Mandaatregeling pSG-cluster Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2015.
Geldend van 20-03-2013 t/m heden

Regeling van de plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 7 maart 2013, nr. 354828/13/DP&O, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de plaatsvervangend secretaris-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling pSG Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013)

Artikel 1

  • 1 Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de plaatsvervangend secretaris-generaal verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • b. de directeur Personeel en Organisatie;

    • c. de directeur Informatisering en Inkoop;

    • d. de directeur van de Departementale Auditdienst, tevens de accountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e. de directeur van de directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement;

    • f. de directeur van het Dienstencentrum i.o.;

    • g. de directeur van de baten-lastendienst Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT;

    • h. de directeur Projectendirectie Huisvesting;

Artikel 2

Als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun dienstonderdeel ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de plaatsvervangend secretaris-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie, de dienst, het bureau of het programma;

  • b. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder a, c tot en met f en h, genoemde ambtenaren betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • c. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder b, genoemde ambtenaar betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, communicatieadvies en beleidsadvies;

  • d. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder h, genoemde ambtenaar betreft, de bevoegdheid tot het nemen van personele beslissingen ten aanzien van ambtenaren werkzaam in de programma’s en projecten.

Artikel 5

  • 1 De in artikel 1, onder b, genoemde ambtenaar kan geen ondermandaat verlenen ten aanzien van de inhuur van organisatie- en formatieadvies.

Artikel 6

De in artikel 1, onder g, genoemde ambtenaar wordt aangewezen om de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake financieel beheer en het nemen van rechtspositionele besluiten verder dan één hiërarchisch niveau door te geven.

Artikel 7

De Mandaatregeling stafdirecties, cluster pSG, Justitie 2005 en de Ondermandaatregeling pSG aan DWJZ worden ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt, met uitzondering van artikel 1, tweede lid en derde lid, terug tot en met 1 juli 2011.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling pSG-cluster Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen bij het ministerie ter inzage.

De plaatsvervangend secretaris-generaal van het

Ministerie

van Veiligheid en Justitie,

N.C. Stolk-Luyten