Erfbelasting, partnerregeling voor mantelzorgers

[Regeling treedt (deels) in werking per 05-06-2013 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-10-2012.
Geldend van 01-01-2010 t/m 04-06-2013

Erfbelasting, partnerregeling voor mantelzorgers

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een goedkeuring voor de toepassing van de partnerregeling voor mantelzorgers voor de erfbelasting voor de jaren 2010 en 2011. In plaats van de eis dat de verzorger een mantelzorgcompliment heeft genoten in verband met in het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van overlijden aan de erflater verleende zorg, is voldoende dat de erflater op het tijdstip van zijn overlijden een CIZ-indicatie voor extramurale hulp had.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

1. Inleiding

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De partnerregeling voor de erfbelasting voor mantelzorgers is ingevoerd per 1 januari 2010. Het betreft een uitzondering op de regel dat bloedverwanten in de rechte lijn geen partners van elkaar kunnen zijn voor de heffing van erf- en schenkbelasting. De uitzondering geldt uitsluitend voor bloedverwanten in de eerste graad. Om in aanmerking te komen voor de partnerregeling moet een bloedverwant in de eerste graad onder meer een mantelzorgcompliment hebben ontvangen over het jaar vóór het overlijden van de erflater in verband met in dat voorafgaande jaar verleende zorg aan de erflater. Een mantelzorgcompliment kan worden verstrekt als er een CIZ-indicatie voor extramurale zorg (thuiszorg) is verleend. Bij een indicatie voor intramurale zorg komt men niet in aanmerking voor een mantelzorgcompliment. Op grond van de wettelijke bepalingen heeft een bloedverwant in de eerste graad zonder mantelzorgcompliment geen recht op een partnervrijstelling.

Rechtbank Arnhem heeft op 28 februari 2013, nr. AWB 12/2636, LJN: BZ2247, geoordeeld dat het vereiste van een mantelzorgcompliment in een geval waarin de erflater in 2010 is overleden, terwijl in 2009 geen mantelzorgcompliment is ontvangen maar daarop materieel gezien wel aanspraak had kunnen worden gemaakt, een disproportionele inbreuk vormt op het eigendomsrecht als bedoeld in artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. Deze uitspraak heeft mij aanleiding gegeven om overgangsrecht te treffen.1 Dit overgangsrecht geldt voor overlijdens in de jaren 2010 en 2011 en betekent dat voor de partnerregeling voor mantelzorgers de verzorgende bloedverwant in de eerste graad geen mantelzorgcompliment hoeft te hebben genoten. In plaats van een mantelzorgcompliment is voor die jaren voldoende dat de erflater op het tijdstip van zijn overlijden een CIZ-indicatie voor extramurale zorg had.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

1.1. Lijst van afkortingen

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

2. Goedkeuring voor de jaren 2010 en 2011

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Goedkeuring

Ik keur goed dat bij een overlijden in 2010 of 2011 voor de uitzondering van artikel 1a, zevende lid (voor 2010), respectievelijk vierde lid (voor 2011) van de Successiewet de eis van een mantelzorgcompliment niet geldt als de erflater op het tijdstip van zijn overlijden een formele CIZ-indicatie heeft voor extramurale zorg.

Toelichting

De goedkeuring geldt alleen voor de eis van een mantelzorgcompliment. Aan de overige eisen van artikel 1a van de Successiewet moet zijn voldaan.

Voor het overgangsrecht geldt de eis van het bestaan van een formele CIZ-indicatie, dat wil zeggen: de CIZ-indicatie moet daadwerkelijk zijn toegekend. Immers een mantelzorgcompliment kan ook alleen toegekend worden als er een formele CIZ-indicatie is afgegeven.

Voor het overgangsrecht moet er op het moment van overlijden een CIZ-indicatie voor extramurale zorg zijn. Er hoeft dan dus geen mantelzorgcompliment over het jaar van overlijden te zijn verleend. Ook hoeft er geen CIZ-indicatie te zijn over het jaar voorafgaand aan het overlijden.

De eis van het bestaan van een formele CIZ-indicatie betekent dat het niet voldoende is dat de CIZ-indicatie niet is aangevraagd maar de erflater mogelijkerwijs materieel gezien hierop aanspraak had kunnen maken. Ik zie geen aanleiding om af te wijken van de eis van een CIZ-indicatie voor extramurale zorg, nu deze indicatie een objectieve voorwaarde is voor de toekenning van een mantelzorgcompliment.

Ik heb bij de goedkeuring overwogen dat de regelgeving voor 2010 in 2009 nog niet bekend was en men daar in 2009 dus nog geen rekening mee kon houden. Voorts is gebleken dat de informatievoorziening over het mantelzorgcompliment en de daaraan gekoppelde partnerregeling in de erfbelasting in 2010 niet optimaal is geweest. Om die reden geldt de goedkeuring ook voor overlijdens in het jaar 2011. Hiermee wordt ook aangesloten bij het in de jaren 2010 en 2011 geldende overgangsrecht voor het partnerbegrip in de Successiewet.2

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

3. Inwerkingtreding

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Stcrt. 2013, 14644, datum inwerkingtreding 05-06-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 28 mei 2013

De

Staatssecretaris

van Financiën,

F.H.H. Weekers

  1. Dit betekent niet dat ik de overwegingen van de rechtbank tot de mijne maak. ^ [1]
  2. Artikel XII, eerste lid, van het Overgangsrecht Vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956 (Stb. 2009, nr. 564). ^ [2]