Besluit van 8 februari 2013, houdende regels betreffende toewijzing en gebruik van
frequentieruimte (Frequentiebesluit 2013)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van
21 juni 2011, nr. WJZ / 11081232;
Gelet op de artikelen 3.4, derde lid, 3.9, 3.16, eerste lid, 3.17, eerste tot en met derde lid, 3.22, vierde lid, 3.23, tweede tot en met vierde lid, 3.24, eerste lid, 3.25, eerste lid, 10.8, 13.4, 16.1 en 18.12 van de Telecommunicatiewet, artikel 1.2, tweede lid, van de Wet luchtvaart en de artikelen 19, eerste lid, en 64 van de Zeevaartbemanningswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 september 2011,
nr. W 15.11.0235/IV);
Gezien het nader rapport van de Minister van Economische Zaken van 5 februari 2013,
nr. WJZ / 12048871;
Hebben goedgevonden en verstaan: