Regeling bekostiging personeel PO 2013–2014 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2013–2014

[Regeling vervallen per 01-10-2014.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2014 en zichtdatum 27-11-2024.
Geldend van 18-09-2013 t/m 30-09-2014

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 september 2013, nr. PO/FenV/532128, houdende aanpassing van de bedragen personele bekostiging primair onderwijs voor het schooljaar 2013–2014 en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2013–2014 (Regeling bekostiging personeel PO 2013–2014 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2013–2014)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Paragraaf 1. Basisscholen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 2. Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2012 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van basisscholen, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van de WPO, bedragen:

    • a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd: 40,43 jaar

    • b. genormeerde gemiddelde personeelslasten leraar: € 57.779,28

    • c. genormeerde gemiddelde personeelslasten schoolleiding: € 74.893,14.

  • 3 Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag, bedoeld in artikel 120, eerste lid, van de WPO bedraagt voor:

     

    Bedrag per leerling

    Verhogingsbedrag

    a. leerlingen van 4 t/m 7 jaar

    € 1.644,13

    € 44,37

    b. leerlingen vanaf 8 jaar

    € 1.143,98

    € 30,87

  • 4 De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren van basisscholen ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 bedraagt 0,265%. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van de schoolleiding van basisscholen ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 bedraagt 0,243%.

  • 6 De genormeerde gemiddelde personeelslasten bedoeld in het eerste lid zijn verlaagd met 0,724% op basis van de gemiddelde inkomsten waarop de bevoegd gezagsorganen, bedoeld in de WPO gedurende het schooljaar aanspraak maken vanwege uitkeringen of toelagen als bedoeld in artikel 137, vijfde lid, van de WPO.

Artikel 3. Vaststelling aanvullende bekostiging (zeer) kleine scholen en bestrijding onderwijsachterstanden

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in de in de eerste kolom genoemde artikelen van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede respectievelijk de derde kolom bij het desbetreffende artikel:

Artikel

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

23, eerste lid, (zeer kleine scholen)

€ 94.083,54

€ 2.007,84

24, tweede lid, onderdeel a, (kleine scholen voet)

€ 59.431,70

€ 1.603,77

24, tweede lid, onderdeel b,(kleine scholen verminderingsbedrag)

€ 411,72

€ 11,11

28, eerste lid, (schoolgewicht boa)

€ 1.389,91

€ 37,51

28a, tweede lid, (gewichtleerlingen in impulsgebied)

€ 1.687,00

 

Artikel 4. Vaststelling aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en groei

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in de in de eerste kolom genoemde artikelen van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede kolom bij het desbetreffende artikel:

Artikel

Bedrag

3a, vierde lid, (aanvang bekostiging)

€ 12.482,19

29, vierde lid, (groei)

€ 2.813,86

Artikel 5. Vaststelling aanvullende bekostiging schoolleiding

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het bedrag, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit bekostiging WPO, is voor scholen met een aantal leerlingen dat op de teldatum niet hoger is dan 97 leerlingen € 19.677,86 en voor scholen met een aantal leerlingen dat op de teldatum hoger is dan 97 leerlingen € 36.791,72. In deze bedragen is een toeslag van € 2.564 begrepen ten behoeve van de maandelijkse toelage voor de directeur.

Artikel 6. Vaststelling bekostiging zorgvoorzieningen en bedragen bij overdracht

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het bedrag per leerling verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren vermenigvuldigde bedrag, bedoeld in de in de eerste kolom genoemde artikelen van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede kolom bij het desbetreffende artikel:

Artikel

Bedrag

31, eerste lid, (zorgvoorzieningen)

€ 148,88

31, tweede lid, (extra zorgvoorz. swv zonder sbao)

€ 4.108,32

32, eerste lid, (overdracht bij toename)

€ 2.839,39

32, tweede lid, en 33, eerste volzin (overdracht en overgang naar ander swv)

€ 4.058,06

33, tweede volzin (overgang naar ander swv na 1 oktober)

€ 6.897,45

Artikel 7. Vaststelling bedragen personele bekostiging LGF

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van basisscholen vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit bekostiging WPO respectievelijk het her te besteden basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, is per onderwijssoort weergegeven in onderstaande tabel.

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Bedrag

Her te besteden bedrag

a. Dove kinderen

€ 12.590,11

€ 11.220,74

b. Slechthorende kinderen

€ 6.130,38

€ 4.990,37

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

€ 6.130,38

€ 4.990,37

d. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 6.130,38

€ 4.309,59

e. Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 6.130,38

€ 4.309,59

f. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 6.130,38

€ 4.309,59

g. cluster 4

€ 6.130,38

€ 4.309,59

h. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

Doof en zeer moeilijk lerend

€ 12.590,11

€ 4.990,37

Doof en blind

€ 12.590,11

€ 4.990,37

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

€ 12.590,11

€ 4.990,37

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

€ 12.590,11

€ 4.309,59

Artikel 8. Vaststelling bedragen bekostiging materiële instandhouding LGF

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit bekostiging WPO.]

Artikel 9. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 129 van de WPO, bestaat voor basisscholen, waaronder begrepen de school voor varende kinderen, uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule ‘basisbedrag + A + B’, waarin:

    basisbedrag =

    € 7.993,26

    A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

    € 338,83

    B = het schoolgewicht, vermenigvuldigd met

    € 259,92

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basisscholen met minder dan 145 leerlingen wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: € 11.050,84 minus (het aantal leerlingen vermenigvuldigd met € 76,23).

