Paragraaf 2. Toepassing richtsnoeren EBA
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
Artikel 2:1. – Banken aangesloten bij een centrale kredietinstelling (artikel 3 CRD
/ artikel 3:111 Wft)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB oefent het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 3:111 van de Wft inzake het regime voor banken aangesloten bij een centrale kredietinstelling uit
met inachtneming van de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in CEBS’ guidelines regarding revised Article 3 of Directive 2006/48/EC van 18 november 2010.
Artikel 2:2. – Kenmerken van bestanddelen van het eigen vermogen (artikel 57 onderdeel
a CRD / artikel 91 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB merkt de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 91, tweede lid, onderdelen b tot en met e, van het Bpr, uitsluitend aan als bestanddelen van het kernkapitaal, indien deze vermogensbestanddelen
voldoen aan de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Implementation Guidelines regarding Instruments referred to in Article 57(a) of Directive
2006/48/EC recast van 14 juni 2010, en in het bijzonder de daarin opgenomen criteria.
Artikel 2:4. – Erkenning van kredietbeoordelingsbureaus (artikel 81 CRD / artikel 88 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich bij het vaststellen van de procedure, bedoeld in artikel 88, tweede lid, van het Bpr, op de richtsnoeren van EBA voor de erkenning van kredietbeoordelingsbureaus, zoals
opgenomen in de Revised Guidelines on the recognition of External Credit Assessment Institutions van 30 november 2010.
Artikel 2:5. – Definitie van ‘groep van verbonden wederpartijen’ (artikel 4 punt 45
CRD / artikel 1 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich met betrekking tot de reikwijdte van de definitie van het begrip
groep van verbonden wederpartijen, bedoeld in artikel 1 van het Bpr, op de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in deel I van de Guidelines on the implementation of the revised large exposure regime van 11 december 2009.
Artikel 2:6. – Definitie van ‘grote posten’ (artikel 106 tweede lid CRD / artikel 1 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich met betrekking tot de reikwijdte van de in onderdeel b van de definitie
van het begrip grote posten in artikel 1 van het Bpr opgenomen uitzonderingen, op de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Implementation Guidelines on Article 106(2) (c) and (d) of Directive 2006/48/EC recast van 28 juli 2010.
Artikel 2:7. – Definitie van ‘groep van verbonden wederpartijen’ (artikel 106 derde
lid CRD / artikel 1 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB neemt bij de beoordeling of sprake is van een groep van verbonden wederpartijen, als bedoeld in artikel 1 van het Bpr, bij:
in aanmerking de constructie van deze posten als zodanig, of de onderliggende posities
ervan, dan wel beide, zulks aan de hand van de economische kenmerken en risico’s die
verbonden zijn aan die constructies en met in achtneming van de richtsnoeren van EBA,
zoals opgenomen in deel II van de Guidelines on the implementation of the revised large exposure regime van 11 december 2009.
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB oefent het toezicht op de naleving van de in hoofdstuk 7 van de Regeling securitisaties Wft 2010 opgenomen regels met betrekking tot blootstelling aan overgedragen kredietrisico’s
uit met inachtneming van de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Guidelines to Article 122a of the Capital Requirements Directive van 31 december 2010.
Artikel 2:9. – Gezamenlijke besluitvorming college van toezichthouders met betrekking
tot het SREP (artikelen 129 derde lid en 136 tweede lid CRD / artikelen 3:18a en 3:111a Wft)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
Indien DNB deelneemt aan een college van toezichthouders, handelt zij met betrekking
tot:
-
a. het proces van gezamenlijke besluitvorming, bedoeld in artikel 129, derde lid, van
de CRD;
-
b. de evaluatie, bedoeld in artikel 3:18a, eerste lid, van de Wft; of
-
c. de toepassing van artikel 3:111a van de Wft inzake door DNB te nemen maatregelen indien een onderneming niet voldoet aan de bij
of krachtens de Wft gestelde eisen met betrekking tot de bedrijfsvoering of het toetsingsvermogen,
in overeenstemming met de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Guidelines for the joint assessment of the elements covered by the supervisory review
and evaluation process (SREP) and the joint decision regarding the capital adequacy
of cross-border groups (GL39) van 22 december 2010.
