Hoofdstuk 2. De Autoriteit Consument en Markt
-
3 De Autoriteit Consument en Markt heeft tevens tot taak om, binnen het kader van de
in het tweede lid bedoelde taken, voorlichting te geven over de rechten en plichten
van consumenten. Zij maakt daarbij gebruik van een informatieloket.
-
4 Tot de taken van de Autoriteit Consument en Markt behoort het uit eigen beweging doen
van marktonderzoeken en maken van rapportages, indien dat naar haar oordeel nuttig
is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in het tweede lid.
-
5 De werkzaamheden van de Autoriteit Consument en Markt hebben tot doel het bevorderen
van goed functionerende markten, van ordelijke en transparante marktprocessen en van
een zorgvuldige behandeling van consumenten. Zij bewaakt, bevordert en beschermt daartoe
een effectieve concurrentie en een gelijk speelveld op markten en neemt belemmeringen
daarvoor weg.
-
4 In het geval van een vacature vormen de overblijvende leden, in afwijking van het
eerste lid, voor een periode van ten hoogste negen maanden nadat de vacature is ontstaan
de Autoriteit Consument en Markt, met de bevoegdheden van de voltallige Autoriteit
Consument en Markt.
-
1 Onze Minister stelt ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde taken, personeel ter beschikking van de Autoriteit Consument en Markt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met de uitvoering van
de taken, bedoeld in artikel 2, tweede lid, worden ten laste gebracht van marktorganisaties, tenzij bij wettelijk voorschrift
anders is bepaald.
-
2 De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met het uit eigen beweging
doen van marktonderzoeken en maken van rapportages, bedoeld in artikel 2, vierde lid, met de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, met het sanctioneren van overtredingen
waaronder het nemen en bekendmaken van besluiten omtrent het opleggen van bestuurlijke
sancties en bindende aanwijzingen, met werkzaamheden die uitsluitend ten behoeve van
andere overheidsorganisaties worden verricht, en met het geven van deskundige raad
aan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden niet ten laste
gebracht van marktorganisaties.
-
3 De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met het nemen en bekendmaken
van besluiten, niet zijnde beschikkingen, en het toezicht op de naleving van wettelijke
voorschriften worden niet ten laste van marktorganisaties gebracht indien:
-
a. de desbetreffende werkzaamheden niet gericht zijn op het tot stand brengen van marktordening
of er geen sprake is van een voldoende afgebakende groep marktorganisaties die van
de werkzaamheden profijt hebben, of
-
b. de baten naar verwachting niet opwegen tegen de kosten van de Autoriteit Consument
en Markt om de in de aanhef bedoelde kosten ten laste te brengen van marktorganisaties.
-
8 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat, ten behoeve
van een geleidelijke overgang naar de op basis van de voorgaande leden aan marktorganisaties
in rekening te brengen vergoedingen, gedurende een periode van ten hoogste drie jaren
na inwerkingtreding van dit artikel andere bedragen in rekening worden gebracht. Daarbij
kan gedifferentieerd worden naar marktsector.
Terugwerkende kracht
Stb. 2015, 212, datum inwerkingtreding 18-06-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
5 De systematiek volgens welke de kosten worden bepaald en ten laste worden gebracht
van marktorganisaties houdt in dat:
-
a. ten hoogste de door de Autoriteit Consument en Markt gemaakte kosten ten laste van
marktorganisaties worden gebracht,
-
b. zowel directe als indirecte kosten ten laste van marktorganisaties kunnen worden gebracht,
-
c. de kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met de uitvoering van
een taak voor een specifieke sector uitsluitend ten laste worden gebracht van marktorganisaties
in die sector, en
-
d. de kosten samenhangend met het geven van een beschikking of met de behandeling van
een aanvraag van een marktorganisatie tot het geven van een beschikking ten laste
kunnen worden gebracht van de marktorganisatie aan wie de beschikking is gericht of
die de aanvraag heeft gedaan.
-
1 Een ieder verstrekt de Autoriteit Consument en Markt desgevraagd de gegevens en inlichtingen
en verschaft haar desgevraagd inzage in de gegevens en bescheiden die redelijkerwijs
nodig zijn voor de uitvoering van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde taken.
