Bijlage I
[Regeling vervallen per 10-10-2007]
Clementietoezegging
Voorwaardelijke toezegging van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(hierna: raad van bestuur NMa) als bedoeld in de Richtsnoeren Clementietoezegging
tot het [niet opleggen/verminderen] van een boete die ingevolge artikel 6 Mededingingswet en/of artikel 81 EG-Verdrag juncto artikelen 56, 57 en 62 Mededingingswet (hierna: ‘Mw’) kan worden opgelegd wegens de deelname aan kartelactiviteiten. Deze
toezegging is voorwaardelijk in die zin dat zij afhankelijk is van de vervulling door
[volledige naam onderneming, met statutaire vestigingsplaats (hierna: [naam onderneming])]
van de voorwaarden zoals hieronder geformuleerd.
1. Op [datum] om [ ] uur heeft het clementiebureau van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(hierna: ‘NMa’) van [naam perso(o)n(en)] handelend als rechtsgeldig vertegenwoordiger
van [naam onderneming] een kennisgeving ontvangen van betrokkenheid van [naam onderneming]
bij een mogelijke overtreding van artikel 6 Mw en/of artikel 81 EG-verdrag.
2. Een omschrijving van de feiten die de mogelijke overtreding uitmaken is aan deze
voorwaardelijke toezegging gehecht en maakt daarvan deel uit. Het aldus omschreven
feitencomplex wordt hierna aangeduid als: de overtreding.
3. [Naam clementiefunctionaris] handelend in zijn functie van clementiefunctionaris
ten behoeve van het clementiebureau heeft vastgesteld dat [naam onderneming] [wel/niet]
conform de Richtsnoeren Clementietoezegging als eerste kennis heeft gegeven van de
overtreding.
4. [Naam clementiefunctionaris] heeft vastgesteld dat de NMa [wel/niet] voorafgaand
aan de kennisgeving door [naam onderneming] een onderzoek naar de overtreding was
gestart.
5. [Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers 5 of 6 van
de Richtsnoeren Clementietoezegging:] [Naam onderneming] heeft verklaard geen andere
onderneming tot deelname aan de overtreding te hebben gedwongen.
6. Aan [naam onderneming] wordt door de raad van bestuur NMa toegezegd dat indien
aan de voorwaarden, zoals hieronder onder randnummer 7 genoemd, wordt voldaan, [aan
haar ter zake van de overtreding geen boete wordt opgelegd/ op de boete die haar ter
zake van de overtreding kan worden opgelegd, een reductie als bedoeld in randnummer
6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging wordt toegepast van [ ]%/ op de boete die
haar ter zake van de overtreding kan worden opgelegd, een reductie als bedoeld in
randnummer 7 van de Richtsnoeren Clementietoezegging wordt toegepast van tenminste
10%].
7. [Naam onderneming] verklaart de volgende verplichtingen op zich te nemen:
-
a. [Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers 5 of 6 van de
Richtsnoeren Clementietoezegging: [Naam onderneming] verschaft de NMa tot de vaststelling
van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie, documenten en andere bewijsmiddelen met betrekking tot de overtreding,
zodra zij daarover de beschikking heeft, krijgt of kan krijgen;]
-
b. [Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers 5 of 6 van de
Richtsnoeren Clementietoezegging: [Naam onderneming] verleent de NMa tot de vaststelling
van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw volledige medewerking voor zover dit redelijkerwijs van de onderneming verlangd kan
worden, waaronder het afleggen van verklaringen door leidinggevenden, werknemers,
alsmede organen van de rechtspersoon; ]
-
c. [Naam onderneming] onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals
bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.
8. De inhoud van deze voorwaardelijke toezegging wordt, totdat een rapport in de zin
van artikel 59 Mw is opgemaakt, niet door de raad van bestuur NMa of door diegene die hem bijstaan,
door [naam onderneming] of een van de bij haar betrokkenen openbaar gemaakt, tenzij
daartoe een rechtsplicht bestaat, dan wel het bepaalde hieronder in randnummer 9 van
toepassing is, dan wel er overeenstemming ter zake is bereikt tussen de raad van bestuur
NMa en [naam onderneming].
9. Indien [naam onderneming] daarom verzoekt, zal de raad van bestuur NMa andere mededingingsautoriteiten
ervan in kennis stellen dat de onderhavige toezegging is gedaan.
10. Deze toezegging vervalt wanneer naar het oordeel van de raad van bestuur NMa [naam
onderneming] niet aan de hiervoor geformuleerde voorwaarden heeft voldaan, [alleen
op te nemen ingeval hierboven randnummer 5 is opgenomen: en/ of in strijd met de waarheid
heeft verklaard geen andere onderneming tot deelname aan de overtreding te hebben
gedwongen]. In een voorkomend geval kan de raad van bestuur NMa alle informatie die
ter beschikking is gesteld mede gebruiken in procedures op grond van de Mw gericht tegen [naam onderneming].
Datum:
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,
voor deze,
Clementiefunctionaris bij het clementiebureau
[Naam onderneming] aanvaardt deze toezegging en verbindt zich de daaraan gestelde
voorwaarden na te leven.
Namens [naam onderneming],
naam/[functie], rechtsgeldig vertegenwoordiger van [naam onderneming] naam/gemachtigde
Bijlage II
[Regeling vervallen per 10-10-2007]
Uit de Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk
van mededingingsautoriteiten (Pb EU 2004, C 101): punten 37 tot en met 42 en 72, en
de bijlage bij deze Mededeling.
‘[ ... ]
2.3.3 Positie van degenen die een beroep doen op een clementieregeling
37. De Commissie is van oordeel dat het in het belang van de Gemeenschap is om ondernemingen die met haar samenwerken
bij het onderzoek naar kartelinbreuken, een gunstige behandeling te verlenen. Een
aantal lidstaten heeft eveneens een clementieregeling ingevoerd voor kartelonderzoeken. Het doel van deze clementieregelingen is om de
opsporing door de mededingingsautoriteiten van kartelafspraken te vergemakkelijken
en daardoor tevens de deelname aan onwettige kartels te ontmoedigen.
38. Bij gebreke aan een voor de hele Europese Unie geldend systeem van volledig geharmoniseerde
clementieregelingen, mag een verzoek aan een bepaalde autoriteit om toepassing van
de clementieregeling niet worden beschouwd als een clementieverzoek aan enige andere
autoriteit. Het is derhalve in het belang van de aanvrager om een clementieverzoek
in te dienen bij alle mededingingsautoriteiten die bevoegd zijn om artikel 81 van
het Verdrag toe te passen op het grondgebied waar de inbreuk van invloed is, en die
geschikt kunnen worden bevonden om op te treden tegen de onderhavige inbreuk. Aangezien het tijdstip van het beroep op de regeling van groot belang is bij de meeste
bestaande clementieregelingen, dienen de aanvragers ook te overwegen of het dienstig
is om aanvragen voor toepassing van de clementieregeling bij alle betrokken autoriteiten
gelijktijdig in te dienen. Het is aan de aanvrager om de stappen te nemen die hij
nodig acht om zijn positie te beschermen met het oog op mogelijke procedures van deze
autoriteiten.
39. Net als voor alle gevallen waarin de artikelen 81 en 82 van het Verdrag worden
toegepast, dient een NMA die een zaak behandelt welke is ingeleid naar aanleiding
van een beroep op de clementieregeling, de Commissie hiervan in kennis te stellen
en de inlichtingen tevens ter beschikking te stellen van de andere leden van het netwerk
overeenkomstig artikel 11, lid 3 van de verordening van de Raad (zie punt 16 e.v.).
De Commissie heeft krachtens artikel 11, lid 2, van de verordening van de Raad een
soortgelijke verplichting aanvaard om de NMA’s in te lichten. In dergelijke gevallen
zullen de inlichtingen die aan het netwerk zijn verstrekt krachtens artikel 11, niet
door de andere leden van het netwerk worden gebruikt als uitgangspunt voor een eigen
onderzoek op grond van de mededingingsregels van het Verdrag of, in het geval van
de NMA’s, op grond van hun nationale mededingingswetgeving of andere wetgeving. Dit doet niets af aan de bevoegdheid van de autoriteit om een onderzoek in te stellen
op basis van informatie uit andere bronnen of, onder voorbehoud van het bepaalde in
de hiernavolgende punten 40 en 41, overeenkomstig artikel 12 van de verordening van
de Raad bij enig ander lid van het netwerk, met inbegrip van het lid waarbij het verzoek
om toepassing van de clementieregeling werd ingediend, informatie op te vragen, te
verkrijgen en te gebruiken.
40. Onder voorbehoud van het bepaalde in punt 41, zal de informatie die vrijwillig
is verstrekt door de aanvrager van clementie, alleen met de toestemming van de aanvrager
worden toegezonden aan een ander lid van het netwerk overeenkomstig artikel 12 van
de verordening van de Raad. Evenzo zal andere informatie die is verkregen tijdens
of naar aanleiding van een inspectie of via of naar aanleiding van enig andere onderzoeksmaatregel
die hoe dan ook alleen kon worden uitgevoerd dankzij de clementieaanvraag, alleen
overeenkomstig artikel 12 van de verordening van de Raad aan een andere autoriteit
worden verstrekt indien de aanvrager heeft ingestemd met de overdracht aan die autoriteit
van informatie die hij vrijwillig heeft verstrekt in zijn clementieaanvraag. De leden
van het netwerk zullen de aanvragers aanmoedigen een dergelijke toestemming te geven,
vooral voor de overdracht aan autoriteiten waarbij de aanvrager een beroep op clementie
zou kunnen doen. Wanneer de aanvrager eenmaal zijn toestemming heeft gegeven voor
de overdracht van informatie aan een andere autoriteit, kan deze toestemming niet
meer worden ingetrokken. Deze bepaling doet evenwel niets af aan de verantwoordelijkheid
van elke aanvrager om bij elke autoriteit waarvoor zulks dienstig lijkt, een aanvraag
voor toepassing van de clementieregeling in te dienen.
41. Niettegenstaande het voorgaande is de toestemming van de aanvrager voor de overdracht
van informatie aan een andere autoriteit overeenkomstig artikel 12 van de verordening
van de Raad niet vereist in de volgende gevallen:
(1) Er is geen toestemming vereist indien de ontvangende autoriteit ook een clementieaanvraag
voor dezelfde inbreuk van dezelfde aanvrager heeft ontvangen als de toezendende autoriteit,
op voorwaarde dat op het tijdstip van de overdracht van de informatie er voor de aanvrager
geen mogelijkheid bestaat om de informatie die hij aan die ontvangende autoriteit
heeft voorgelegd, terug te trekken.
(2) Er is geen toestemming vereist indien de ontvangende autoriteit een schriftelijke
toezegging heeft verstrekt dat noch de informatie die aan haar is toegezonden, noch
enig andere informatie die zij zou verkrijgen na de datum en het tijdstip van de toezending
zoals genoteerd door de toezendende autoriteit, door haar of door enig andere autoriteit
waaraan de informatie vervolgens wordt toegezonden, zal worden gebruikt om sancties
op te leggen:
(a) aan de aanvrager voor toepassing van de clementieregeling;
(b) aan ieder ander rechtspersoon of natuurlijke persoon die onder de gunstige behandeling
valt die door de toezendende autoriteit wordt geboden naar aanleiding van het beroep
dat door de aanvrager is gedaan op de clementieregeling;
(c) aan iedere werknemer of voormalige werknemer van een van de natuurlijke of rechtspersonen
die onder a) of b) vallen. Aan de aanvrager zal een kopie van de schriftelijke verbintenis
van de ontvangende autoriteit worden verstrekt.
(3) Indien informatie wordt verzameld door een lid van het netwerk overeenkomstig
artikel 22, lid 1, van de verordening van de Raad namens en voor rekening van het
lid van het netwerk waarbij de clementieaanvraag is ingediend, is geen toestemming
vereist voor de overdracht van dergelijke informatie aan, en het gebruik daarvan door,
het lid van het netwerk waarbij de aanvraag was ingediend.
42. Informatie aangaande zaken die als het gevolg van een clementieverzoek zijn ingeleid
en die aan de Commissie is overgelegd krachtens artikel 11, lid 3, van de verordening
van de Raad, zal enkel ter beschikking worden gesteld van de NMA’s die zich ertoe hebben verbonden
de hierboven uiteengezette beginselen in acht te nemen (zie ook punt 72). Dit geldt
ook wanneer de zaak door de Commissie is ingeleid ingevolge een bij de Commissie ingediend
clementieverzoek. Dit doet niet af aan de bevoegdheid van elke autoriteit om overeenkomstig
artikel 12 van de verordening van de Raad informatie te ontvangen, evenwel op voorwaarde
dat de bepalingen van de punten 40 en 41 worden gerespecteerd.
[…]
6. Verklaring van de andere leden van het netwerk
[Regeling vervallen per 10-10-2007]
72. Ook de mededingingsautoriteiten van de lidstaten die een verklaring in de vorm
van de bijlage bij deze mededeling hebben ondertekend, zullen zich aan de in deze
mededeling vervatte beginselen houden. Hierin nemen zij nota van de beginselen van
deze mededeling, met inbegrip van de beginselen betreffende de bescherming van degenen
die een beroep doen op een clementieregeling, en verklaren zij zich hieraan te zullen houden. Een lijst van deze autoriteiten
wordt op de website van de Europese Commissie gepubliceerd en zo nodig bijgewerkt.
Bijlage
[Regeling vervallen per 10-10-2007]
Verklaring inzake de mededeling van de commissie betreffende de samenwerking binnen
het netwerk van mededingingsautoriteiten
Met het oog op een nauwe samenwerking ter bescherming van de mededinging binnen de
Europese Unie in het belang van de consumenten,
(1) onderschrijft de ondertekenende mededingingsautoriteit de beginselen die vervat
zijn in de mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk
van mededingingsautoriteiten, en
(2) verklaart zij zich aan deze beginselen te zullen houden, met inbegrip van de
beginselen betreffende de bescherming van degenen die een beroep doen op een clementieregeling,
in elk geval waarin zij optreedt of kan optreden en waarop deze beginselen van toepassing
zijn.
(plaats), (datum)’