Artikel 2:10. – Oprichting en operationale werking van colleges van toezichthouders
(artikel 131 bis CRD / artikel 3:278b Wft)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
In het geval DNB toezicht houdt op geconsolideerde basis, als bedoeld in artikel 3:278b, eerste lid, van de Wft, baseert zij zich bij de schriftelijke vaststelling en de toepassing van de in artikel
131 van de CRD bedoelde regeling voor de oprichting en operationele werking van het
college van toezichthouders op de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in CEBS’ Guidelines for the Operational Functioning of Supervisory Colleges (GL 34) van 15 juni 2010.
Artikel 2:11. – Openbaarmaking van gegevens onder omstandigheden van stress (artikel
145 eerste lid CRD / artikel 3:74a Wft)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich bij het toezicht op de naleving van artikel 3:74a van de Wft, inzake de door banken en beleggingsondernemingen met zetel in Nederland openbaar
te maken gegevens, bedoeld in bijlage XII, delen 2 en 3, van de CRD, in tijden van
stress mede op de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Principles for disclosure in times of stress (lessons learnt from the financial crisis) van 26 april 2010.
Artikel 2:12. – Beheersing van relevante risico’s en governance (artikel 22 en bijlage
V CRD / artikelen 3:10 en 3:17 Wft en § 4.1 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich bij het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
artikel 3:10 en artikel 3:17 van de Wft met betrekking tot de beheerste en integere bedrijfsuitoefening (governance) van
een bank of beleggingsonderneming, en de bedrijfsprocessen van een bank of beleggingsonderneming
gericht op het beheersen van relevante risico’s, op de richtsnoeren van EBA voor een
adequate governance van de onderneming, zoals opgenomen in het EBAGuidelines on Internal Governance van 26 september 2011.
Artikel 2:13. – Operationeel risico bij marktgerelateerde activiteiten (bijlage V
CRD / artikelen 17 en 23 Bpr)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich bij het toezicht op de naleving van het bepaalde in de artikelen 17 en 23, derde lid, van het Bpr, met betrekking tot de organisatie-inrichting en de vastlegging in procedures en
maatregelen van het beleid van een bank of beleggingsonderneming met betrekking tot
het beheersen van het operationeel risico, op de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen
in de Guidelines on the management of operational risks in market-related activities van 12 oktober 2010.
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
In het geval een bank of beleggingsonderneming de vereiste solvabiliteit ter dekking
van het operationeel risico berekent op basis van de geavanceerde benadering, bedoeld
in artikel 78, eerste lid, van het Bpr, en in haar risicomeetsysteem het risicoverminderende effect van verzekering of van
andere mechanismen van risico-overdracht in aanmerking neemt, betrekt DNB bij de beoordeling
van deze mechanismen de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Guidelines on Operational Risk Mitigation Techniques van 22 december 2009.
Artikel 2:15. – Beoordeling van gekwalificeerde deelnemingen in financiële ondernemingen
(richtlijn deelnemingen in de financiële sector / artikelen 3:95 en 3:100 Wft)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB baseert zich bij de beoordeling of ten aanzien van een aanvraag van een verklaring
van geen bezwaar als bedoeld in artikel 3:95, eerste lid, van de Wft, een of meer van de weigeringsgronden, bedoeld in artikel 3:100, eerste lid, van de Wft van toepassing is, op de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in de Guidelines for the prudential assessment of acquisitions and increases in holdings
in the financial sector required by Directive 2007/44/EC van 18 december 2008.
Artikel 2:16. – Uitbreiding en verandering van de geavanceerde benadering voor de
berekening van de vereiste solvabiliteit ter dekking van het operationele risico (bijlage
X deel 3 CRD / artikel 78 Bpr en afdeling 4.2 Regeling solvabiliteitseisen operationeel risico Wft 2010)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
In het geval een bank of beleggingsonderneming de vereiste solvabiliteit ter dekking
van het operationeel risico berekent op basis van de geavanceerde benadering, bedoeld
in artikel 78, eerste lid, van het Bpr, betrekt DNB bij de beoordeling van het beleid van deze onderneming met betrekking
tot een uitbreiding of verandering van de geavanceerde benadering en in de communicatie
met DNB hierover de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in EBAGuidelines on Advanced Measurement Approach (AMA) – Extensions and Changes, EBA/GL/2012/1, van 6 januari 2012.
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
In het geval een bank of beleggingsonderneming de vereiste solvabiliteit ter dekking
van het marktrisico berekent met behulp van eigen interne modellen, bedoeld in artikel 77, eerste lid, van het Bpr, betrekt DNB bij de beoordeling van de toepassing van artikel 4:22 van de regeling solvabiliteitseisen marktrisico Wft 2011 de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in EBAGuidelines on Stressed Value At Risk (Stressed VaR), EBA/GL/2012/2, van 16 mei 2012.
Artikel 2:18. – modellering van de Incremental Risk Charge (IRC) modellen voor de
weergave van de aan de posities in de handelsportefeuille verbonden specifiek renterisico
(bijlage V CAD / artikel 77 Bpr en § 4.2 van de Regeling solvabiliteitseisen marktrisico 2011)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
In het geval een bank of beleggingsonderneming de vereiste solvabiliteit ter dekking
van het marktrisico berekent met behulp van eigen modellen, bedoeld in artikel 77, eerste lid, van het Bpr, betrekt DNB bij de beoordeling van de modellering van het Incremental Risk Charge
(IRC) model voor de weergave van het aan de posities in de handelsportefeuille verbonden
specifiek renterisico, bedoeld in § 4.2 van de Regeling solvabiliteitseisen marktrisico 2011, de richtsnoeren van EBA, zoals opgenomen in EBAGuidelines on the Incremental Default and Migration Risk Charge (IRC), EBA/GL/2012/3, van 16 mei 2012.
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
DNB oefent het toezicht op de naleving van de regels bij en krachtens artikel 23f van het Bpr uit in overeenstemming met de richtsnoeren van EBA met betrekking tot het beloningsbeleid
van een financiële onderneming, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het Bpr, met inachtneming van de richtsnoeren van EBA met betrekking tot het beloningsbeleid,
zoals opgenomen in EBAGuidelines on remuneration Policies and Practices, van 10 december 2010.
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
Een bank, beleggingsonderneming of bijkantoor als bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, 3:17, derde lid, 3:22 of 3:23, tweede lid van de wet, verstrekt de informatie, bedoeld in artikel 2 van de Regeling beheerst beloningsbeleid aan DNB met gebruikmaking van het template zoals omschreven in de bijlage bij EBAGuidelines On the Data Collection Excercise Regarding high Earners, EBA/GL/2012/5, van 27 juli 2012.
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
Een bank, beleggingsonderneming of bijkantoor als bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, 3:17, derde lid, 3:22 of 3:23, tweede lid van de wet, publiceert de informatie, bedoeld in 3:74a van de wet, onderscheidenlijk in artikel 25, leden f en g van de Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 met inachtneming van de richtsnoeren van EBA zoals opgenomen in EBAGuidelines On the Remuneration Benchmarking Exercise, EBA/GL/2012/4, van 27 juli 2012.
Artikel 2:22. – geschiktheid en betrouwbaarheid (artikelen 11, 22, 73 en 135 CRD /
artikel 3:8, 3:9, 3:17, 3:271 en 3:272 Wft)
[Regeling vervallen per 24-06-2016 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2016]
-
1 Een bank of bijkantoor als bedoeld in artikel 3:17, eerste lid of 3:23, tweede lid van de wet, onderscheidenlijk een gemengde financiële holding, financiële holding of verzekeringsholding
met zetel in Nederland, voert een in procedures en maatregelen vastgelegd beleid gericht
op een onderbouwde beoordeling van de geschiktheid en de betrouwbaarheid van de personen
die zij wil benoemen in een functie, bedoeld in artikel 3:8 of 3:9 van de Wft, of in een andere integriteitsgevoelige functie, met inachtneming van de richtsnoeren
van EBA zoals opgenomen in EBAGuidelines on the assessment of the suitability of members of the management body
and key function holders, EBA/GL/2012/06, van 22 november 2012.
-
2 Onverminderd artikel 6 van het Bpr, onderscheidenlijk de Beleidsregel geschiktheid 2012, neemt DNB bij de beoordeling van de betrouwbaarheid of van de geschiktheid voor
de toepassing van de Wft de in het eerste lid bedoelde richtsnoeren in aanmerking.