Bepaling van de hoogte van de boete
[Regeling vervallen per 01-07-2007]
20. Afhankelijk van de ernst van de overtreding als bedoeld in randnummers 9 tot en
met 14 wordt de boetegrondslag vermenigvuldigd met een factor.
-
- Bij een minder zware overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten hoogste
1;
-
- Bij een zware overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde van ten hoogste
2;.
-
- Bij een zeer zware overtreding wordt deze factor gesteld op een waarde tussen 1,5
en 3.
Bij een zeer zware overtreding kan de boete derhalve – nog afgezien van boeteverhogende
omstandigheden (zie hierna randnummer 27) en het bepaalde in randnummer 23 – oplopen
tot 30% van de betrokken omzet.
21. De in randnummer 20 gehanteerde bandbreedten maken het mogelijk de boete te differentiëren
naar gelang de ernst van de overtreding.
22. Gezien de economische context als bedoeld in randnummer 14, kan het in een bepaalde
geval geëigend zijn om een hogere rekenfactor toe te kennen aan een gedraging die
getypeerd wordt als een zware overtreding, dan aan een gedraging welke getypeerd wordt
als een zeer zware overtreding. De in randnummer 20 gehanteerde bandbreedten laten
een dergelijke benadering toe.
23. Uit het oogpunt van de gewenste preventieve werking kan het verkregen resultaat
worden aangepast in verband met het gewicht van de onderneming, uitgedrukt in de totale
omzet van deze onderneming in Nederland in het jaar voorafgaand aan het opmaken van
het rapport als bedoeld in artikel 59 Mw. Dit kan leiden tot een verveelvoudiging van het resultaat, dat op basis van de betrokken
omzet en de factor vastgesteld op basis van het bepaalde in randnummers 21 en 22 wordt
bereikt.
24. In geval een boete wordt opgelegd aan een ondernemersvereniging kan er uit een
oogpunt van proportionaliteit aanleiding zijn voor een bijstelling van de factor.
Hiertoe kan aanleiding bestaan indien de raad van bestuur NMa, naast de ondernemersvereniging,
individuele leden beboet.
25. Indien een rapport meerdere overtredingen betreft, kan de raad van bestuur NMa
– in plaats van elke overtreding afzonderlijk te beboeten – een boete opleggen voor
het geheel van deze overtredingen.
26. Bij de vaststelling van de boete kan de raad van bestuur NMa boeteverhogende
of boeteverlagende omstandigheden in aanmerking nemen. De raad van bestuur NMa bepaalt
in redelijkheid de mate waarin de betrokken omstandigheid leidt tot een verhoging
of verlaging van de boete. De marge welke ingevolge de in randnummer 20 gehanteerde
bandbreedte geldt voor de op te leggen boete, speelt hierbij niet langer een rol.
27. Boeteverhogende omstandigheden zijn onder meer:
-
- de omstandigheid dat een bevoegde autoriteit, waaronder de Europese Commissie of een
rechterlijke instantie, reeds eerder onherroepelijk een vergelijkbare mededingingsrechtelijke
overtreding door de onderneming heeft vastgesteld;
-
- de omstandigheid dat de betrokken onderneming tot de overtreding heeft aangezet of
een leidinggevende rol heeft gespeeld bij de uitvoering daarvan;
-
- de omstandigheid dat de betrokken onderneming gebruik heeft gemaakt van, of heeft
voorzien in, controle- of dwangmiddelen ter handhaving van de verboden gedraging;
-
- de omstandigheid dat de betrokken onderneming het NMa-onderzoek heeft belemmerd.
28. Onder meer de volgende omstandigheden kunnen resulteren in een boeteverlaging:
-
- de omstandigheid dat de betrokken onderneming verdergaande medewerking aan het onderzoek
van de NMa heeft verleend dan waartoe zij wettelijk was gehouden;
-
- de omstandigheid dat de onderneming de overtreding uit eigen beweging heeft beëindigd.
Hierbij komt meer gewicht toe aan het uit eigen beweging beëindiging van de overtreding
voordat het NMa-onderzoek is begonnen dan nadat het NMa-onderzoek is gestart.
-
- de omstandigheid dat de betrokken onderneming uit eigen beweging degene( n) aan wie
door de overtreding schade is berokkend, schadeloos heeft gesteld.