Paragraaf 1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
1.1 Inleiding
Een groot deel van de bevolking in ontwikkelingslanden wordt niet of onvoldoende bereikt
door gezondheidstechnologieën die een effectieve en betaalbare oplossing bieden voor
veel voorkomende ziekten en gezondheidsproblemen. Volgens de Wereldbank en WHO is
dit gebrek aan effectieve en betaalbare middelen voor diagnostiek, behandeling en
preventie het primaire probleem voor het onder controle brengen van armoede gerelateerde
gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden. Vooral armere bevolkingsgroepen, de zogenoemde
‘Bottom of the Pyramid’ (BoP) die onevenredig getroffen worden door eenvoudig te voorkomen
of behandelbare gezondheidsproblemen, zijn gebaat bij innovatieve gezondheidstechnologieën.
Het zijn juist deze groepen die in veel landen de motor van de nationale economie
vormen en dus van belang zijn voor de economische groei van het land. De nog altijd
veel voorkomende ziekten zoals aids, tuberculose, malaria en andere armoede gerelateerde
gezondheidsproblemen, alsmede aandoeningen gerelateerd aan seksuele en reproductieve
gezondheid hebben namelijk een forse negatieve impact op de arbeidsproductiviteit.
En daarnaast hebben zwangerschap en bevalling in ontwikkelingslanden (te) vaak ziekte
en sterfte van de (aanstaande) moeders tot gevolg. Daarmee valt ook de spil in het
gezin tijdelijk of voorgoed weg met alle gevolgen van dien.
Nederland heeft op het gebied van ‘Life Sciences and Health’ unieke en hoogstaande
expertise. De sector is door het kabinet aangewezen als topsector, wat inhoudt dat
de overheid samen met bedrijven en de wetenschap gericht in de sector investeert.
Via samenwerking tussen ondernemingen, kennisinstellingen en organisaties uit de publieke
sector kan de Nederlandse expertise worden ingezet om innovatieve oplossingen te ontwikkelen
voor de gezondheidsproblematiek in ontwikkelingslanden. Een betere gezondheid komt
de economische ontwikkeling ten goede, terwijl een betere economische situatie ook
bevorderlijk is voor de gezondheid van mensen. Dit biedt kansen voor Nederlandse en
lokale ondernemingen om innovatieve oplossingen te bedenken en uit te voeren.
Nederland neemt daarnaast ook een belangrijke internationale positie in als het aankomt
op Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). Nederland wordt gezien
als een internationale leider op dit terrein, onder andere door de goede resultaten
op eigen bodem. Zo behoort het aantal tienerzwangerschappen en abortussen in Nederland
tot de laagste in de wereld. Investeren in seksuele gezondheid is erg belangrijk.
Dit leidt namelijk tot kleinere, gezondere en beter opgeleide gezinnen, wat bijdraagt
aan het zogenaamde ‘demografisch dividend’. Dit is een stijgende productiviteit onder
de bevolking van een land, die tot langdurige economische groei leidt. Daarom blijft
Nederland ook krachtig investeren in SRGR en is het één van de prioriteiten van de
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking.
De Minister heeft daarom besloten projecten te financieren die ervoor zorgen dat er
voor bevolkingsgroepen aan de BoP innovatieve gezondheidstechnologieën beschikbaar
komen die armoede gerelateerde ziekten en aandoeningen gerelateerd aan SRGR bestrijden.
Tot en met 31 december 2016 is er in de vorm van het Fonds Life Sciences & Health
for Development (hierna: Fonds LS&H4D) € 2.700.000 beschikbaar voor het ondersteunen
van samenwerkingsverbanden die zich richten op de ontwikkeling van dergelijke gezondheidstechnologieën.
1.2 Doelstellingen
Het Fonds LS&H4D geeft mede invulling aan het speerpunt Seksuele en Reproductieve
Gezondheid en Rechten (inclusief HIV/aids), één van de vier speerpunten van het huidige
ontwikkelingsbeleid. Daarnaast sluit het fonds aan op het beleid om nieuwe coalities
tussen ondernemingen, non-gouvernementele organisaties en kennisinstellingen te stimuleren,
zoals verwoord in de recente nota Handel en OS.
