a. productschap
|
:
|
Productschap Tuinbouw;
|
b. bestuur
|
:
|
bestuur van het productschap;
|
c. secretaris
|
:
|
secretaris van het Productschap Akkerbouw;
|
d. onderneming
|
:
|
onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;
|
e. ondernemer
|
:
|
de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft;
|
f. tuinbouwgrond
|
:
|
grond waarop tuinbouw wordt beoefend inclusief braakliggende tuinbouwgronden;
|
g. erosie
|
:
|
de afvoer van bodemmateriaal door oppervlakkig afstromend water;
|
h. perceel
|
:
|
een oppervlakte grond, in eigendom of in gebruik bij een onderneming;
|
i. hellinglengte
|
:
|
lengte van de zijde van het perceel, die het minst parallel loopt met de hoofdrichting
van de hoogtelijnen;
|
j. hellingspercentage
|
:
|
een gemiddeld in een absoluut getal uitgedrukt hellingspercentage van het perceel,
weergegeven op de hellingenkaart, die beschikbaar is gesteld door provincie Limburg
(http://www.productschapakkerbouw.nl/teeltlerosie-zuid-limburg);
|
k. grondbewerking
|
:
|
het verplaatsen van bodemdeeltjes door middel van een werktuig als ook de verplaatsing
door bijvoorbeeld een zaaicouter of mestinjectie;
|
l. niet-kerende grondbewerking
|
:
|
grondbewerking, niet zijnde ploegen, waarbij de vermenging van de bodem zich beperkt
tot de bovenste 12 centimeter, eventueel gecombineerd met het breken van de bodem
op grotere diepte waarbij geen verstoring van de bodemopbouw plaatsvindt;
|
m. bodembedekking
|
:
|
een gewas dat in het najaar direct na de oogst van het hoofdgewas wordt ingezaaid
en als levend gewas of als licht dan wel niet ingewerkte gewasresten overwintert;
|
n. hamsterovereenkomst
|
:
|
een overeenkomst aangegaan in het kader subsidieregelingen van de Provincie Limburg
met als specifiek doel de bescherming van de habitat voor de hamster;
|
o. directzaaimethode
|
:
|
teeltmethode waarbij een bodembedekking wordt toegepast en in het voorjaar zonder
volledige grondbewerking het navolgende gewas wordt geteeld;
|
p. wateropvang
|
:
|
een voorziening bestemd voor het tijdelijk bergen van oppervlakkig afstromend water;
|
q. teeltjaar
|
:
|
de periode na oogst t/m oogst van (het) hoofdgewas(sen), waarbij bij de teelt van
meerdere gewassen achter elkaar (dubbelteelten) de laatste oogst vóór 1 januari wordt
bedoeld;
|
r. (gras)ondergroei
|
:
|
een bodembedekker die tijdens de aanwezigheid van een (hoofd)gewas wordt ingezaaid
in dit (hoofd)gewas, en bij de oogst van het hoofdgewas in stand wordt gehouden;
|
s. hoofdgewas
|
:
|
een gewas geteeld met het doel de opbrengst te verhandelen of te gebruiken;
|
t. fruitteelt
|
:
|
een opstand van bomen, die bedrijfsmatig is aangeplant met het doel de oogst van vruchten;
|
u. waterdrempel
|
:
|
een aarden rug, dwars in de rijen van een teelt op ruggen, dat afstromend water kan
bergen;
|
v. erosiebevorderend gewas
|
:
|
alle eenjarige gewassen die worden gezaaid, geplant of gepoot na 1 januari van het
betreffende teelt jaar.
|