Besluit aanpassing zaaksoort II

Geraadpleegd op 16-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-11-2014 en zichtdatum 15-12-2024.
Geldend van 20-10-2013 t/m heden

Besluit aanpassing zaaksoort II

De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze de Raad voor Rechtsbijstand (verder: de raad),

gelet op:

stelt aanvullende regels vast met betrekking tot het bijstellen van zaaksoorten en bijbehorende bewindvoerdersubsidies in het kader van de Wsnp:

Artikel 1

De raad stelt bij aanvang van elke nieuwe Wsnp-zaak de zaaksoort vast en het bijbehorende looptijdonafhankelijke deel van de vergoeding (artikel 2 Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering). De raad baseert deze vaststelling op de inhoud van de publicaties inzake de schuldsaneringszaken van de arrondissementsrechtbanken. De raad informeert de bewindvoerder over zijn besluit via het rekening-courantoverzicht dat binnen twee maanden na diens benoeming aan de bewindvoerder wordt toegestuurd.

Artikel 2

Indien de bewindvoerder tijdens de looptijd van de schuldsanering constateert dat de werkelijke zaaksoort afwijkt van de aanvankelijk vastgestelde, dient hij de raad daarover direct te informeren.

Artikel 3

De bewindvoerder verzoekt schriftelijk om aanpassing van de zaaksoort en van de vaststelling van de bijbehorende looptijdonafhankelijke vergoeding, uiterlijk op de dag van de beëindiging van de looptijd van de desbetreffende schuldsanering. Indien de raad daarom verzoekt, stuurt de bewindvoerder documentatie, aan de hand waarvan de raad de zaaksoort opnieuw kan vaststellen.

Artikel 4

De raad kan de bewindvoerder ook actief benaderen met het verzoek informatie beschikbaar te stellen waarmee hij de zaaksoort opnieuw kan vaststellen. De bewindvoerder dient hieraan medewerking te verlenen. Verleent hij geen medewerking, dan kan de raad in voorkomende gevallen een lagere bewindvoerdersubsidie vaststellen en uitbetalen.

Artikel 5

In schuldsaneringen die zijn uitgesproken op of na 1 oktober 2013 waarbij sprake is van ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap of van een geregistreerd partnerschap in gemeenschap van goederen binnen de eerste zesendertig maanden na aanvang van een dubbele zaak, brengt de bewindvoerder de raad zo spoedig mogelijk op de hoogte van de gewijzigde situatie. Indien de raad daarom verzoekt, stuurt hij daartoe bewijsstukken na. De datum waarop het verzoek tot ontbinding is ingediend bij de rechtbank of de datum waarop de beide echtelieden de samenwoning feitelijk hebben verbroken is daarbij bepalend. De aangegeven datum van verbreking van de feitelijke samenwoning moet door de rechter-commissaris aantoonbaar zijn geaccordeerd.

Artikel 6

De raad beslist zo spoedig mogelijk over de aanpassing van de zaaksoort. Besluiten in dit kader zijn vatbaar voor bezwaar als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit aanpassing zaaksoort II’ en treedt twee dagen na publicatie in de Staatscourant in werking.

Utrecht, 8 oktober 2013

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,
voor deze,

de Raad voor Rechtsbijstand,

P.J.M. van den Biggelaar,

Directeur Stelsel,

J. Wijkstra,

Directeur Bedrijfsvoering.