De hoofddoelstelling van het Fonds LS&H4D is:
Structurele armoedebestrijding door het verhogen van de gezondheidsstatus van de armere
bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden door middel van innovatieve gezondheidstechnologieën
voor preventie, diagnostiek en/of behandeling van aan SRGR gerelateerde aandoeningen
en armoede gerelateerde ziekten. Hierbij worden kansen gecreëerd voor samenwerkingsverbanden
die door het ontwikkelen van innovatieve gezondheidstechnologieën een bijdrage leveren
aan de economische groei in ontwikkelingslanden.
Meer specifieke doelstellingen van het Fonds LS&H4D zijn als volgt:
-
1. Een groeiend aantal mensen heeft toegang tot antiretrovirale medicijnen, voorbehoedsmiddelen
en andere producten voor goede seksuele en reproductieve gezondheid.
-
2. Publiek en private klinieken leveren betere seksuele en reproductieve zorg waar steeds
meer mensen gebruik van maken.
-
3. Het bestrijden van armoede gerelateerde ziekten zoals beoogd in VN Millennium Doel
nummer 6.
De categorieën gezondheidstechnologie, die naar verwachting op de bovengenoemde thema’s
de meest directe bijdrage kunnen leveren aan de gezondheidsstatus van de armere groepen
in ontwikkelingslanden, zijn:
-
a. geneesmiddelen;
-
b. bio-medische producten zoals vaccins;
-
c. medische apparaten;
-
d. ondersteunende technologieën en diensten om effectieve diagnostiek, therapie of preventie
mogelijk te maken.
1.3 Subsidiabele projecten
Aanvragen voor subsidie hebben betrekking op projecten die gerelateerd zijn aan een
bepaalde fase van productinnovatie, waarbij de innovatieketen zich uitstrekt van technisch
economisch haalbaarheidsonderzoek tot en met de ontwikkeling van een ‘proof of concept’.
Of de aanvragen hebben betrekking op projecten die zijn gericht op onderzoek van de
introductie van producten, procedés of diensten op nieuwe markten, met uitzondering
van daadwerkelijke vermarkting ervan. Per samenwerkingsverband kan ten hoogste één
aanvraag voor subsidie in aanmerking komen. Indien een samenwerkingsverband meerdere
projecten indient die in aanmerking komen voor subsidie, wordt alleen de aanvraag
die het beste voldoet aan de maatstaven van het Fonds LS&H4D gehonoreerd. De projecten
waarvoor subsidie verleend kan worden moeten leiden tot een business case die geschikt
is om te worden gepresenteerd bij relevante financiële instellingen en/of ten behoeve
van call for proposals in de (inter)nationale context. Dit om verdere productinnovatie
of marktintroductie van een gezondheidstechnologie te stimuleren.
Figuur 1: schematische weergave van de mogelijke projecten binnen het Fonds LS&H4D,
hetgeen onder de subsidiabele projecten valt is grijs en blauwgekleurd weergegeven.
1.4 Project resultaatsketen
De gekozen methodiek voor het soort projecten onder LS&H4D is de resultaatketen .
Deze fungeert tevens als de basis voor de monitoring en evaluatie. De resultaatsketen
beschrijft de logische stappen tussen de input van het project en de korte- en langetermijneffecten
die met de LS&H4D projecten worden beoogd. De resultaatsketen bestaat uit de volgende
hieronder beschreven afzonderlijke stappen.
Input
Onder input worden verstaan de financiële-, menselijke-, materiële-, technologische-
en informatiebronnen die worden ingezet voor de ontwikkelingsinterventie. De input
staat dus voor de middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het project.
Activiteiten
Activiteiten zijn maatregelen of werkzaamheden waarmee input, zoals middelen of technische
hulp, wordt gemobiliseerd om een specifieke output te bewerkstelligen. Onder LS&H4D
zijn vijf projectsoorten benoemd waarvan activiteiten subsidiabel zijn, zie paragraaf 1.3.
