Wet van 6 november 2013 tot wijziging van de Mediawet 2008 teneinde het stelsel van
de landelijke publieke omroep te moderniseren
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de landelijke publieke omroep efficiënter
kan opereren als omroepverenigingen daarin hun krachten bundelen, dat erkende omroepverenigingen
van zins zijn daarop hun organisaties in te richten en dat voor het realiseren van
een dergelijk, slagvaardiger bestel wijziging noodzakelijk is van onder meer de wettelijke
voorschriften die de organisatie en financiering van landelijke publieke media-instellingen
betreffen en dat ook overigens, wat betreft de voorlopige erkende omroepverenigingen
op doelmatigheid gerichte voorzieningen worden mogelijk gemaakt, en ten slotte dat
het wettelijke regime van zendgemachtigde kerkgenootschappen en genootschappen op
geestelijke grondslag vervalt;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: