Richtsnoeren Clementie

Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009.
Geldend van 10-10-2007 t/m heden

Richtsnoeren met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van geldboeten ingevolge de artikelen 51, 56, eerste en vierde lid, 57, 62, 88 en 89 van de Mededingingswet in kartelzaken

Inleiding

  • 1. Een kartel in de zin van de Richtsnoeren Clementie (“Richtsnoeren”) is een overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrenten met als doel de mededinging te beperken met name door aan- of verkoopprijzen af te spreken, productie- of verkoopquota toe te wijzen of markten te verdelen, met inbegrip van offertevervalsing, in strijd met artikel 81 EG-Verdrag en/of artikel 6 Mededingingswet (“Mw”).

  • 2. De Richtsnoeren zijn uitvoeringsregels op grond waarvan de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (“NMa”) boetevermindering of boete-immuniteit1 (tezamen “clementie”) verleent aan een onderneming die betrokken is geweest bij een kartel en/of aan een natuurlijke persoon die in de zin van artikel 51, tweede lid, Wetboek van Strafrecht, daartoe opdracht of daaraan feitelijk leiding heeft gegeven (“Persoon”).2 Ondernemingen en/of natuurlijke personen die een beroep doen op de Richtsnoeren worden gezamenlijk aangeduid als “clementieverzoekers”.

  • 3. Het clementiebureau van de NMa (“Clementiebureau”) is belast met de toepassing van de Richtsnoeren. Het Clementiebureau is bereikbaar per telefoon op +31 70 330 17 10, per fax op +31 70 330 17 00 en per e-mail op clementie@nmanet.nl.

Procedure

  • 4. Een aspirant clementieverzoeker kan contact opnemen met het Clementiebureau om, eventueel anoniem en eventueel door tussenkomst van een gemachtigde, van gedachten te wisselen over een “hypothetisch” feitencomplex en de toepassing daarop van de Richtsnoeren.

  • 5. Alvorens een clementieverzoek in te dienen kan een aspirant clementieverzoeker telefonisch en uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, eventueel op anonieme basis, het Clementiebureau vragen of met betrekking tot een kartel boete-immuniteit zoals bedoeld in randnummer 15 beschikbaar is. Indien het Clementiebureau besluit de vraag te beantwoorden, is de advocaat bij een bevestigend antwoord verplicht op datzelfde ogenblik een clementieverzoek in te dienen.

  • 6. Een clementieverzoek kan per email, fax, post of telefoon worden ingediend door:3

    • a. een onderneming, vertegenwoordigd door iemand die bevoegd is namens haar bindende afspraken te maken; of

    • b. een Persoon, niet namens een onderneming maar uitdrukkelijk voor zichzelf; of

    • c. meerdere Personen tegelijk, niet namens een onderneming maar uitdrukkelijk voor henzelf, mits zij ten tijde van de indiening werkzaam zijn bij dezelfde onderneming betrokken bij het kartel.

  • 7. Als een onderneming een clementieverzoek indient kan een Persoon die bij haar werkzaam is in aanmerking komen voor dezelfde clementiecategorie zoals bedoeld in randnummers 15, 16 en 17 (“clementiecategorie”). Hiertoe dient de Persoon te verklaren dat hij als mede-clementieverzoeker van de onderneming wil worden aangemerkt en dient hij zelfstandig aan de clementievoorwaarden te voldoen. Indien het Clementiebureau oordeelt dat onderzoeksrisico’s zich daartegen niet verzetten is het voorgaande tevens van toepassing op een Persoon betrokken bij het kartel die op het ogenblik van het clementieverzoek van de onderneming niet meer bij haar werkzaam is.

  • 8. Meerdere Personen die een clementieverzoek zoals bedoeld in randnummer 6 sub c indienen komen in aanmerking voor dezelfde clementiecategorie, indien zij verklaren als mede-clementieverzoeker van elkaar te willen worden aangemerkt en ieder van hen zelfstandig aan de clementievoorwaarden voldoet.

  • 9. Een clementieverzoek bevat:

    • a. een verklaring (“Verklaring”) met daarin, voor zover clementieverzoeker bekend op het moment van indiening:

      • een uitdrukkelijk en onvoorwaardelijk beroep op de Richtsnoeren waarin clementieverzoeker, indien hij onderneming is, verklaart te hebben deelgenomen aan het door hem beweerde kartel en indien hij Persoon is, gemotiveerd verklaart dat hij als Persoon moet worden aangemerkt; en

      • een gedetailleerde omschrijving van het kartel waaronder de betrokken producten en/of diensten, de geografische reikwijdte, de duur, de werkwijze, de geschatte marktvolumes die door het kartel zijn getroffen, alsmede de specifieke data, locaties, inhoud van en deelnemers aan de kartelcontacten; en

      • naam en adres van clementieverzoeker, alsmede naam en adres van alle ondernemingen die aan het kartel deelnemen of deelnamen en de namen, posities, kantoorlocaties en, indien relevant, thuisadressen van alle mensen die betrokken zijn of waren bij het kartel, waaronder Personen; en

      • welke andere mededingingsautoriteiten clementieverzoeker al dan niet binnen de Europese Unie heeft benaderd of mogelijk zal benaderen met betrekking tot het kartel;

    • b. ter staving van de Verklaring een bijlage met al het overige bewijsmateriaal en een toelichting daarop, voor zover clementieverzoeker dat bewijs in bezit heeft of dat voor hem redelijkerwijs beschikbaar is op het tijdstip van indiening.

  • 10. Indien clementieverzoeker een gerechtvaardigd belang aantoont, stemt het Clementiebureau ermee in dat clementieverzoeker de Verklaring mondeling aflegt. In dat geval registreert het Clementiebureau de Verklaring en maakt daarvan een transcript.

  • 11. Een onvolledig clementieverzoek kan in aanmerking komen voor een voorbehouden rang (‘marker’) indien het naar het oordeel van het Clementiebureau een concrete basis biedt voor een redelijk vermoeden van clementieverzoekers betrokkenheid bij een kartel. Daartoe dient clementieverzoeker ten minste informatie te verschaffen met betrekking tot zijn naam en adres, de partijen bij het kartel, de betrokken producten en/of diensten, de geografische reikwijdte, de duur van het kartel, de aard van het kartelgedrag alsmede welke andere mededingingsautoriteiten clementieverzoeker al dan niet binnen de Europese Unie heeft benaderd of mogelijk zal benaderen met betrekking tot het kartel. Een voorbehouden rang biedt clementieverzoeker de mogelijkheid gedurende een door het Clementiebureau bepaalde periode zijn clementieverzoek aan te vullen en bewaart gedurende die periode zijn rang ten opzichte van eventuele andere clementieverzoekers. Bij een tijdige en volledige aanvulling wordt de informatie geacht te zijn ingediend op het tijdstip waarop het onvolledige clementieverzoek dat leidt tot een voorbehouden rang werd ingediend. Bij gebreke van een tijdige en/of volledige aanvulling wijst het Clementiebureau het clementieverzoek af.

  • 12. Het Clementiebureau aanvaardt van een onderneming een verzoek in de zin van randnummers 22 tot en met 25 van het ECN Model Clementieprogramma4 (“beknopt clementieverzoek”) indien:

    • a clementieverzoeker ten aanzien van een kartel als eerste een clementieverzoek indient; en

    • b. de Europese Commissie bij uitstek geschikt is het onderzoek naar het kartel uit te voeren zoals bedoeld in randnummer 14 van de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten (“ECN Mededeling”);5 en

    • c. de onderneming tevens een clementieverzoek bij de Europese Commissie heeft ingediend of voornemens is dat op korte termijn te doen.

  • 13. Per kartel bestaat één clementierangorde. De rang van clementieverzoeker wordt bepaald door de datum en het tijdstip van ontvangst van een volledig clementieverzoek, een beknopt clementieverzoek of een onvolledig clementieverzoek dat leidt tot een voorbehouden rang zoals bedoeld in randnummer 11. Clementietoezeggingen in de zin van randnummer 22 stellen de rangorde definitief vast.6

Volledige medewerkingsplicht

  • 14. Totdat het sanctiebesluit onherroepelijk is geworden ten aanzien van iedere betrokkene bij het kartel, dient clementieverzoeker volledig, onafgebroken en oprecht met de NMa mee te werken (“volledige medewerkingsplicht”). De volledige medewerkingsplicht omvat ten minste het volgende:

    • a. vanaf het ogenblik dat hij overweegt een clementieverzoek in te dienen onthoudt clementieverzoeker zich van iedere gedraging die het onderzoek en/of de procedure zou kunnen belemmeren, 7waaronder:

      • doen of nalaten waardoor het clementieverzoek of het voornemen om het in te dienen bekend raakt buiten de onderneming, behoudens uitdrukkelijke, andersluidende afspraak met het Clementiebureau; of

      • het vernietigen van bewijsmateriaal; en

    • b. vanaf de indiening van zijn clementieverzoek:

      • verschaft clementieverzoeker de NMa eigener beweging en op verzoek zo spoedig mogelijk alle informatie waarover hij beschikt of redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, waaronder documenten, verklaringen en alle andere bewijsmiddelen met betrekking tot het kartel; en

      • staakt clementieverzoeker onmiddellijk na het indienen van zijn verzoek iedere betrokkenheid bij het kartel, tenzij en voor zover het Clementiebureau de voortzetting daarvan redelijkerwijs noodzakelijk acht om de doeltreffendheid van bedrijfsbezoeken te waarborgen; en

      • houdt de onderneming mensen die bij haar werkzaam zijn en, voor zover redelijkerwijs mogelijk, mensen die voorheen bij haar werkzaam zijn geweest beschikbaar voor het afleggen van verklaringen.

Clementiecategorie A – Boete-immuniteit

  • 15. Het Clementiebureau zegt clementieverzoeker boete-immuniteit toe indien:

    • a. hij als eerste een clementieverzoek indient ten aanzien van een kartel waarnaar de NMa nog geen onderzoek is begonnen;8 en

    • b. hij met het clementieverzoek de NMa informatie verschaft die haar in staat stelt een onderzoek naar het kartel te beginnen; en

    • c. hij geen andere onderneming tot deelname aan het kartel heeft gedwongen; en

    • d. hij aan zijn volledige medewerkingsplicht blijft voldoen.

Clementiecategorie B – Boetevermindering van 60% tot en met 100%

  • 16. Het Clementiebureau zegt clementieverzoeker een boetevermindering van ten minste 60% en ten hoogste 100% toe indien:

    • a. hij als eerste een clementieverzoek indient ten aanzien van een kartel waarnaar de NMa een onderzoek is begonnen maar de betrokkenen bij het kartel nog geen rapport zoals bedoeld in artikel 59 Mw (“rapport”) heeft verzonden; en

    • b. zijn clementieverzoek informatie bevat met aanzienlijke additionele waarde; en

    • c. hij geen andere onderneming tot deelname aan het kartel heeft gedwongen; en

    • d. hij aan zijn volledige medewerkingsplicht blijft voldoen.

Clementiecategorie C – Boetevermindering van 10% tot en met 40%

  • 17. Het Clementiebureau zegt clementieverzoeker een boetevermindering van ten minste 10% en ten hoogste 40% toe indien:

    • a. hij als tweede of volgende een clementieverzoek indient ten aanzien van een kartel voordat het rapport aan een van de betrokkenen is verzonden, of in de zin van randnummer 15 of 16 als eerste een clementieverzoek indient ten aanzien van een kartel en een andere onderneming tot deelname aan het kartel heeft gedwongen; en

    • b. zijn clementieverzoek informatie bevat met aanzienlijke additionele waarde; en

    • c. hij aan zijn volledige medewerkingsplicht blijft voldoen.

Bepaling boetevermindering

  • 18. Het Clementiebureau bepaalt het percentage boetevermindering in clementiecategorieën B en C aan de hand van clementieverzoekers rang in de clementierangorde en de aanzienlijke additionele waarde van de informatie die clementieverzoeker in het kader van zijn clementieverzoek aan de NMa heeft verstrekt. Onder informatie met aanzienlijke additionele waarde wordt verstaan bewijsmateriaal dat aanzienlijk bijdraagt aan het vaststellen van het kartel, gezien de aard en nauwkeurigheid ervan en hetgeen op het tijdstip van verstrekking reeds aan de NMa bekend was.9

  • 19. Het Clementiebureau bepaalt het percentage boetevermindering in clementiecategorie B op 100% indien clementieverzoeker als eerste informatie aan de NMa heeft verschaft waarover zij nog niet beschikte en op basis waarvan zij het kartel kan bewijzen.

  • 20. Indien clementieverzoeker in clementiecategorie B of C in het kader van zijn clementieverzoek de NMa als eerste informatie verschaft waarover zij nog niet beschikte en die zij gebruikt om aan te tonen dat het kartel ernstiger is en/of langer heeft geduurd dan voordien aan haar bekend, zal de NMa deze informatie niet in aanmerking nemen bij het vaststellen van de boete die aan clementieverzoeker wordt opgelegd.

  • 21. Het Clementiebureau deelt clementieverzoeker in clementiecategorie B of C het percentage boetevermindering mee voordat het rapport aan hem wordt toegezonden.

Clementietoezegging

  • 22. Het Clementiebureau stelt zo spoedig mogelijk na ontvangst van een clementieverzoek dat in overeenstemming met de Richtsnoeren is ingediend een document op waarin de rechten en verplichtingen van de NMa en clementieverzoeker zijn neergelegd (“clementietoezegging”). Clementieverzoeker ondertekent de clementietoezegging.

  • 23. De NMa beslist omtrent de boete met inachtneming van de clementietoezegging mits clementieverzoeker zijn verplichtingen volledig naleeft. Bij gebreke daarvan neemt de NMa als uitgangspunt dat de clementietoezegging vervalt. In een geval voorzien in randnummer 7 of 8 wordt de naleving van de verplichtingen van iedere medeclementieverzoeker individueel beoordeeld.

  • 24. Indien de aan clementieverzoeker toegezegde clementie vervalt kan de NMa alle informatie die zij van hem heeft verkregen als bewijs gebruiken.

Vertrouwelijkheid

  • 25. De NMa zal informatie die zij verkrijgt van aspirant clementieverzoekers tijdens de contacten bedoeld in randnummer 4 en 5 of informatie die zij verkrijgt middels te goeder trouw ingediende clementieverzoeken die zij afwijst voordat de betreffende clementieverzoeker een clementietoezegging is gedaan, niet als bewijs gebruiken tenzij de verstrekker van de informatie daarin toestemt of de NMa reeds uit andere hoofde over diezelfde informatie beschikte.

  • 26. De NMa maakt voordat het rapport aan een van de betrokkenen bij het kartel wordt verzonden de hoedanigheid van clementieverzoeker niet aan derden bekend, tenzij daartoe een rechtsplicht bestaat of clementieverzoeker daarmee heeft ingestemd.

  • 27. De NMa verleent een geadresseerde van het rapport alleen toegang tot een op grond van randnummer 10 mondeling afgelegde Verklaring, mits deze en diens gemachtigde zich er schriftelijk toe verbinden daarvan geen kopie te maken en de daarin vervatte informatie uitsluitend te gebruiken in de desbetreffende bestuursrechtelijke procedure. Een mondelinge Verklaring wordt alleen overeenkomstig artikel 12 van Verordening 1/200310 uitgewisseld indien aan de voorwaarden van de ECN-Mededeling is voldaan en de door de ontvangende mededingingsautoriteit verleende bescherming tegen onthulling gelijkwaardig is aan die welke de NMa biedt.

Inwerkingtreding

  • 28. De Richtsnoeren treden in werking op de datum waarop zij in de Staatscourant worden gepubliceerd. Het Clementiebureau behandelt clementieverzoeken die na die datum worden ingediend volgens de Richtsnoeren, tenzij het Clementiebureau in het kartel waarop het clementieverzoek betrekking heeft reeds een clementieverzoek in behandeling heeft genomen. In dat geval beoordeelt het Clementiebureau het verzoek volgens de Richtsnoeren Clementietoezegging van 1 juli 2002 (Stcrt. 2002, nr. 122), zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 maart 2006 (Stcrt. 2006, nr. 63), die hierbij worden ingetrokken.

Aldus, gelet op de artikelen 51, 56, eerste en vierde lid, 57, 62, 88 en 89 Mw vastgesteld door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

Den Haag, 9 oktober 2007.

P. Kalbfleisch.

R.J.P. Jansen.

G.J.L. Zijl.

  1. Boete-immuniteit houdt in een boetevermindering van 100%. ^ [1]
  2. Een onderneming die heeft deelgenomen aan een kartel en een Persoon met betrekking tot hetzelfde kartel worden hierna tevens aangeduid als “betrokkene( n) bij het kartel”. ^ [2]
  3. Indiening per post wordt ontraden. Voor het tijdstip van ontvangst van informatie met het oog op de toepassing van de Richtsnoeren is de registratie van de NMa bepalend. ^ [3]
  4. ECN Leniency Programme, uitgevaardigd op 29 september 2006, http://ec.europa.eu/comm/competition/ ecn/model_leniency_en.pdf. ^ [4]
  5. Pb EG 2004/C 101/03. ^ [5]
  6. Ook indien bijvoorbeeld nadien blijkt dat een natuurlijk persoon ten onrechte als Persoon is gekwalificeerd. ^ [6]
  7. Dit ogenblik wordt geacht ten laatste een aanvang te nemen op het ogenblik dat clementieverzoeker op de hoogte is van enige onderzoekshandeling van een mededingingsautoriteit met betrekking tot het kartel. ^ [7]
  8. Een onderzoek begint vanaf het moment dat de NMa haar eerste vermoeden van een kartel intern schriftelijk heeft vastgelegd. ^ [8]
  9. Over het algemeen geldt dat schriftelijk bewijsmateriaal daterend van de periode waarin de feiten hebben plaatsgevonden meer waarde heeft dan later opgesteld bewijsmateriaal, bewijsmateriaal dat rechtstreeks relevant is voor de betrokken feiten meer waarde heeft dan bewijsmateriaal dat slechts zijdelings relevant is, en op zichzelf beslissend bewijsmateriaal meer waarde heeft dan bewijs zoals verklaringen die bij betwisting verder moeten worden gestaafd. ^ [9]
  10. Verordening (EG) Nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, Pb. EG 2003, L 1/1. ^ [10]