Verordening bestuurlijke taken SER

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015.
Geldend van 19-01-2013 t/m 30-06-2015

Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 21 december 2012 tot delegatie van diverse bestuurlijke bevoegdheden en instelling van de Bestuurskamer en de Toezichtkamer, alsmede regelen betreffende de taken, bevoegdheden en werkwijze van deze commissies (Verordening bestuurlijke taken SER)

De Sociaal-Economische Raad;

Gelet op de artikelen 19, 35, 37, 42 en 44 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Besluit:

§ 2. Dagelijks bestuur

Artikel 2

De taken en bevoegdheden die bij of krachtens de Wet op de ondernemingsraden zijn toegekend aan de Raad worden, met uitzondering van de bevoegdheid tot het stellen van nadere regelen bij verordening, gedelegeerd aan het dagelijks bestuur.

§ 3. Bestuurskamer

Artikel 3

  • 1 Er is een Bestuurskamer.

  • 2 De leden van de Bestuurskamer worden door de Raad uit zijn midden benoemd.

  • 3 De Bestuurskamer bestaat uit negen leden, gelijkelijk verdeeld over de drie geledingen van de Raad.

  • 4 De zittingsperiode van de Bestuurskamer is gelijk aan de zittingsperiode van de Raad.

  • 5 Voor elk lid kan een plaatsvervanger worden benoemd, al dan niet uit het midden van de Raad.

  • 6 De Raad benoemt de voorzitter uit de onafhankelijke geleding van de Raad.

  • 7 Indien een besluit van de Bestuurskamer niet unaniem is, wordt dat besluit genomen bij meerderheid van stemmen, waarbij binnen elk der geledingen de stemverhoudingen gelden zoals die voortvloeien uit de ledenaantallen in de Raad. Bij besluiten genomen op grond van het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is het stemrecht voorbehouden aan de leden en plaatsvervangers uit het midden van de Raad.

Artikel 4

  • 1 De Bestuurskamer wordt belast met de voorbereiding van door de Raad uit te brengen adviezen die de taken van de Raad als bestuursorgaan betreffen.

Artikel 5

De taken en bevoegdheden die op grond van de hieronder genoemde bepalingen uit de Wet op de bedrijfsorganisatie zijn toegekend aan de Raad worden, met uitzondering van de bevoegdheid tot het maken van verordeningen, gedelegeerd aan de Bestuurskamer:

§ 4. Toezichtkamer

Artikel 7

  • 1 Er is een Toezichtkamer.

  • 2 De Toezichtkamer bestaat uit drie leden die allen deel uitmaken van de onafhankelijke geleding van de Raad. Ten minste één van de leden is lid van de Bestuurskamer.

  • 3 De zittingsperiode van de Toezichtkamer is gelijk aan de zittingsperiode van de Raad.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestuurlijke taken SER.

Deze verordening zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Den Haag, 21 december 2012

W. Draijer

voorzitter

V.C.M. Timmerhuis

algemeen secretaris