-
3 Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding,
kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht
voortvloeit.
-
1 Gegevens of inlichtingen welke in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de
uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 2, tweede lid, zijn verkregen mogen uitsluitend worden gebruikt voor zover dat noodzakelijk is
voor de uitvoering van die taak of van enige andere taak als bedoeld in artikel 2,
tweede lid.
-
4 Verstrekking aan een bestuursorgaan, dienst, toezichthouder of andere persoon als
bedoeld in het derde lid, onder a, of aan een in het derde lid, onder b, bedoelde
buitenlandse instelling vindt uitsluitend plaats indien:
-
a. de geheimhouding van de gegevens of inlichtingen in voldoende mate is gewaarborgd,
en
-
b. voldoende is gewaarborgd dat de gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt
voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.
Onze Minister kan nadere regels vaststellen over de in artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bedoelde verstrekking van gegevens of inlichtingen van de Autoriteit Consument en
Markt aan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu en nadere regels
over de verstrekking van gegevens of inlichtingen door Onze Minister of Onze Minister
van Infrastructuur en Milieu aan de Autoriteit Consument en Markt.
-
1 In afwijking van artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen kan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu een besluit van de
Autoriteit Consument en Markt uitsluitend vernietigen indien het een besluit van algemene
strekking betreft en de vernietiging geschiedt wegens onbevoegdheid van de Autoriteit
Consument en Markt.
-
3 Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan geen besluiten vernietigen
op het gebied van energie, post, telecommunicatie en vervoer die de Autoriteit Consument
en Markt neemt op grond van het bepaalde bij of krachtens een voor een specifieke
marktsector geldende wet. Artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is op die besluiten niet van toepassing.
Indien de Autoriteit Consument en Markt bij werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering
van een wet die valt onder de verantwoordelijkheid van Onze Minister van Infrastructuur
en Milieu haar taak ernstig verwaarloost, treft Onze Minister de in artikel 23, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bedoelde voorzieningen na overleg met Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
Hoofdstuk 3a. Wijziging van andere wetten
[Red: Wijzigt de Aanbestedingswet 2012.]
[Red: Wijzigt de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.]
[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]
[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 3.]
[Red: Wijzigt de Dienstenwet.]
[Red: Wijzigt de Drinkwaterwet.]
[Red: Wijzigt de Elektriciteitswet 1998.]
[Red: Wijzigt de Gaswet.]
[Red: Wijzigt de Handelsregisterwet 2007.]
[Red: Wijzigt de Loodsenwet.]
[Red: Wijzigt de Mededingingswet.]
[Red: Wijzigt de Postwet 2009.]
[Red: Wijzigt de Scheepvaartverkeerswet.]
[Red: Wijzigt de Spoorwegwet.]
[Red: Wijzigt de Telecommunicatiewet.]
[Red: Wijzigt de Warmtewet.]
[Red: Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.]
[Red: Wijzigt de Wet handhaving consumentenbescherming.]
[Red: Wijzigt de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie.]
[Red: Wijzigt de Wet luchtvaart.]
[Red: Wijzigt de Wet marktordening gezondheidszorg.]
[Red: Wijzigt de Wet markttoezicht registerloodsen.]
[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (nadere regels omtrent
een onafhankelijk netbeheer).]
[Red: Wijzigt de Wet op het financieel toezicht.]
[Red: Wijzigt de Wet personenvervoer 2000.]
[Red: Wijzigt de Wet post BES.]
[Red: Wijzigt de Wet telecommunicatievoorzieningen BES.]
[Red: Wijzigt de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige
rechten.]
[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998, enz. (implementatie richtlijnen
en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas).]
Hoofdstuk 4. Overgangs- en samenloopbepalingen
-
2 Aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit,
het college voor de post- en telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit, worden
na inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aangemerkt als aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Autoriteit
Consument en Markt.
-
7 In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van deze wet aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel
de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden
toegerekend aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post- en
telecommunicatiemarkt of de Consumentenautoriteit, treedt de Autoriteit Consument
en Markt op dat tijdstip in de plaats van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het
college voor de post- en telecommunicatiemarkt respectievelijk de Consumentenautoriteit.
