Belastingplan 2014

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014 en zichtdatum 01-01-2014.
Geldend van 01-01-2014 t/m 24-02-2014

Wet van 18 december 2013 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor het jaar 2014 wenselijk is een aantal fiscale maatregelen te treffen die voortvloeien uit het regeerakkoord en maatregelen te treffen ter voorkoming van fraude en ontduiking;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IX

Indien artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2015, bij het begin van het kalenderjaar 2016, onderscheidenlijk bij het begin van het kalenderjaar 2017, wordt toegepast, worden, met overeenkomstige toepassing van dat artikel, bij ministeriële regeling eveneens gewijzigd:

Artikel X

Na toepassing van de artikelen I, II, III, V, VI of VII worden de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 2.10, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij ministeriële regeling gewijzigd in de bedragen die na toepassing van die artikelen voortvloeien uit de in de kolommen I en II van die tabel vermelde bedragen en de in kolom IV van die tabel vermelde percentages. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 2.10a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 20a, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en op de bedragen in kolom III van de tabel in artikel 20b, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel XI

[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel XVa

Bij een overlijden in de periode van 1 januari 2015 tot en met 29 juni 2015 is artikel 12, eerste lid, eerste volzin, van de Successiewet 1956 niet van toepassing op een schenking als bedoeld in artikel 33a, eerste lid, van die wet, zoals dat luidde op 31 december 2014, voor zover voor die schenking een verhoogde vrijstelling gold.

Artikel XVII

Het aan de ondernemer toekomend recht om de belasting in aftrek te brengen op het tijdstip dat de belasting in rekening is gebracht ter zake van goederen en diensten voor zover deze waren bestemd voor de vervaardiging van een goed als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals dat artikel luidde op 31 december 2013, blijft in stand voor zover de ondernemer dit recht al had vóór 1 januari 2014. Deze aftrek wordt herzien bij ingebruikname van de goederen en diensten in de zin van artikel 15, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

Artikel XVIII

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.]

Artikel XXII

[Red: Wijzigt de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten.]

Artikel XXIIIc

Voor de periode die ingaat met ingang van 1 juli 2014 en afloopt met ingang van 1 oktober 2014 is in afwijking van artikel 17 van de Wet belastingen op milieugrondslag de belasting voor de geleverde hoeveelheid, bedoeld in artikel 18, onderdelen b tot en met e van die wet, verschuldigd op het eerstvolgende tijdstip, bedoeld in artikel 17, eerste lid, dat zich voordoet na 30 september 2014.

Artikel XXIV

Met ingang van 1 januari 2017 wordt in de Wet belastingen op milieugrondslag het in artikel 59, eerste lid, onderdeel c, opgenomen tarief voor een geleverde hoeveelheid die niet hoger is dan 10.000 kWh verhoogd met € 0,0003.

Artikel XXXII

[Red: Wijzigt de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013.]

Artikel XXXIII

[Red: Wijzigt de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen (kst. 33610).]

Artikel XXXIIIa

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (afschaffing algmene tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, enz.) (kst. 33726).]

Artikel XXXIIIb

[Red: Wijzigt de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten.]

Artikel XXXIIIc

Artikel 24 van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en de daarop gebaseerde bepalingen zoals die luidden op 31 december 2013, blijven van toepassing op aanspraken van belastingplichtigen over de aan het kalenderjaar 2014 voorafgaande kalenderjaren.

Artikel XXXIIId

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over door de rijksbelastingdienst te verstrekken tegemoetkomingen specifieke zorgkosten aan belastingplichtigen met uitgaven voor specifieke zorgkosten als bedoeld in afdeling 6.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • 2 De uitbetaling en terugvordering van verstrekte tegemoetkomingen specifieke zorgkosten geschieden overeenkomstig de regels die gelden voor de invordering van inkomstenbelasting, met dien verstande dat bij de overeenkomstige toepassing van artikel 24 van de Invorderingswet 1990 een uit te betalen tegemoetkoming specifieke zorgkosten uitsluitend kan worden verrekend met een terugvordering van een tegemoetkoming specifieke zorgkosten.

Artikel XXXIV

Artikel XXXV

Artikel XXXVI

Ingeval de samenloop van wetten die in 2013 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

Artikel XXXVII

  • 5 In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIA, onderdeel C, in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 18 december 2013

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

De Staatssecretaris van Financiën,

F.H.H. Weekers

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten