Stcrt. 2014, 35503, datum inwerkingtreding 01-02-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.
1 De subsidie bedraagt ten hoogste de som van de volgende bedragen:
-
a. een basisbedrag van € 175.563, per kamerzetel van de politieke partij een bedrag van
€ 50.921 en per lid van de politieke partij een bedrag dat gelijk is aan € 1.922.318
gedeeld door het totale aantal leden van de politieke partijen die op de peildatum
subsidie ontvangen;
-
b. indien de politieke partij op de peildatum een politiek-wetenschappelijk instituut
heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 2, een basisbedrag van
€ 123.306 en een bedrag van € 12.674 per kamerzetel van de politieke partij;
-
c. indien de politieke partij op de peildatum een politieke jongerenorganisatie heeft
aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 3, een bedrag per kamerzetel
van de politieke partij en een bedrag per lid van de politieke jongerenorganisatie,
berekend overeenkomstig het tweede lid;
-
d. indien de politieke partij op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten
heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 4, een basisbedrag en
een bedrag per kamerzetel van de politieke partij, berekend overeenkomstig het derde
lid.
2 Het bedrag per kamerzetel, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt berekend door
€ 494.282 te delen door het totale aantal kamerzetels van de politieke partijen die
op de peildatum een politieke jongerenorganisatie hebben aangewezen. Het bedrag per
lid van de politieke jongerenorganisatie wordt berekend door € 494.282 te delen door
het totale aantal leden van alle aangewezen politieke jongerenorganisaties.
3 Het basisbedrag, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 622.712
te delen door het totale aantal politieke partijen dat op de peildatum een instelling
voor buitenlandse activiteiten heeft aangewezen. Het bedrag per kamerzetel, bedoeld
in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 896.098 te delen door het totale
aantal kamerzetels van de politieke partijen die op de peildatum een instelling voor
buitenlandse activiteiten hebben aangewezen.
Stcrt. 2015, 38178, datum inwerkingtreding 01-01-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
1 De subsidie bedraagt ten hoogste de som van de volgende bedragen:
-
a. een basisbedrag van € 173.240,82, per kamerzetel van de politieke partij een bedrag
van € 50.247,81 en per lid van de politieke partij een bedrag dat gelijk is aan € 1.896.891,33
gedeeld door het totale aantal leden van de politieke partijen die op de peildatum
subsidie ontvangen;
-
b. indien de politieke partij op de peildatum een politiek-wetenschappelijk instituut
heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 2, een basisbedrag van € 121.675,08 en een bedrag van € 12.506,55 per kamerzetel van
de politieke partij;
-
c. indien de politieke partij op de peildatum een politieke jongerenorganisatie heeft
aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 3, een bedrag per kamerzetel van de politieke partij en een bedrag per lid van de politieke
jongerenorganisatie, berekend overeenkomstig het tweede lid;
-
d. indien de politieke partij op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten
heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 4, een basisbedrag en een bedrag per kamerzetel van de politieke partij, berekend overeenkomstig
het derde lid.
2 Het bedrag per kamerzetel, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt berekend door
€ 487.744,42 te delen door het totale aantal kamerzetels van de politieke partijen
die op de peildatum een politieke jongerenorganisatie hebben aangewezen. Het bedrag
per lid van de politieke jongerenorganisatie wordt berekend door € 487.744,42 te delen
door het totale aantal leden van alle aangewezen politieke jongerenorganisaties.
3 Het basisbedrag, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 623.833
te delen door het totale aantal politieke partijen dat op de peildatum een instelling
voor buitenlandse activiteiten heeft aangewezen. Het bedrag per kamerzetel, bedoeld
in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 897.711 te delen door het totale
aantal kamerzetels van de politieke partijen die op de peildatum een instelling voor
buitenlandse activiteiten hebben aangewezen.