Wijzigingswet Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, enz. (herziening maatregelen kinderbescherming)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2022.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-12-1995 en zichtdatum 21-11-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Wet van 12 maart 2014 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid ook in de regeling van de maatregelen van kinderbescherming meer centraal te stellen, en voorts te verduidelijken dat bij alle beslissingen het belang van het kind een eerste overweging dient te zijn, en dat daartoe Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 1.]

Artikel III

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel V

Onze Ministers zenden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel VI

De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 12 maart 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten