Wijzigingswet Wet op het financieel toezicht, enz. (implementatie richtlijn 2011/61/EU)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2015 en zichtdatum 11-11-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Wet van 12 juni 2013 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174) welke voorziet in een geharmoniseerd kader voor de vergunningverlening aan en het toezicht op beheerders van beleggingsinstellingen en beoogt de desbetreffende risico's en de gevolgen ervan voor de beleggers en markten in de Europese Unie op samenhangende wijze aan te pakken, in Nederland dient te worden geïmplementeerd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet op het financieel toezicht.]

Artikel VII

  • 1 Artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht is niet van toepassing op de beheerder van een beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een beleggingsinstelling met zetel in Nederland beheerde waarvan de rechten van deelneming niet op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald, indien na 22 juli 2013 geen beleggingen meer worden gedaan.

  • 2 Artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht is niet van toepassing op de beheerder van een beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, die een beleggingsinstelling met zetel in Nederland beheert:

    • a. waarvan de rechten van deelneming niet op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

    • b. waarvan de inschrijving door beleggers op rechten van deelneming voor 22 juli 2011 gesloten is; en

    • c. die is opgericht voor een periode die uiterlijk 22 juli 2016 afloopt.

    Op deze beheerder zijn de artikelen 4:37o, 5:25c en de paragrafen 4.3.1.4a en 4.3.1.4b van de Wet op het financieel toezicht, van toepassing.

  • 3 Onverminderd het eerste en tweede lid is artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht tot en met 21 juli 2014 niet van toepassing op een beheerder van een beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn beroep of bedrijf in Nederland uitoefende en daartoe op grond van de Wet op het financieel toezicht bevoegd was. Op deze beheerder van een beleggingsinstelling blijven tot en met 21 juli 2014 de regels met betrekking tot het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling van toepassing zoals die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet voor een beheerder golden.

  • 4 Indien de beheerder, bedoeld in het derde lid, voor 22 juli 2014 een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht aanvraagt, en:

    • a. indien door de Stichting Autoriteit Financiële Markten voor 22 juli 2014 op de aanvraag wordt beslist, eindigt, in afwijking van het derde lid, de in dat lid genoemde termijn op de dag waarop de Stichting Autoriteit Financiële Markten beslist op de aanvraag; of

    • b. indien door de Stichting Autoriteit Financiële Markten na 22 juli 2014 op de aanvraag wordt beslist, wordt, in afwijking van het derde lid, de in dat lid genoemde termijn verlengd tot en met de dag waarop de Stichting Autoriteit Financiële Markten beslist op de aanvraag.

  • 5 Een vergunning die op grond van artikel 2:65, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht voor inwerkingtreding van deze wet is verleend aan een beheerder van een beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, die zijn beroep of bedrijf op 22 juli 2014 uitoefent, wordt vanaf die datum gelijkgesteld met een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht, zoals dat artikel na inwerkingtreding van deze wet luidt.

  • 7 In afwijking van artikel 4:37i, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht kan de Stichting Autoriteit Financiële Markten toestaan dat tot en met 21 juli 2017:

    • a. een buitenlandse beheerder van een beleggingsinstelling met zetel in een staat die geen lidstaat is die een Nederlandse beleggingsinstelling beheert; of

    • b. een beheerder van een beleggingsinstelling welke beheerder zetel in Nederland heeft en een beleggingsinstelling met zetel in een lidstaat beheert, voor zover die beleggingsinstelling geen vergunning bezit of is geregistreerd;

    een bewaarder aanstelt die is gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat waarin de beleggingsinstelling is gevestigd.

Artikel VIIa

  • 1 [Red: Wijzigt deze wet.]

  • 2 [Red: Wijzigt de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II.]

  • 3 [Red: Wijzigt deze wet.]

  • 4 [Red: Wijzigt de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II.]

  • 5 [Red: Wijzigt deze wet.]

Artikel VIII

  • 1 Deze wet, met uitzondering van artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, treedt in werking met ingang van 22 juli 2013. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 21 juli 2013, treedt zij, met uitzondering van artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 12 juni 2013

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de vijfentwintigste juni 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten