Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3 van de Gaswet

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 18-01-2006 t/m 31-03-2013

Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3 van de Gaswet

Zaaknummer: 101903-59

In de Gaswet is bepaald dat Gasunie Trade & Supply tegen redelijke tarieven en voorwaarden flexibiliteitsdiensten aan moet bieden aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voor uitvoering van diens taak, als neergelegd in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet. Ten aanzien van het toezicht op de redelijkheid van deze tarieven en voorwaarden komt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, gelet op artikel 10a, lid 3 en artikel 35 van de Gaswet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, tot het volgende besluit:

Eerste afdeling – Algemeen

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. de Raad: de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet;

  • b. Gasunie Trade & Supply B.V. (hierna: Gasunie Trade & Supply): de in artikel 53 van de Gaswet genoemde vennootschap;

  • c. Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS): de in artikel 2, lid 2 van de Gaswet genoemde vennootschap, aangewezen als netbeheerder van het landelijk gastransportnet;

  • d. Flexibiliteitsdiensten: diensten als genoemd in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet;

  • e. Methodebesluit: het methodebesluit flexibiliteitsdiensten GTS, als vastgesteld op 5 december 2005 (met kenmerk 101903/54);

  • f. Tarieven: de tarieven waarmee Gasunie Trade & Supply het in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet genoemde aanbod doet;

  • g. Voorwaarden: de voorwaarden waaronder Gasunie Trade & Supply het in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet genoemde aanbod doet;

  • h. Volume: de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter uitvoering van zijn wettelijke taken benodigde hoeveelheden gas in de door hem gevraagde hoeveelheden, zoals omschreven in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet.

Tweede afdeling – Tarieven en voorwaarden

Artikel 2. – Tarieven

  • 1 Een tarief kan als onredelijk worden beschouwd als het te hoog of te laag is. De Raad maakt bij de beoordeling van de tarieven gebruik van een ‘bandbreedte’ waarbinnen de Raad de tarieven als redelijk beschouwt. Bij het vaststellen van deze bandbreedte neemt de Raad in ieder geval de volgende elementen in ogenschouw:

    • de prijzen van flexibiliteitsdiensten uit (lopende) investeringen in alternatieve flexibiliteitsbronnen binnen de relevante markt(en);

    • de prijzen van flexibiliteitsdiensten van alternatieve aanbieders, niet zijnde Gasunie Trade & Supply, die aan GTS worden aangeboden; en

    • de marktprijzen van alternatieve flexibiliteitsdiensten binnen de relevante markt(en).

  • 2

De Raad hanteert een (voorzichtigheids) marge bij toepassing van de bandbreedte.

Artikel 3. – Voorwaarden

  • 1 De Raad zal bij de beoordeling van de redelijkheid van de voorwaarden de volgende criteria hanteren. De voorwaarden dienen in ieder geval:

    • transparant te zijn;

    • de ontwikkeling van de gasmarkt niet in de weg te staan;

    • daadwerkelijke mededinging niet in de weg te staan; en

    • een doeltreffende marktwerking niet in de weg te staan.

  • 2 De tijdstippen waarop flexibiliteitsdiensten aan GTS worden geleverd, dienen aan te sluiten op de tijdstippen (procedure) die in het methodebesluit aan GTS zijn opgelegd.

Artikel 4. – Volume

  • 1 De Raad hanteert de volgende uitgangspunten bij de beoordeling van de door Gasunie Trade & Supply aangeboden hoeveelheid flexibiliteitsdiensten:

    • Bij het aanbod tot levering van gas voor de duur van een geheel jaar dient Gasunie Trade & Supply in beginsel aan de volledige vraag van GTS te voldoen, voorzover daar betalingsverplichtingen van shippers aan GTS tegenover staan;

    • Bij het aanbod tot levering van gas voor het eerste kwartaal van ieder jaar dient Gasunie Trade & Supply in beginsel aan de volledige vraag van GTS te voldoen, voorzover daar betalingsverplichtingen van shippers aan GTS tegenover staan;

    • Met betrekking tot het tweede, derde en vierde kwartaal vindt de Raad het redelijk dat Gasunie Trade & Supply minimaal flexibiliteitsdiensten reserveert ter grootte van de totale door GTS gecontracteerde hoeveelheid voor het eerste kwartaal. Zodra shippers betalingsverplichtingen aangaan bij GTS, vervalt de reserveringsplicht van Gasunie Trade & Supply voor eventueel teveel gereserveerde capaciteit.

  • 2 Gasunie Trade & Supply kan afwijken van de door GTS gevraagde hoeveelheden als zij als gevolg van redelijkerwijs niet aan haar toe te rekenen omstandigheden niet in staat is om in het gevraagde aanbod te voorzien.

Derde afdeling – Beoordeling door de raad

Artikel 5

  • 1 De Raad zal Gasunie Trade & Supply verzoeken ten behoeve van de beoordeling van de redelijkheid van de tarieven en voorwaarden ieder kwartaal, binnen een maand nadat flexibiliteitsdiensten zijn geleverd aan GTS, een overzicht, inclusief onderbouwing, aan de Raad te verstrekken waarin ten minste is opgenomen: het aan GTS gedane aanbod (volume), het daadwerkelijk verkochte volume, het tarief (prijs) alsmede de elementen waarop het tarief is gebaseerd en de gehanteerde voorwaarden.

  • 2 Tevens zal de Raad Gasunie Trade & Supply verzoeken gegevens te verstrekken ten aanzien van verkoop aan andere partijen dan GTS, in geval er sprake is van een afwijking van de vraag van GTS als genoemd in artikel 4, lid 2 of een andere omstandigheid die daartoe aanleiding geeft.

  • 3 De Raad kan, indien hij dat nodig acht, verzoeken om een goedkeurende accountantsverklaring ten aanzien van de in dit artikel bedoelde informatie.

Artikel 6. – Procedure

De Raad zal aan de hand van de door Gasunie Trade & Supply en andere partijen verstrekte informatie beoordelen of voldaan wordt aan de in artikel 10a, lid 3 van de Gaswet neergelegde verplichting.

Vierde afdeling – Slotbepalingen

Artikel 7

  • 1 Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3 van de Gaswet.

  • 2 Deze beleidsregel treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en geldt voor de periode gedurende welke GTS de taak, bedoeld in artikel 10a, lid 1 sub d van de Gaswet dient uit te voeren.

  • 3 Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

  • 4 De Raad zal deze beleidsregel na afloop van 2006 evalueren.

Den Haag, 12 januari 2006.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingautoriteit:

P. Kalbfleisch,

voorzitter van de Raad van Bestuur;

R.J.P. Jansen,

lid van de Raad van Bestuur;

G.J.L. Zijl,

lid van de Raad van Bestuur.