  • 3 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor basisscholen met minder dan 195 leerlingen verhoogd met € 4.896.

  • 4 Het bedrag per leerling ten behoeve van de schoolbegeleiding, bedoeld in artikel 180a van de WPO, bedraagt € 48,89 en is begrepen in het bedrag, genoemd in het eerste lid, onder A.

  • 5 Voor de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig artikel 121 van de WPO.

Artikel 10. Vaststelling bedragen voor scholen voor kinderen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Paragraaf 2. Speciale scholen voor basisonderwijs

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 11. Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2012 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van speciale scholen voor basisonderwijs, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van de WPO, bedragen:

    • a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd: 41,45 jaar

    • b. genormeerde gemiddelde personeelslasten leraar: € 62.818,33

    • c. genormeerde gemiddelde personeelslasten schoolleiding: € 80.748,39.

  • 3 Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag, bedoeld in artikel 120, eerste lid, van de WPO is:

    • a. bedrag per leerling: € 1.212,31 en

    • b. verhogingsbedrag: € 39,25.

  • 4 De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren van speciale scholen voor basisonderwijs ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 bedraagt 0,265%. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van de schoolleiding van speciale scholen voor basisonderwijs ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 bedraagt 0,243%.

  • 5 De genormeerde gemiddelde personeelslasten bedoeld in het eerste lid zijn verlaagd met 0,724% op basis van de gemiddelde inkomsten waarop de bevoegd gezagsorganen, bedoeld in de WPO gedurende het schooljaar aanspraak maken vanwege uitkeringen of toelagen als bedoeld in artikel 137, vijfde lid, van de WPO.

Artikel 12. Vaststelling bedragen zorgvoorzieningen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van die school, bedoeld in artikel 120, vierde lid, van de WPO is:

  • a. bedrag per leerling € 1.732,64 en

  • b. verhogingsbedrag: € 56,10.

Artikel 13. Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbestrijding

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 28, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO, is:

  • a. basisbedrag: € 1.075,52

  • b. leeftijdsbedrag: € 34,82.

Artikel 14. Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en voor de schoolleiding

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 26, tweede lid, van het Besluit bekostiging WPO, is voor scholen met een aantal leerlingen dat op de teldatum niet hoger is dan 99 leerlingen € 20.311,06 en voor scholen met een aantal leerlingen dat op de teldatum hoger is dan 99 leerlingen € 38.241,12. In deze bedragen is een toeslag van € 2.381 begrepen ten behoeve van de maandelijkse toelage voor de directeur.

Artikel 15. Vaststelling bedragen personele bekostiging LGF

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van basisscholen vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit bekostiging WPO respectievelijk het her te besteden basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, is per onderwijssoort weergegeven in onderstaande tabel.

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Bedrag

Her te besteden bedrag

a. Dove kinderen

€ 8.534,00

€ 11.220,74

b. Slechthorende kinderen

€ 2.074,28

€ 4.990,37

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

€ 2.074,28

€ 4.990,37

d. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 2.074,28

€ 4.309,59

e. Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 2.074,28

€ 4.309,59

f. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 2.074,28

€ 4.309,59

g. cluster 4

€ 2.074,28

€ 4.309,59

h. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

Doof en zeer moeilijk lerend

€ 8.534,00

€ 4.990,37

Doof en blind

€ 8.534,00

€ 4.990,37

Slechthorend en zeer moeilijk lerend

€ 8.534,00

€ 4.990,37

Lichamelijk gehandicapt en zeer moeilijk lerend

€ 8.534,00

€ 4.309,59

Artikel 16. Vaststelling bedragen bekostiging materiële instandhouding LGF

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit bekostiging WPO.]

Artikel 17. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 129 van de WPO voor speciale scholen voor basisonderwijs bestaat uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule ‘basisbedrag + A + B’, waarin:

    basisbedrag =

    € 11.258,91

    A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

    € 540,19

    B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met

    € 157,76

  • 2 Het bedrag per leerling ten behoeve van de schoolbegeleiding, bedoeld in artikel 180a van de WPO, bedraagt € 48,89 en is begrepen in het bedrag, genoemd in het eerste lid, onder A.

  • 3 Voor de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig artikel 121 van de WPO.

Paragraaf 3. Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 18. Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen (voortgezet) speciaal onderwijs

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2012 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren, onderwijsondersteunend personeel, respectievelijk van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 117, veertiende lid, van de WEC, bedragen:

    • a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd: 41,16 jaar

    • b. genormeerde gemiddelde personeelslasten leraar: € 60.784,06

    • c. genormeerde gemiddelde personeelslasten oop: € 36.440,88

    • d. genormeerde gemiddelde personeelslasten schoolleiding: € 80.737,15.

  • 3 Het bedrag per leerling respectievelijk het vermenigvuldigingsbedrag, bedoeld in artikel 117, eerste lid, van de WEC, is onderverdeeld naar onderwijssoort en leeftijd van leerlingen, weergegeven in onderstaande tabel.

    Onderwijssoort

    Bedrag per leerling

    Vermenigvuldigingsbedrag

     

    SO jonger dan 8 jaar

    SO 8 jaar en ouder

    VSO

    SO jonger dan 8 jaar

    SO 8 jaar en ouder

    VSO

    a. Dove kinderen

    € 11.805,84

    € 6.427,25

    € 6.439,90

    € 205,80

    € 203,49

    € 213,97

    b. Slechthorende kinderen

    € 8.450,82

    € 4.918,54

    € 6.660,00

    € 112,75

    € 111,21

    € 192,25

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 8.221,24

    € 4.688,96

    n.v.t.

