval als sprake is van de aanwezigheid van een negatieve liquiditeits- en/of solvabiliteitspositie, ten aanzien van zowel kantoor als privé.

    En tevens in geval van:

    • a. opzegging van krediet-(faciliteiten) of betalingsregeling door de kredietverstrekker;

    • b. claims, zowel civiele, strafrechtelijke als fiscale claims/dwangsommen, disputen of geschillen van grote financiële omvang of met een impact die de stabiliteit van het kantoor mogelijk kan schaden (verzekeringsplicht);

    • c. betalingsachterstand van meer dan zes maanden na de opeisbaarheid van de vordering.

  • 5. Overige gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op de financiële positie van de organisatievorm:

    • a. omzetafhankelijkheid van een (on)middellijke opdrachtgever, dat wil zeggen dat 30% of meer van de omzet door een (on)middellijke opdrachtgever wordt gegenereerd;

    • b. een aangifte van een strafbaar feit tegen een notaris die verband houdt met zijn ambtsuitoefening;

    • c. aanwijzingen of vermoedens van fraude of malversaties met betrokkenheid van een (of meer) personen werkzaam binnen de organisatievorm.

    • d. een mededeling van een melding van een verstrekking aan de autoriteiten op grond van artikel 25, achtste of negende lid, van de wet.

Artikel 10

  • 1 Naast de in artikel 9 omschreven gebeurtenissen kan de notaris andere gebeurtenissen die aanmerkelijke nadelige gevolgen voor de (financiële) positie van een notaris kunnen hebben, aan het Bureau melden.

  • 2 Een toegevoegd notaris of kandidaat-notaris kan gebeurtenissen, bedoeld in artikel 9 en 10 eerste lid, melden aan het Bureau.

Vergoeding reis- en verblijfkosten leden en plaatsvervangend leden Kamers

Artikel 12

De leden en plaatsvervangend leden van de kamers voor het notariaat hebben per vergadering recht op vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig Reisbesluit binnenland.

Vergoeding kosten leden en plaatsvervangend leden van de Commissie toegang notariaat

Artikel 13

  • 2 Aan de voorzitter van de Commissie wordt per vergadering een vergoeding toegekend van 130% van het bedrag, bedoeld in het vorige lid.

  • 3 De voorzitter en overige leden van de Commissie ontvangen per vergadering een vergoeding voor reis- of verblijfkosten op grond van het Reisbesluit binnenland.

’s-Gravenhage, 11 december 2012

De

Staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven