Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen

Geraadpleegd op 28-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2013 en zichtdatum 25-11-2024.
Geldend van 01-04-2013 t/m 30-09-2014

Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

Gelet op artikel 41b, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikelen 81b, tweede lid en 82, tiende lid, van de Gaswet, alsmede gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

Eerste afdeling. – Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Tweede afdeling. – Kennisgeving realisering en activering investering

Artikel 2. Kennisgeving

  • a. De ACM stelt voor het doen van een kennisgeving een formulier, met daarbij een invulinstructie, beschikbaar.

  • b. De ACM neemt de doelmatige kosten van een investering in aanmerking bij de vaststelling van de tarieven van het eerstvolgende jaar, als de kennisgeving van de realisatie en activering van die investering voorafgaand aan of uiterlijk bij de indiening van het tariefvoorstel aan de ACM is gedaan.

Derde afdeling. – Wijze van beoordelen van de doelmatigheid

Artikel 3

  • a. De doelmatige kosten van een investering worden bepaald door toepassing van een globale beoordeling of van een integrale beoordeling van de investeringsuitgaven.

  • b. Een integrale beoordeling wordt toegepast indien, naar de verwachting van de ACM, de betreffende investering vooralsnog voor onbepaalde tijd niet via de geldende reguleringssystematiek zal worden beoordeeld op doelmatigheid.

  • c. Een globale beoordeling wordt toegepast indien geen sprake is van een situatie als bedoeld onder b.

Vierde afdeling. – Globale beoordeling

Artikel 4

De ACM beoordeelt, door toepassing van de artikelen 5 tot en met 7, de kosten van een investering als doelmatig, indien en voor zover:

  • het doel van de investering is gerealiseerd,

  • de investeringsuitgaven bijdragen aan de realisatie van het doel zoals vastgelegd in het voornemen, en

  • de operationele kosten voldoende zijn onderbouwd en voldoende aannemelijk is gemaakt dat deze kosten voortvloeien uit de investering.

Artikel 5

  • a. De ACM stelt vast of het doel van een investering is gerealiseerd zoals vastgelegd in het voornemen.

  • b. Indien het doel van een investering niet is gerealiseerd, beoordeelt de ACM de kosten van die investering als niet-doelmatig.

  • c. Indien het doel van een investering slechts gedeeltelijk is gerealiseerd, beoordeelt de ACM ten hoogste de kosten die samenhangen met de investeringsuitgaven die betrekking hebben op het gerealiseerde doel als doelmatig.

  • d. Indien het doel van een investering geheel of slechts gedeeltelijk is gerealiseerd, zet de ACM de beoordeling van de doelmatigheid voort in overeenstemming met artikel 6 van deze beleidsregel.

Artikel 6

  • a. De ACM stelt vast of de investeringsuitgaven in overeenstemming zijn met de begrote investeringsuitgaven ten tijde van het voornemen.

  • b. Indien de investeringsuitgaven ten hoogste 10 procent afwijken van de begrote investeringsuitgaven, neemt de ACM de investeringsuitgaven als basis voor de bepaling van de doelmatige kosten die zij in aanmerking neemt bij het vaststellen van de transporttarieven.

  • c. Indien de investeringsuitgaven meer dan 10 procent afwijken van de begrote investeringsuitgaven stelt de ACM een onderzoek naar deze afwijking in. Indien en voor zover uit het onderzoek blijkt dat de afwijkingen van de begroting verklaarbaar en aanvaardbaar zijn, neemt de ACM de investeringsuitgaven als basis voor de bepaling van de doelmatige kosten die zij in aanmerking neemt bij het vaststellen van de transporttarieven. Indien en voor zover uit het onderzoek niet blijkt dat de afwijkingen van de begroting verklaarbaar en aanvaardbaar zijn, neemt de ACM de begrote investeringsuitgaven, tot een maximum van de investeringsuitgaven, als basis voor de bepaling van de doelmatige kosten die zij in aanmerking neemt bij het vaststellen van de transporttarieven.

  • d. Als onderdeel van het onderzoek als bedoeld onder c, kan de ACM een contrabegroting opstellen of doen opstellen. Deze contrabegroting kan zowel de gehele investering betreffen als beperkt blijven tot één of meer onderdelen daarvan.

Artikel 7

  • a. De ACM beoordeelt of de netbeheerder de doelmatigheid van de operationele kosten van de investering voldoende heeftonderbouwd enof zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze kosten voortvloeien uit de investering.

  • b. Indien en voor zover de ACM de onderbouwing als bedoeld onder a als toereikend kwalificeert, neemt de ACM de doelmatige operationele kosten in aanmerking bij het vaststellen van de transporttarieven.

  • c. Indien de ACM de onderbouwing als bedoeld onder a als niet-toereikend kwalificeert, beoordeelt de ACM de operationele kosten als niet-doelmatigen neemt zij deze kosten niet in aanmerking bij het vaststellen van de tarieven.

Vijfde afdeling. – Integrale beoordeling

Artikel 8

De ACM beoordeelt, door overeenkomstige toepassing van de artikelen 5 en 7 en toepassing van de artikelen 9 en 10, de kosten van een investering als doelmatig, indien en voor zover:

  • het doel van de investering is gerealiseerd,

  • de investeringsuitgaven bijdragen aan de realisatie van het doel zoals vastgelegd in het voornemen, en

  • de operationele kosten voldoende zijn onderbouwd en voldoende aannemelijk is gemaakt dat deze kosten voortvloeien uit de investering.

Artikel 9

  • a. De ACM onderzoekt of de kosten van een investering doelmatig zijn door beoordeling van de investeringsuitgaven. De begrote investeringsuitgaven ten tijde van het voornemen zijn daarbij het uitgangspunt.

  • b. Indien de uitkomsten van het onderzoek daartoe aanleiding geven, kan de ACM een contrabegroting opstellen of doen opstellen. Deze contrabegroting kan zowel de gehele investering betreffen als beperkt blijven tot één of meer onderdelen daarvan.

  • c. Het onderzoek als bedoeld onder a, kan mede inhouden of de investering is gerealiseerd met toepassing van een deugdelijke externe aanbestedingsprocedure.

  • d. Indien een investering volledig of voor een deel is gerealiseerd zonder gebruik te maken van een externe aanbestedingsprocedure als bedoeld onder c, beoordeelt de ACM of dit op rechtmatige gronden is gebeurd.

  • e. Indien een investering volledig of voor een deel is gerealiseerd zonder gebruik te maken van een externe aanbestedingsprocedure als bedoeld onder c, onderzoekt de ACM of de netbeheerder interne projectprocedures heeft toegepast en of deze toereikend zijn.

Artikel 10

Indien en voor zover de kosten van de investering op grond van het onderzoek als bedoeld in artikel 9, sub a, als doelmatige kosten van de investering worden aangemerkt, neemt de ACM deze doelmatige kosten in aanmerking bij het vaststellen van de jaarlijkse transporttarieven.

Zesde afdeling. – Slotbepalingen

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • a. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel VII, onderdeel H, derde lid, artikel X, onderdeel O, derde lid, en artikel Q, tweede lid, van de wet tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie naar aanleiding van de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten in werking is getreden.

  • b. Deze beleidsregel wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 27 december 2011

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

namens deze:

C.A. Fonteijn