-
8 Archiefbescheiden van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college voor de post-
en telecommunicatiemarkt en de Consumentenautoriteit worden overgedragen aan de Autoriteit
Consument en Markt, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.
Op overtredingen van het bij of krachtens de Wet handhaving consumentenbescherming bepaalde, waarvoor op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming zoals die
luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 30 van deze wet, een bestuurlijke boete kon worden opgelegd, en die zijn begaan en beëindigd
voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 30 van deze wet, blijft de Wet
handhaving consumentenbescherming van toepassing zoals die luidde onmiddellijk voor
het genoemde tijdstip.
Een besluit als bedoeld in artikel 49a, eerste lid, van de Mededingingswet tot het bindend verklaren van een toezegging en de aanvraag tot het nemen van een
dergelijk besluit worden na de inwerkingtreding van artikel 12h van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt aangemerkt als een besluit onderscheidenlijk
aanvraag als bedoeld in artikel 12h, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit
Consument en Markt.
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 april 2013 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere
wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt
te houden markttoezicht (Kamerstukken 33 622) tot wet is verheven en artikel XI, onderdeel AA, van die wet in werking is getreden, blijft artikel 62 van de Mededingingswet, zoals dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van genoemd
artikel XI, onderdeel AA, van toepassing of van overeenkomstige toepassing op beschikkingen
van de Autoriteit Consument en Markt tot oplegging van een bestuurlijke boete voor
overtredingen ter zake waarvan voor de inwerkingtreding van artikel 12k van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is opgemaakt.
Indien een overtreding van een zelfstandige last of van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht is begaan en beëindigd voor de inwerkingtreding van artikel 12m, eerste en derde lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, is artikel 12m, eerste en derde
lid, niet van toepassing indien de Autoriteit Consument en Markt voor die overtredingen
onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 12m, eerste en derde
lid, geen bestuurlijke sanctie kon opleggen.
Indien voor de inwerkingtreding van artikel 12n van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt een overtreding is begaan en
beëindigd, blijft met betrekking tot de hoogte van de boete die ten hoogste kan worden
opgelegd aan een in artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde overtreder het recht gelden zoals dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip
van inwerkingtreding van genoemd artikel 12n.
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 april 2013 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere
wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt
te houden markttoezicht (Kamerstukken 33 622) tot wet is verheven en de artikelen XI, onderdeel Q, onderscheidenlijk XIV, onderdeel U, van die wet in werking zijn getreden, blijven de artikelen 63 van de Mededingingswet onderscheidenlijk 15.12 van de Telecommunicatiewet, zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de genoemde
artikelen XI, onderdeel Q, onderscheidenlijk XIV, onderdeel U, van toepassing of overeenkomstige
toepassing op beschikkingen van de Autoriteit Consument en Markt tot oplegging van
een bestuurlijke boete voor overtredingen ter zake waarvan voor de inwerkingtreding
van artikel 12p van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is opgemaakt.
Indien voor de inwerkingtreding van artikel 12s van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt van een overtreding een rapport
als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is opgemaakt ter zake van een overtreding, begaan door een marktorganisatie als bedoeld
in artikel 1, onder 2°, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, blijft met betrekking tot de
invordering vanwege insolventie van die marktorganisatie, het recht gelden zoals dat
luidde onmiddellijk voor inwerkingtreding van genoemd artikel 12s.
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de gevolgen
van de inwerkingtreding van deze wet voor zover de artikelen 42 tot en met 44 daarin niet voorzien. Deze regels gelden uiterlijk tot en met 31 december van het
kalenderjaar na dat waarin zij in werking zijn getreden. Van het vaststellen van deze
regels wordt kennis gegeven aan de beide kamers der Staten-Generaal.
[Red: Wijzigt de Elektriciteitswet 1998.]
[Red: Wijzigt de Gaswet.]
[Red: Wijzigt de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden.]
[Red: Wijzigt de Spoorwegwet.]
[Red: Wijzigt de Spoorwegwet.]
[Red: Wijzigt de Spoorwegwet.]
[Red: Wijzigt de Telecommunicatiewet.]
[Red: Wijzigt de Wet personenvervoer 2000.]
Artikel 45i
[Vervallen per 01-08-2014]