Output
Onder output wordt verstaan de producten en diensten na de voltooiing van de activiteiten
in het kader van een ontwikkelingsinterventie. In het geval van LS&H4D wordt output
specifiek omschreven als de Business Case die opgesteld wordt voor het verkrijgen
van financiering voor de verdere ontwikkeling van de beoogde gezondheids-technologie
omschreven in de subsidieaanvraag.
Figuur 2 Resultaatsketen van LS&H4D-projecten Inputs Activiteiten Outputs Outcomes
Outcome
Outcome is het beoogde of verwezenlijkte korte-termijneffect van de output van een
interventie, die meestal gezamenlijke inspanningen vergt van de partners. De outcome
staat voor veranderingen in de ontwikkelingssituatie die optreden tussen de afronding
van de output en de verwezenlijking van de impact. In het geval van LS&H4D wordt met
outcome specifiek gedoeld op het indienen van de ontwikkelde Business Case (de output)
bij relevante financiële instellingen en/of ten behoeve van call for proposals in
de (inter)nationale context, zie paragraaf 1.3.
Impact
Langetermijneffecten worden aangeduid als impact. Met impact worden bedoeld de positieve
en negatieve effecten van een ontwikkelingsinterventie op de lange termijn voor identificeerbare
bevolkingsgroepen. Dit kunnen directe en indirecte en bedoelde en onbedoelde effecten
zijn. Deze effecten kunnen economisch, sociaal-cultureel, institutioneel of technisch
zijn, dan wel het milieu of andere sectoren betreffen. Op impact niveau zijn voor
LS&H4D drie specifieke doelstellingen (sub-thema’s) gedefinieerd, zie paragraaf 1.2.
1.5 Uitvoerder
De Minister heeft de uitvoering van deze beleidsregels opgedragen aan de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (hierna te noemen RVO.nl), agentschap van het Ministerie
van Economische Zaken. RVO.nl zal deze beleidsregels uitvoeren namens de Minister
op grond van een aan RVO.nl verleend mandaat.
1.6 Administratieve lasten
Ter verantwoording van de administratieve lasten waarmee de penvoerder met het aanvragen
en eventueel verkrijgen van een subsidie in het kader van het Fonds LS4H&D te maken
krijgt is een toets uitgevoerd volgens een standaard kostenmodel. Daarbij is rekening
gehouden met de indiening van een aanvraag, de beheerfase, de afronding van het project,
waarna de penvoerder een verzoek om vaststelling van de subsidie moet indienen, en
eventuele bezwaar-en beroepsprocedures. Uit de berekening blijkt dat het totale percentage
administratieve lasten ten opzichte van het totale beschikbare subsidiebudget ca. 4,5%
bedraagt. Het voorgaande bepaalt niet wat er wel en niet subsidiabel is op basis van
deze beleidsregels, dit is wel in paragraaf 6 opgenomen.
Paragraaf 9. Beoordelingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Aanvragen die niet reeds zijn afgewezen op basis van voorgaande paragrafen worden
inhoudelijk beoordeeld op grond van onderstaande criteria. Om in aanmerking te kunnen
komen voor een subsidie dient de kwaliteit van de aanvraag van voldoende kwaliteit
te zijn, dat wil zeggen dat de aanvraag minimaal 73 punten dient te scoren. Bovendien
geldt dat zowel de beleidsmatige als inhoudelijke technische kwaliteit van het voorstel,
als de kwaliteit van de penvoerder en die van het samenwerkingsverband voldoende moet
zijn. Alleen de aanvragen die aan deze minimale kwaliteitseisen voldoen worden gerangschikt
op basis van de behaalde scores en volgens deze rangschikking van subsidie voorzien
totdat het subsidieplafond is bereikt.
Beleidsmatig (maximaal 38 punten te behalen)
De mate waarin het project beleidsmatig relevant is, wordt beoordeeld aan de hand
van de volgende criteria:
-
– Relevantie voor gezondheidsverbetering: de mate waarin het project de bestrijding
van aandoeningen gerelateerd aan seksuele en reproductieve gezondheid en armoede gerelateerde
ziekten bij de BoP bevolking ten goede komt;
-
– Ontwikkelingsrelevantie: de mate waarin het project bijdraagt aan economische ontwikkeling
en groei door marktkansen te creëren voor ondernemingen in ontwikkelingslanden, op
het terrein van gezondheidstechnologie voor armoede gerelateerde gezondheidsproblematiek
onder de BoP bevolking;
-
– Toegang: de wijze waarop en de mate waarin de toegang van de BoP bevolking tot, en
gebruik van de te ontwikkelen gezondheidstechnologie op betaalbare wijze zal worden
gewaarborgd middels afspraken omtrent de intellectuele eigendomsrechten op – in het
kader van door het samenwerkingsverband voortgebrachte – kennis, proces en producten.
-
– Innovatie: de mate waarin de voorgestelde oplossingen/technologieën/benaderingen innovatief
zijn, onderbouwd door bijvoorbeeld (wetenschappelijk en ander relevant) onderzoek,
probleem-, doelgroep- en contextanalyses.
-
– Financiering Business Case: de wijze waarop en de mate waarin aangegeven wordt hoe
de te ontwikkelen business case ter bevordering van de gezondheidsstatus van de armere
bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden in het project financierbaar is door relevante
financieringsinstellingen en/of ‘call for proposals’ in de (inter)nationale context.
Inhoudelijk en technisch (maximaal 31 punten te behalen)
Ten aanzien van de technische kwaliteit van het project, worden de onderstaande criteria
betrokken in de beoordeling:
-
– Uitwerking van Outputs, Activiteiten, Middelen en Risico's: de mate waarin het project
is uitgewerkt in outputs, voorgenomen activiteiten, middelen en risico’s en is voorzien
van een helder verband tussen deze niveau’s.
-
– Uitwerking van beoogde outputs, voorgenomen activiteiten, middelen en risico’s in
SMART-systematiek: de mate waarin outcomes, outputs, middelen en risico's Specifiek,
Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn uitgewerkt.
-
– Risico’s, monitoring en bijsturing: de mate waarin sprake is van adequaat risicomanagement,
bestaande uit een adequate risicoanalyse, inclusief corruptie, en een adequaat systeem
voor monitoring en mitigatie, inclusief relevante dwarsverbanden tussen parallelle
activiteiten, en bijsturing.
-
– De mate waarin het project enerzijds voortvloeit uit (wetenschappelijk en ander relevant)
onderzoek, probleem-, doelgroep- en contextanalyses, en anderzijds is gericht op de
gezondheidsproblematiek van de BoP
-
– De mate waarin het project is gericht op innovatie op het terrein van SRGR- en armoede
gerelateerde ziekten.
-
– De mate waarin het voorgestelde project technisch uitvoerbaar en haalbaar is in de
daarvoor gestelde periode en geen negatieve implicaties voor het milieu of sociale
omstandigheden heeft.
Organisatie (maximaal 14 punten te behalen)
Ten aanzien van de kwaliteit van de penvoerder worden de volgende criteria gebruikt
bij de beoordeling:
-
– De mate waarin de penvoerder beschikt over voldoende capaciteit op het gebied van
planning, monitoring en evaluatie om verantwoording af te leggen over de uitvoering
van het project.
-
– De mate waarin de penvoerder beschikt over voldoende capaciteit op het gebied van
financieel en administratief management om het project succesvol te kunnen uitvoeren.
Samenwerkingsverband (maximaal 17 punten te behalen)
Ten aanzien van het samenwerkingsverband worden de volgende criteria gebruikt bij
de beoordeling:
-
– De kwaliteit van de risicoanalyse van het samenwerkingsverband. In deze analyse is
in ieder geval aandacht besteed aan de succes- en risicofactoren dan wel de zwakke/sterke
punten van het samenwerkingsverband ten aanzien van de uitvoering van het project
en worden mitigerende maatregelen voorgesteld.
-
– De toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband: de wijze waarop en de mate waarin
het project van het samenwerkingsverband meerwaarde heeft ten opzichte van activiteiten
van individuele organisaties.
-
– De mate waarin het project aansluit bij de huidige kernactiviteiten en strategie van
de deelnemers van het samenwerkingsverband.