Reglement Erkenning BPV Leerbedrijven Carrosseriebranche

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-04-2016 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 18-12-2013 t/m heden

Reglement Erkenning BPV Leerbedrijven Carrosseriebranche

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • 1. Kenniscentrum:

    De Raad van Toezicht van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven VOC zoals bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).

  • 2. Leerbedrijf:

    Een bedrijf of organisatie die op grond van dit reglement bevoegd is om de beroepspraktijkvorming te verzorgen.

  • 3. Reglement:

    Reglement Erkenning BPV Leerbedrijven Carrosseriebranche.

  • 4. Onderwijsdeelnemer:

    vmbo- of mbo-student.

  • 5. Onderwijsinstelling:

    School voor vmbo of mbo.

  • 6. Beroepspraktijk:

    Bedrijfsprocessen en omstandigheden binnen een bedrijf of organisatie, die de context vormen waarin beroepsidentificatie mogelijk is.

  • 7. Beroepspraktijkvorming (BPV):

    Verwerving in de beroepspraktijk van de kennis, de houding en de vaardigheden die eigen zijn aan de gekwalificeerde uitoefening van een beroep.

  • 8. Competenties:

    Ontwikkelbare en leerbare vermogens die nodig zijn om in beroepssituaties op een juiste en professionele wijze te kunnen handelen.

  • 9. Actief leerbedrijf:

    Een bedrijf dat of organisatie die onderdeel is van het regulier, economische en/ of maatschappelijk stelsel en die op grond van dit reglement bevoegd is om de beroepspraktijkvorming te verzorgen en op dat moment daadwerkelijk mbo-deelnemers binnen het bedrijf of de organisatie opleidt.

  • 10. Praktijkopleider/ (bedrijfs)leermeester:

    Een door het leerbedrijf aangewezen persoon, die belast is met de in artikel 7.2.8 derde lid WEB, bedoelde begeleiding van deelnemers mbo binnen het bedrijf of de organisatie.

  • 11. Opleidingsadviseur:

    Is een adviseur van het kenniscentrum die het leerbedrijf ondersteunt om structureel te werken aan een goede kwaliteit van leren. Tevens bewaakt het kenniscentrum de kwaliteit van het leren in de praktijk en de professionalisering van scholingsmogelijkheden en loopbaanontwikkeling voor alle medewerkers.

Artikel 2. Doel

Uitsluitend bedrijven en organisaties die voldoen aan de bepalingen in dit reglement en die door het kenniscentrum als zodanig erkend zijn, zijn bevoegd om op te treden als leerbedrijf.

Artikel 3. Verzoek tot erkenning

  • 1 Met inachtneming van de bepalingen in dit reglement wordt een erkenning afgegeven op verzoek van het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming wil verzorgen.

  • 2 De aanvraag heeft betrekking op één of meerdere kwalificaties.

  • 3 Een aanvraag wordt uitsluitend in behandeling genomen indien dit een eerste aanvraag betreft of indien na een eerdere aanvraag en de nieuwe aanvraag ten minste zes maanden verstreken zijn.

Artikel 4. Beoordeling van het verzoek

  • 1 Het kenniscentrum verleent de erkenning indien naar haar oordeel aan de in artikel 5 genoemde voorwaarden is voldaan.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan het kenniscentrum op grond van ethische, morele of andere zwaarwegende redenen besluiten om de erkenning niet te verlenen.

  • 3 Aan de beoordeling van de aanvraag is het bedrijf of de organisatie verplicht zijn medewerking te verlenen.

Artikel 5. Voorwaarden voor erkenning

Voor de erkenning als leerbedrijf wordt het bedrijf of de organisatie geacht:

  • 1. Een goede en veilige leerplaats en werkzaamheden te bieden die behoren tot de werkprocessen van het beroep waarvoor de onderwijsdeelnemer wordt opgeleid.

  • 2. Voldoende en deskundige begeleiding te bieden gericht op de deelnemer.

  • 3. Bereid te zijn tot overleg met de onderwijsinstelling en het kenniscentrum.

  • 4. Akkoord te gaan met de vermelding van de bedrijfsgegevens in het openbaar register leerbedrijven.

  • 5. Een praktijkopleider aan te wijzen als praktijkbegeleider, die voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • is gekoppeld aan de leerling;

    • heeft minimaal hetzelfde vakinhoudelijke niveau als dat waarvoor de leerling wordt opgeleid;

    • heeft didactische en coachingsvaardigheden;

    • bezoekt de regionale praktijkopleidersavonden;

    • maakt gebruik van een opleidings- of praktijkleerplan ten behoeve van de leerling;

    • heeft overleg met de opleidingsadviseur en de school over inhoud en verloop van de beroepspraktijkvorming;

    • heeft in ieder geval taken als actieve begeleiding, voortgangs- en beoordelingsgesprekken en medebeoordeling van praktijktoetsen.

  • 6. De eisen die aan een leerplaats en aan de begeleiding worden gesteld kunnen afhankelijk zijn van de bijzondere eisen per kwalificatie waarvoor de erkenning wordt verleend.

Artikel 6. Verlenen van de erkenning

  • 1 Uiterlijk tien werkdagen na dagtekening van het verzoek als bedoeld in artikel 3 lid 1 beslist het kenniscentrum over de verlening van de erkenning en maakt dit aan het bedrijf of de organisatie bekend. Overschrijding van deze termijn is in uitzonderlijke gevallen toegestaan en dient in de beslissing te worden gemotiveerd.

  • 2 De erkenning wordt verleend voor één of meerdere kwalificaties mbo en / of vmbo.

  • 3 De erkenning wordt verleend op vestigingsniveau

  • 4 Van de beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt het bedrijf of de organisatie schriftelijk binnen 20 werkdagen na dagtekening van het verzoek tot erkenning in kennis gesteld. Indien de erkenning niet wordt verleend, worden de redenen vermeld.

  • 5 De erkenning is geldig voor een periode van 4 jaar.

Artikel 7. Verlengen van de erkenning

  • 1 Na het verstrijken van de in artikel 6 lid 5 genoemde periode, wordt de erkenning voor dezelfde duur door het kenniscentrum verleend. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Van de beslissing over het verlengen wordt het leerbedrijf in kennis gesteld. Indien de verlenging geweigerd wordt, wordt het leerbedrijf schriftelijk onder opgave van redenen van deze beslissing op de hoogte gebracht.

Artikel 8. Intrekken van de erkenning

  • 1 Het kenniscentrum zal besluiten tot intrekking van de erkenning, indien naar haar oordeel:

    • a. niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 3 en 5, die aan het besluit tot erkenning ten grondslag hebben gelegen;

    • b. omstandigheden optreden waardoor de persoonlijke belangen van een deelnemer worden geschaad, waaronder in elk geval maar niet uitsluitend begrepen: omstandigheden waarbij sprake is van (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld en omstandigheden waarbij arbeid-, gezondheid-, milieu-, en veiligheidsrisico’s optreden;

    • c. andere zwaar wegende omstandigheden optreden, waaronder in elk geval maar niet uitsluitend begrepen: maatregelen in het leerbedrijf door een toezichthoudende instantie op het leerbedrijf, waardoor de erkenning in redelijkheid niet kan worden gehandhaafd.

  • 2 Van intrekking van de erkenning wordt het leerbedrijf schriftelijk onder opgave van redenen door het kenniscentrum op de hoogte gebracht.

Artikel 9. Dienstverlening

  • 1 Het leerbedrijf heeft recht op ondersteuning van het kenniscentrum bij het vervullen van de rol als leerbedrijf. Ondersteuning is gericht op het verhogen van de kwaliteit van de leeromgeving en van het praktijkleren.

  • 2 Het kenniscentrum brengt het bedrijf in kaart. Met het bedrijf worden afspraken gemaakt hoe het zich verder kan ontwikkelen als leerbedrijf of hoe het leerbedrijf de kwaliteit op peil kan houden. Tijdens de kwaliteitsbezoeken die tweemaal per jaar bij een actief leerbedrijf plaatsvinden, wordt bekeken welke acties zijn ondernomen door het bedrijf.

Artikel 10. Bezwaar

  • 1 Indien de erkenning geweigerd, ingetrokken of niet verlengd wordt, kan het bedrijf of de organisatie tegen de beslissing als bedoeld in de artikelen 6 lid 1, 7 lid 2 en 8 lid 1 binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bezwaar maken bij het bestuur van het kenniscentrum.

Artikel 11. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het kenniscentrum.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 juni 2008. Het reglement is aangepast en opnieuw vastgesteld door het kenniscentrum op 4 november 2013.

Artikel 13. Wijzigingen

Wijzigingen in het reglement worden vastgesteld door het bestuur van het kenniscentrum.