    € 112,75

    € 111,21

    n.v.t.

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 10.840,09

    € 10.840,09

    € 11.433,99

    € 113,52

    € 113,52

    € 194,07

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 9.818,44

    € 4.990,71

    € 5.978,26

    € 100,26

    € 98,14

    € 176,39

    h. 2e Langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 7.260,04

    € 4.766,01

    € 5.545,12

    € 122,36

    € 121,31

    € 178,88

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 5.563,49

    € 5.563,49

    € 6.111,96

    € 104,77

    € 104,77

    € 158,51

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 7.260,04

    € 4.766,01

    € 5.545,12

    € 122,36

    € 121,31

    € 178,88

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 7.260,04

    € 4.766,01

    € 5.545,12

    € 122,36

    € 121,31

    € 178,88

    n. Meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

    a + j (doof en zmlk)

    € 16.067,55

    € 12.391,04

    € 10.693,81

    € 386,80

    € 385,16

    € 384,88

    a + blind (doof en blind)

    € 21.203,40

    € 15.824,82

    € 15.824,82

    € 579,33

    € 577,03

    € 577,03

    b + j (sh en zmlk)

    € 10.524,26

    € 7.834,96

    € 7.335,87

    € 192,15

    € 191,00

    € 195,13

    f + j (lg en zmlk)

    € 14.519,27

    € 14.519,27

    € 14.914,24

    € 179,65

    € 179,65

    € 198,21

  • 4 De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 bedraagt 0,265%. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van het onderwijsondersteunend personeel van deze scholen ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 bedraagt 0,075% en bedraagt de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van de schoolleiding van deze scholen ten opzichte van het schooljaar 2012–2013 0,243%.

  • 5 De genormeerde gemiddelde personeelslasten bedoeld in het eerste lid zijn verlaagd met 0,724% op basis van de gemiddelde inkomsten waarop de bevoegd gezagsorganen, bedoeld in de WPO gedurende het schooljaar aanspraak maken vanwege uitkeringen of toelagen als bedoeld in artikel 137, vijfde lid, van de WPO.

Artikel 19. Vaststelling vast bedrag per school en aanvullende bekostiging voor bestrijding onderwijsachterstanden

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Bij aanspraak op bekostiging op grond van de artikelen van het Besluit bekostiging WEC, genoemd in de eerste kolom, behoren de bedragen, genoemd in de tweede respectievelijk de derde kolom:

Artikel

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

32, eerste lid, (vast bedrag per school)

€ 24.899,37

€ 1.127,91

41, eerste lid, (cumi-leerling oab)

€ 816,96

€ 37,01

Artikel 20. Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en voor de schoolleiding

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 3a van het Besluit bekostiging WEC, is € 13.456,19.

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 35, van het Besluit bekostiging WEC, onderverdeeld in speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs alsmede naar onderwijssoort en aantal leerlingen, is weergegeven in onderstaande tabel:

    aantal leerlingen

    SO of VSO

    SOVSO

    MG SO of VSO

    MG SOVSO

    1 tot en met 49

    € 22.437,09

    € 22.437,09

    € 42.390,18

    € 42.390,18

    50 of meer

    € 42.390,18

    € 62.343,27

    € 42.390,18

    € 62.343,27

    In deze bedragen is een toeslag van € 2.484 begrepen ten behoeve van de maandelijkse toelage voor de directeur.

Artikel 21. Vaststelling aanvullende bekostiging voor ambulante begeleiding in verband met terugplaatsing

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 39, van het Besluit bekostiging WEC, is per onderwijssoort en afhankelijk van terugplaatsing naar basisonderwijs of overige onderwijssectoren, weergegeven in onderstaande tabel.

Onderwijssoort

Terugplaatsing naar basisonderwijs

Terugplaatsing naar voortgezet onderwijs of opleiding als bedoeld in art. 7.2.2, eerste lid, onder a en b, van de WEB

 

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

a. Dove kinderen

€ 4.014,80

€ 181,86

€ 1.850,37

€ 83,82

b. Slechthorende kinderen

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.850,37

€ 83,82

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

h. 2e Langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

j. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

n. Meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

a + j (doof en zmlk)

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

a + blind (doof en blind)

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

b + j (sh en zmlk)

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

f + j (lg en zmlk)

€ 1.805,81

€ 81,80

€ 1.209,53

€ 54,79

Artikel 22. Aanvullende bekostiging voor preventieve ambulante begeleiding

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Bevoegde gezagsorganen van scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet onderwijs ontvangen aanvullende bekostiging voor preventieve ambulante begeleiding als bedoeld in artikel 8a, derde lid, onderdeel a, van de WEC, die bestaat uit een basisbedrag, welk bedrag wordt verhoogd met een leeftijdsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van de school op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal leerlingen van de school op de teldatum.

  • 2 Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in het eerste lid, is onderverdeeld naar speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, alsmede naar onderwijssoort, weergegeven in onderstaande tabel:

    Onderwijssoort

    SO

    VSO

     

    Basisbedrag

    Leeftijdsbedrag

    Basisbedrag

    Leeftijdsbedrag

    a. Dove kinderen

    n.v.t.

    n.v.t.

    € 258,88

    € 11,73

    b. Slechthorende kinderen

    € 241,91

    € 10,96

    n.v.t.

    n.v.t.

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 244,03

    € 11,05

    n.v.t.

    n.v.t.

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 1.048,26

    € 47,48

    € 227,05

    € 10,29

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 10,61

    € 0,48

    n.v.t.

    n.v.t.

    h. 2e Langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 63,66

    € 2,88

    € 108,22

    € 4,90

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 25,46

    € 1,15

    n.v.t.

    n.v.t.

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 63,66

    € 2,88

    € 108,22

    € 4,90

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 63,66

    € 2,88

    € 108,22

    € 4,90

    n. Meervoudig gehandicapte kinderen

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

Artikel 23. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 124 van de Wet op de expertisecentra, bestaat voor de scholen in deze paragraaf uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule ‘A+B+C’, waarin:

    A = het aantal SO-leerlingen en VSO-leerlingen, vermenigvuldigd met de bedragen in de tabel genoemd het tweede lid;

    B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met € 123,44;

    C = het aantal ambulant begeleide leerlingen, vermenigvuldigd met € 173,17.

  • 2 De onder A genoemde bedragen zijn afhankelijk van de onderwijssoort:

    Onderwijssoort

    SO

    VSO

    a. Dove kinderen

    € 1.052,93

    € 1.052,93

    b. Slechthorende kinderen

    € 792,32

    € 892,59

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 775,61

    n.v.t.

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 919,22

    € 1.019,48

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 775,61

    € 875,90

    h. 2e Langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 792,32

    € 875,90

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 775,61

    € 792,32

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 792,32

    € 875,90

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 792,32

    € 875,90

    n. Meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

    a + j (doof en zmlk)

    € 1.486,31

    € 1.486,31

    a + blind (doof en blind)

    € 1.958,79

    € 1.958,79

    b + j (sh en zmlk)

    € 1.002,80

    € 1.019,48

    f + j (lg en zmlk)

    € 1.129,69

    € 1.146,40

  • 3 Het bedrag per leerling ten behoeve van de schoolbegeleiding, bedoeld in artikel 166a van de WEC, bedraagt € 48,89 en is begrepen in het bedrag, genoemd in het eerste lid, onder A.

  • 4 Voor de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig artikel 118 van de WEC.

Artikel 24. Vergoeding regionaal expertisecentrum

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

[Red: Wijzigt het Besluit bekostiging WEC.]

Paragraaf 4. Instellingen voor visueel gehandicapte leerlingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 25. Vaststelling bedragen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 117, vierde lid, van de WEC is per instelling weergegeven in onderstaande tabel.

    (Bedrag per instelling visueel gehandicapte leerlingen)

    Instelling

    Bedrag

    Visio Onderwijsinstellingen Noord

    25GP

    € 2.175.847,87

    Bartimeus OWI voor Visueel Gehandicapte Leerlingen

    25GR

    € 6.598.759,94

    Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden

    25HD

    € 4.022.820,07

    Onderwijsinstelling Sensis

    25HE

    € 8.332.332,44

Artikel 26. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor instellingen, bestaat uit het in onderstaande tabel opgenomen bedrag per instelling.

(Bedrag per instelling visueel gehandicapte leerlingen)

Instelling

Bedrag

Visio Onderwijsinstellingen Noord

25GP

€ 78.803,83

Bartimeus OWI voor Visueel Gehandicapte Leerlingen

25GR

€ 302.576,49

Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden

25HD

€ 185.100,88

Onderwijsinstelling Sensis

25HE

€ 380.071,12

Hoofdstuk 3. Bijzondere bekostiging schooljaar 2013–2014

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Paragraaf 1

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 27. Aanwezigheid schipperskinderen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool die voor 1 april 2014 wordt bezocht door 3 of meer kinderen in de eerste 4 verblijfsjaren op een reguliere basisschool en die verblijven in een internaat of pleeggezin en van wie de vader of moeder het schippersbedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt vanaf 3 ingeschreven schipperskinderen de in de onderstaande tabel opgenomen bedragen die worden gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de bekostiging wordt toegekend.

    Aantal schipperskinderen

    Bedrag personeel

    Bedrag MI

    3 tot en met 6

    € 12.590,11

    € 395,40

    7 tot en met 10

    € 18.720,49

    € 593,20

    11 tot en met 14

    € 24.856,65

    € 790,81

    15 tot en met 18

    € 30.987,03

    € 988,61

    En vervolgens telkens in een bandbreedte van 4 leerlingen, te beginnen vanaf 19 leerlingen, te verhogen met

    € 6.130,38

    € 197,80

  • 3 De aanvraag voor de bijzondere bekostiging en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nlen gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. de datum waarop de kinderen zijn of worden toegelaten tot de school;

    • c. het totaal aantal schipperskinderen dat de school zal bezoeken in de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd;

    • d. de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd;

    • e. de school of scholen waarvan de kinderen afkomstig zijn, onder vermelding van de betreffende schoolsoort met vermelding van het aantal verblijfsjaren.

  • 4 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

  • 5 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere en aanvullende bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 6 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval afgewezen indien het een aanvraag betreft voor de periode na 1 april 2014.

Artikel 28. Aanwezigheid zigeunerkinderen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool die voor 1 april 2014 wordt bezocht door 4 of meer leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en Sinti, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere bekostiging en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nlen gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en de Sinti en hun leerlinggewicht(en) dat op 1 oktober 2012 voor bekostiging is meegeteld;

    • c. het totaal aantal leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en Sinti dat de school zal bezoeken in de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd;

    • d. de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd;

  • 3 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

  • 4 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere en aanvullende bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 5 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval afgewezen indien het een aanvraag betreft voor de periode na 1 april 2014.

Artikel 29. Aanwezigheid van leerlingen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waar:

    • a. leerlingen zijn ingeschreven die verblijven in een internaat of pleeggezin en van wie de vader of moeder het schippersbedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend of leerlingen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden als bedoeld in het Besluit trekkende bevolking WPO, waarvoor als gevolg van de wijziging van de gewichtenregeling een lager gewicht is vastgesteld dan het geval zou zijn geweest indien de gewichtenregeling was toegepast, zoals deze luidde voor 1 augustus 2006, en

    • b. het schoolgewicht daardoor lager is vastgesteld,

    ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging, indien de aanvraag voor 1 oktober 2013 is ontvangen.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier, nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nlen gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 waarvoor het gewicht 0,4 zou zijn vastgesteld, indien dit van toepassing was gebleven, onder vermelding van het gewicht dat daadwerkelijk voor deze leerlingen is vastgesteld;

    • c. het aantal leerlingen op 1 oktober 2012 waarvoor het gewicht 0,7 zou zijn vastgesteld, indien dit van toepassing was gebleven, onder vermelding van het gewicht dat daadwerkelijk voor deze leerlingen is vastgesteld.

  • 3 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 30. Leerlingen afkomstig uit ‘Blijf van mijn lijf huizen’

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool, waar gedurende een periode van maximaal één jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste 10 leerlingen uit een ‘Blijf van mijn lijf huis’ zijn ingeschreven, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nlen gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. een overzicht van het aantal ‘Blijf van mijn lijf huis’ leerlingen dat gedurende de periode van maximaal één jaar voor de aanvraag de basisschool heeft bezocht met de data van in- en uitschrijving;

    • c. de ingangsdatum en de einddatum van de door het bevoegd gezag gekozen periode van maximaal 12 maanden, bedoeld in onderdeel b.

  • 3 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

  • 4 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere en aanvullende bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

Artikel 31. Toename aantal asielzoekerskinderen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder asielzoekerskind: vreemdeling die in het bezit is van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en deze heeft verkregen op grond van artikel 8, onderdelen c, d, f, g, h of j, van die wet, onderscheidenlijk een vreemdeling van wie tenminste één van de ouders of voogden in het bezit is van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en deze heeft verkregen op grond van artikel 8, onderdelen c, d, f, g, h of j, van die wet, en die ingeschreven staat op een school en deze geregeld bezoekt.

  • 2 Het bevoegd gezag van een basisschool waarbij vóór 1 juli 2014 sprake is van een toename met minimaal 10 ingeschreven asielzoekerskinderen ten opzichte van het aantal ingeschreven asielzoekerskinderen op de datum van de laatste toekenning op basis van dit artikel in het schooljaar 2013–2014, dan wel bij gebreke daarvan, op 1 oktober 2012, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 3 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier, nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nlen gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal ingeschreven asielzoekerskinderen op 1 oktober 2012;

    • c. de datum waarop het aantal ingeschreven asielzoekerskinderen met minimaal 10 is toegenomen, zoals bedoeld in het tweede lid. Indien deze toename samenvalt met de eerste schooldag van het schooljaar 2013–2014, dan dient dit tevens te worden vermeld;

    • d. het aantal ingeschreven asielzoekerskinderen op de datum van de toename.

  • 4 Een aanvraag, bedoeld in het eerste lid, die wordt ontvangen na 1 juli 2014, wordt afgewezen.

  • 5 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

  • 6 Indien de toename samenvalt met de eerste schooldag van het schooljaar 2013–2014 en de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van 1 augustus 2012. Indien de toename op een later tijdstip plaatsvindt en de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum, waarop de toename heeft plaatsgevonden.

  • 7 De bekostiging bedraagt per extra ingeschreven asielzoekerskind € 1.288,48 voor personeel en € 40,56 voor materiële instandhouding, welke bedragen worden gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het aantal resterende maanden van het schooljaar waarvoor de bekostiging is toegekend.

Artikel 32. Eerste opvang vreemdelingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a. vreemdeling: leerling die ingeschreven staat op een school, die de school geregeld bezoekt en die door de Minister van Veiligheid en Justitie in het bezit is gesteld van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000, onderscheidenlijk van wie tenminste één van de ouders of voogden door de Minister van Veiligheid en Justitie in het bezit is gesteld van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000, en aantoonbaar nog geen jaar woonachtig is in Nederland;

    • b. school: bekostigde school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of een bekostigde school of instelling als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

  • 2 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder vreemdeling mede verstaan: leerling die ingeschreven staat op een school, die de school geregeld bezoekt en van wie uit het paspoort of ander identiteitsbewijs blijkt dat hij zelf of één van zijn ouders of voogden burger is van de Europese Unie of een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, en die op grond van het EG-verdrag in Nederland verblijft en aantoonbaar nog geen jaar woonachtig is in Nederland.

  • 3 Het bevoegd gezag van een school waar de eerste opvang in het onderwijs wordt verzorgd voor tenminste 4 vreemdelingen die korter dan 1 jaar in Nederland verblijven, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 4 De bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het derde lid, heeft betrekking op een periode van vier maanden, met als peildata:

    • a. 1 oktober voor de periode augustus tot en met november;

    • b. 1 februari voor de periode december tot en met maart;

    • c. 1 juni voor de periode april tot en met juli.

    Het bevoegd gezag dient ter verkrijging van de bijzondere en aanvullende bekostiging een aanvraag in die binnen vier weken na de peildatum door DUO moet zijn ontvangen.

  • 5 Een school die niet eerder eerste opvang van vreemdelingen verzorgde, komt in aanmerking voor een eenmalige aanvulling op de bijzondere bekostiging van € 10.194.

  • 6 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het derde lid, wordt ingediend bij DUO door middel van het formulier, nummer DUO 60102, te downloaden via www.duo.nlen gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal vreemdelingen op de peildatum, die korter dan 1 jaar in Nederland zijn;

    • c. de periode waarvoor de bekostiging wordt gevraagd;

    • d. in geval van toepassing van het vijfde lid, een verklaring dat de school niet eerder de eerste opvang van vreemdelingen heeft verzorgd.

  • 7 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag.

  • 8 De in het derde lid bedoelde bekostiging bedraagt per ingeschreven vreemdeling € 2.576,96 voor personeel en € 81,12 voor materiële instandhouding welke bedragen worden vermenigvuldigd met 4/12.

Artikel 33. Aanwezigheid visueel gehandicapte leerlingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een visueel gehandicapte leerling is ingeschreven die begeleiding ontvangt van een instelling voor visueel gehandicapte kinderen en waarvoor geen leerlinggebonden budget beschikbaar is als bedoeld in artikel 70a van de WPO, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per leerling de in de tabel opgenomen bedragen die worden gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de bekostiging wordt toegekend.

    Soort handicap

    Bijzondere bekostiging voor personeel

    Aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding

    Blinde leerling

    € 12.590,11

    € 1.280,83

    Slechtziende leerling

    € 6.130,38

    € 1.083,23

  • 3 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na de maand waarin de leerling via het persoonsgebonden nummer geregistreerd is in BRON.

  • 4 Indien de in het eerste lid bedoelde leerling voor bekostiging in aanmerking komt, ontvangt het bevoegd gezag de bijzondere en aanvullende bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum van registratie in BRON waaruit blijkt dat de leerling op de basisschool is ingeschreven en de begeleiding door een instelling voor visueel gehandicapten is begonnen. Indien de registratie in BRON samenvalt met de eerste schooldag of eerder, ontvangt het bevoegd gezag bijzondere en aanvullende bekostiging met ingang van 1 augustus 2013.

Artikel 34. Schoolmaatschappelijk werk primair onderwijs in het kader van veiligheid en opvang risicoleerlingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Aan het bestuur van de centrale dienst van een samenwerkingsverband dan wel, indien een bevoegd gezag alle scholen in een samenwerkingsverband in stand houdt, het bevoegd gezag, waarvan de som der schoolgewichten van de scholen binnen het samenwerkingsverband 15 of meer is, wordt een bedrag van € 98,75 per schoolgewicht toegekend.

Artikel 35. Groeiregeling scholen voor (V)SO met leerlingen uit een residentiële instelling, niet zijnde een justitiële jeugdinrichting of een instelling voor gesloten jeugdzorg

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, waar onderwijs wordt verzorgd aan leerlingen van een residentiële instelling, niet zijnde een justitiële jeugdinrichting of een instelling voor gesloten jeugdzorg, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel vanaf 1 augustus 2013 tot 1 januari 2014, indien het aantal ingeschreven leerlingen van die school op 1 augustus 2013 met ten minste twee maal de kleinste factor N, bedoeld in de tabel in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC die op de school van toepassing is, is gegroeid ten opzichte van de teldatum 1 oktober 2012, dan wel, indien artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, ten opzichte van 16 januari 2013.

  • 2 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, waar onderwijs wordt verzorgd aan leerlingen van een residentiële instelling, niet zijnde een justitiële jeugdinrichting of een instelling voor gesloten jeugdzorg, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel vanaf 1 januari 2014 tot 1 augustus 2014, indien het aantal ingeschreven leerlingen van die school op 16 januari 2014 met ten minste twee maal de kleinste factor N, bedoeld in de tabel in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC die op de school van toepassing is, is gegroeid ten opzichte van de teldatum 1 oktober 2012, dan wel, indien artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, ten opzichte van 16 januari 2013, dan wel indien artikel 38 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, ten opzichte van 1 oktober 2013.

  • 3 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, waar onderwijs wordt verzorgd aan leerlingen van een residentiële instelling, niet zijnde een justitiële jeugdinrichting of een instelling voor gesloten jeugdzorg, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel vanaf 1 maart 2014 tot 1 augustus 2014, indien het aantal ingeschreven leerlingen van die school op 1 maart 2014 met ten minste twee maal de kleinste factor N, bedoeld in de tabel in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC die op de school van toepassing is, is gegroeid ten opzichte van de teldatum 1 oktober 2012, dan wel, indien artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, ten opzichte van 16 januari 2013, dan wel, indien artikel 38 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, ten opzichte van 1 oktober 2013, dan wel, indien het tweede lid van dit artikel van toepassing is, ten opzichte van 16 januari 2014.

  • 4 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid wordt ambtshalve door DUO toegekend. De bijzondere bekostiging wordt slechts toegekend op basis van de leerlingen die op de van toepassing zijnde peildata, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, op de school staan ingeschreven en het persoonsgebonden nummer uiterlijk 1 maand na de van toepassing zijnde peildatum tezamen met de in artikel 164a, tweede lid, van de WEC bedoelde gegevens zijn opgenomen in BRON, overeenkomstig artikel 164b van de WEC. Indien de datum, genoemd in het eerste, tweede of derde lid, valt op een dag waarop geen onderwijs wordt gegeven, worden op de eerstvolgende schooldag de leerlingen geteld die op die datum stonden ingeschreven.

  • 5 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt het verschil tussen:

  • 7 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het derde lid, bedraagt het verschil tussen:

    • de berekende bekostiging, bedoeld in artikel 117, eerste lid van de WEC, op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 2012, dan wel, indien artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, op basis van het aantal leerlingen op 16 januari 2013 dan wel, indien artikel 38 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 2013, dan wel, indien het tweede lid van dit artikel van toepassing is, op basis van het aantal leerlingen op 16 januari 2014, en

    • de berekende bekostiging, bedoeld in artikel 117, eerste lid van de WEC op basis van het aantal leerlingen op 1 maart 2014. De uitkomst wordt gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de bekostiging wordt toegekend.

  • 8 Voor de toepassing van dit artikel worden leerlingen op vestigingen van scholen waaraan justitiële jeugdinrichtingen dan wel instellingen voor gesloten jeugdzorg zijn verbonden, buiten beschouwing gelaten.

Artikel 36. Justitiële jeugdinrichtingen en instellingen voor gesloten jeugdzorg verbonden aan scholen voor Cluster 4

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen met een vestiging die fungeert als gesloten justitiële inrichting waarbinnen het onderwijs georganiseerd moet worden, dan wel is verbonden aan een instelling voor gesloten jeugdzorg, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel.

  • 2 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per vestiging € 31.170,07 en € 468,04 per leerling van de vestiging. Het aantal leerlingen van de vestiging is gelijk aan de door de Minister van Veiligheid en Justitie toegekende capaciteit als het een justitiële jeugdinrichting betreft, en is de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegekende capaciteit als het een instelling voor gesloten jeugdzorg betreft.

  • 3 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding, indien er op de eerste van de maand door de Minister van Veiligheid en Justitie, indien het een justitiële jeugdinrichting betreft, en door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, indien het een instelling voor gesloten jeugdzorg betreft, meer capaciteit, uitgedrukt in leerlingen, aan de vestiging is toegekend dan het aantal leerlingen van de vestiging op grond waarvan de personele bekostiging voor het schooljaar is bepaald. Onder personele bekostiging, bedoeld in de eerste volzin, wordt mede verstaan, de aanvullende bekostiging op grond van de artikelen 37 en 38 van het Besluit bekostiging WEC, en, indien dit artikel reeds eerder is toegepast, de bijzondere bekostiging op grond van dit artikel.

  • 4 De bijzondere bekostiging respectievelijk aanvullende bekostiging, bedoeld in het derde lid, bedraagt het verschil tussen de capaciteit, uitgedrukt in leerlingen, en het aantal leerlingen waarvoor personele bekostiging is toegekend, vermenigvuldigd met € 12.907,82 voor personeel en € 1.338,01 voor materiële instandhouding, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal resterende maanden van het schooljaar waarvoor de bekostiging is toegekend.

Artikel 37. Zeer moeilijk lerende kinderen in de groepen drie tot en met acht van de basisschool

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een zeer moeilijk lerende leerling is ingeschreven waarvoor een leerlinggebonden budget beschikbaar is als bedoeld in artikel 70a van de WPO, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding indien de leerling is geplaatst in groep 3 of hoger.

  • 2 Deze bekostiging wordt ambtshalve toegekend indien uit de registratie in BRON blijkt dat de zmlk-leerling in groep 3 of hoger is geplaatst.

  • 3 De toekenning van de bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding wordt na de eerste toekenning elk schooljaar automatisch toegekend zolang de leerling op de school staat ingeschreven.

  • 4 Indien de leerling wordt teruggeplaatst naar groep 2 stopt de toekenning met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand van terugplaatsing.

  • 5 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 6.453,95 per leerling en de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 307,00 per leerling.

Artikel 38. Bijzondere bekostiging voor opvang en begeleiding van leerlingen met autisme

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Regionale expertisecentra ontvangen ten behoeve van de opvang en begeleiding van leerlingen met autisme bijzondere bekostiging welke is gebaseerd op de toekenning voor het schooljaar 2006–2007 en aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren, onderwijsondersteunend personeel en van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 18, vijfde lid.

Artikel 39. Vaststelling bedragen prestatiebox primair onderwijs

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bedrag per leerling bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling prestatiebox primair onderwijs is voor het in de eerste kolom genoemde doel en artikel van de Regeling prestatiebox primair onderwijs voor het schooljaar 2013–2014 het bedrag genoemd in de tweede kolom.

    Artikel

    bedrag per leerling

    2, eerste lid (opbrengstgericht werken basisonderwijs)

    € 46,55

    2, eerste lid (professionalisering leraren basisonderwijs)

    € 32,04

    2, tweede lid (taal en rekenen,toetsen (voortgezet) speciaal onderwijs)

    € 30,73

    2, tweede lid (professionalisering leraren (voortgezet) speciaal onderwijs)

    € 86,75

    2, derde lid (cultuureducatieve activiteiten)

    € 11,26

Paragraaf 2. Bijzondere bekostiging bij samenvoeging

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 40. Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van basisscholen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige basisscholen, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren en die van de schoolleiding, berekend op grond van het derde en vierde lid.

  • 2 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt in het tweede, derde, vierde en vijfde schooljaar na de samenvoeging respectievelijk 80%, 60%, 40% en 20% van de bijzondere bekostiging, berekend op grond van het derde en vierde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van basisscholen.

  • 3 De bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan X – Y, waarin:

    X = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van de artikelen 23, 24, 25, 28 en 28a van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden, en

    Y = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van de artikelen 23, 24, 25, 28 en 28a van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 4 De bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van de schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs – Ys, waarin:

    Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden, en

    Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 5 De bijzondere bekostiging wegens samenvoeging vervalt indien een basisschool, die is ontstaan uit een samenvoeging als bedoeld in het eerste lid, binnen 5 jaar weer betrokken is bij een samenvoeging, waarvoor op grond van dit artikel bijzondere bekostiging voor de personeelskosten wordt toegekend.

Artikel 41. Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van speciale scholen voor basisonderwijs

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een speciale school voor basisonderwijs die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige speciale scholen voor basisonderwijs, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van de schoolleiding berekend op grond van het derde lid.

  • 2 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt in het tweede, derde, vierde en vijfde schooljaar na de samenvoeging respectievelijk 80%, 60%, 40% en 20% van de bijzondere bekostiging, berekend op grond van het derde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van speciale scholen voor basisonderwijs.

  • 3 De bijzondere bekostiging voor schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs – Ys, waarin:

    Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden, en

    Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 4 De bijzondere bekostiging wegens samenvoeging vervalt indien een speciale school voor basisonderwijs, die is ontstaan uit een samenvoeging als bedoeld in het eerste lid, binnen 5 jaar weer betrokken is bij een samenvoeging, waarvoor op grond van dit artikel bijzondere bekostiging voor de personeelskosten wordt toegekend.

Artikel 42. Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren en die van de schoolleiding berekend op grond van het derde en vierde lid.

  • 2 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt in het tweede, derde, vierde en vijfde schooljaar na de samenvoeging respectievelijk 80%, 60%, 40% en 20% van de bijzondere bekostiging, berekend op grond van het derde en vierde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

  • 3 De bijzondere bekostiging voor leraren is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan X – Y, waarin:

    X = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 32 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden, en

    Y = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 32 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 4 De bijzondere bekostiging voor schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs – Ys, waarin:

    Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 35 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden, en

    Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 35 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 5 De bijzondere bekostiging wegens samenvoeging vervalt indien een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, die is ontstaan uit een samenvoeging als bedoeld in het eerste lid, binnen 5 jaar weer betrokken is bij een samenvoeging, waarvoor op grond van dit artikel bijzondere bekostiging voor de personeelskosten wordt toegekend.

Hoofdstuk 4. Gewogen gemiddelde leeftijd en betaalritme

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 43. Nadere regels gewogen gemiddelde leeftijd

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 De gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar, bedoeld in artikel 11a van het Besluit bekostiging WPO en artikel 10b van het Besluit bekostiging WEC, is de betrekkingsomvang aan de desbetreffende school van elke leraar op de school, vermenigvuldigd met diens leeftijd en vervolgens gedeeld door de som van de betrekkingsomvang van alle leraren op de school. Voor leraren ouder dan 50 jaar wordt voor de toepassing van de eerste volzin de leeftijd op 50 jaar vastgesteld. Indien de uitkomst van de berekening van de gewogen gemiddelde leeftijd, bedoeld in de eerste volzin, lager is dan 30 wordt de gewogen gemiddelde leeftijd vastgesteld op 30. De in de eerste volzin bedoelde gewogen gemiddelde leeftijd wordt afgerond op 2 decimalen.

  • 3 In geval van een samenvoeging is de gewogen gemiddelde leeftijd de som van de betrekkingsomvang van elke leraar van alle bij de samenvoeging betrokken scholen vermenigvuldigd met diens leeftijd en vervolgens gedeeld door de som van de betrekkingsomvang van alle leraren van alle bij de samenvoeging betrokken scholen. De tweede tot en met de laatste volzin van het eerste lid is van toepassing.

  • 4 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd wordt vastgesteld op basis van de gewogen gemiddelde leeftijd van de scholen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar.

Artikel 44. Betaalritme

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Tenzij in deze regeling anders is bepaald worden de bekostigingsbedragen, bedoeld in deze regeling, uitbetaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang.

  • 2 De maandelijkse betaling van de bekostigingsbedragen voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 2, 3, 5, 10, eerste en tweede lid, 11, 12, 13, 14, tweede lid, 18, 19, 20, tweede lid, 21, 22 en 25 vindt plaats op grond van de volgende percentages:

    Augustus

    6,91%

    September

    6,91%

    Oktober

    6,91%

    November

    6,91%

    December

    6,91%

    Januari

    10,25%

    Februari

    9,20%

    Maart

    9,20%

    April

    9,20%

    Mei

    9,20%

    Juni

    9,20%

    Juli

    9,20%

  • 3 De bekostigingsbedragen bedoeld in artikel 39 worden uitbetaald in twee termijnen, te weten voor 5/12 deel in november 2013 en 7/12 deel in maart 2014.

Hoofdstuk 5. Aanpassing van de bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2013–2014

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 45. Leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2013–2014

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 [Red: Wijzigt het Bekostigingsbesluit WVO.]

  • 2 De bedragen, genoemd in het eerste lid, in de eerste twee kolommen met bedragen, worden in de maand augustus 2014 uitbetaald.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Artikel 47. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling heeft betrekking op het schooljaar 2013–2014 en vervalt met ingang van 1 augustus 2023, met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor het tijdvak waarvoor zij gelding had.

Artikel 48. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-10-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging personeel PO 2013–2014 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2013–2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker