Ter gelegenheid van de instelling van de deskundigengroep worden voor een periode
van vier jaar tot lid van de deskundigengroep benoemd:
-
a. de heer prof. dr. J.A. Stegeman, te Amersfoort, tevens voorzitter;
-
b. de heer dr. K. de Clercq, te Drongen (België);
-
c. mevrouw dr. Y.T.H.P. van Duijnhoven, te Utrecht;
-
d. de heer drs. T.F. Duinhof, te Wierden;
-
e. de heer drs. P.J.M. Egberink, te Ee;
-
f. de heer prof. dr. R.A.M. Fouchier, te Rotterdam;
-
g. de heer drs. H.M. van Geloof, te Helenaveen;
-
h. de heer drs. J.A.M. van Gils, te Moergestel;
-
i. mevrouw prof. dr. A. Gröne, te Woudenberg;
-
j. de heer dr. J.J. Hage, te Maastricht;
-
k. de heer prof. dr. ir. M.C.M. de Jong, te Almere;
-
l. de heer dr. F.G.V.C. Koenen, te Dilbeek (België);
-
m. de heer drs. T. Kreuger, te 't Loo Oldebroek;
-
n. mevrouw prof. dr. M. Nielen, te Zeist;
-
o. de heer drs. O.J.M. Schreurs, te Heide;
-
p. prof. dr. M.M. Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan, te Bilthoven;
-
q. de heer dr. P. Vellema, te Blije;
-
r. de heer prof. dr. J.A. Wagenaar, te Utrecht;
-
s. de heer dr. J.J. de Wit, te Steenderen.