A. Inleiding
Voor welke instellingen geldt dit controleprotocol?
Dit controleprotocol is van toepassing op de jaarrekeningen van de regionale publieke
media- instellingen. Het is bestemd voor de accountant (hierna: instellingsaccountant)
die belast is met de controle van de jaarrekening van de regionale media-instelling.
Doel
Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van het Commissariaat vast te
leggen ten aanzien van de verklaring van de instellingsaccountant bij de jaarrekening.
Dit in het kader van de rechtmatigheidstoetsing waar het Commissariaat volgens artikel 2.173a Mw 2008 mee is belast.
Kader
De regionale media-instelling brengt jaarlijks een financieel verslag (jaarrekening
en directieverslag) uit, dat vergezeld gaat van een controleverklaring omtrent getrouwheid
aan het Commissariaat.
Nadere regels met betrekking tot de inrichting van de jaarrekening en het directieverslag
zijn te vinden in het Handboek Financiële Verantwoording Regionale Publieke Media-instelling.
Het object van controle is de verantwoording van de regionale media-instelling. De
verantwoording bestaat uit het (financieel) jaarverslag en de additionele informatie.
De te controleren additionele informatie bestaat uit de volgende overzichten:
-
– Specificatie van de bijdragen van derden, inclusief sponsorbijdragen;
-
– Specificatie van de bijdragen van derden, inclusief sponsorbijdragen externe producenten;
-
– Specificatie van de nevenactiviteiten;
-
– Specificatie van bartering contracten.
De accountantscontrole omvat:
-
• de controle van de jaarrekening;
-
• de controle van de additionele informatie;
-
• het vaststellen dat het directieverslag geen materiële tegenstrijdigheden met (financieel)
jaarverslag bevat en/of een materieel onjuiste voorstelling van zaken bevat.
Bij de controle van de jaarrekening en de additionele informatie stelt de instellingsaccountant
van de regionale media-instelling respectievelijk de getrouwheid vast van de in de
balans en de exploitatierekening gepresenteerde cijfers en de juistheid en volledigheid
van de additionele informatie in overeenstemming met de eisen zoals gesteld in het
Handboek. De controle van de jaarrekening is tevens gericht op de naleving van de
in de beschikking tot bekostiging gestelde specifieke verplichtingen, i.c. rechtmatigheidsbepalingen.
Op grond van zijn controlewerkzaamheden dient de instellingsaccountant een getrouwheids-
en rechtmatigheidsoordeel, zoals opgenomen in de controleverklaring (Model IX) af
te geven bij de jaarrekening en een getrouwheidsoordeel bij de additionele informatie
(Model X). De controle dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de Nadere
Voorschriften Controle en Overige Standaarden (NV COS) zoals uitgegeven door het Koninklijke
NBA en de aanwijzingen zoals opgenomen in dit controleprotocol.
De controle van de additionele informatie dient het mogelijk te maken een accountantsoordeel
af te geven op de volgende specifieke onderdelen:
Procedure
De regionale media-instellingen dienen op grond van de Mediawet jaarlijks vóór 1 mei na afloop van het voorgaande boekjaar hun jaarrekening en additionele
informatie in bij het Commissariaat.
Naast de regelgeving uit de Mediawet, het Mediabesluit en de Mediaregeling 2008 inzake de jaarrekening gelden voor de regionale media-instelling ook de beleidsregels
van het Commissariaat, onder andere inzake nevenactiviteiten, bartering en samenwerking
met (commerciële) derden. Voor een overzicht van de beleidsregels verwijzen wij naar
de website www.cvdm.nl.>regelgeving > beleidsregels.
Om zijn financieel toezicht te kunnen uitoefenen dient de regionale media-instelling
zijn (financieel) jaarverslag en additionele informatie aan het Commissariaat te verstrekken.
B. Reikwijdte accountantsonderzoek
Onderzoeksaanpak
De instellingsaccountant neemt in zijn controledossier een risicoanalyse op, waarin
expliciet rekening wordt gehouden met de aandachtspunten van dit controleprotocol.
In het controledossier geeft de instellingsaccountant aan of en zo ja waarom onderwerpen
uit dit controleprotocol niet zijn gecontroleerd. Dit controledossier vormt de basis
voor een review die het Commissariaat kan (laten) uitvoeren. De instellingsaccountant
controleert de financiële rechtmatigheid van de besteding van de mediagelden. De accountant
van de regionale media-instelling neemt in zijn controleaanpak tevens de in de beschikking
tot bekostiging vermelde specifieke verplichtingen, i.c. rechtmatigheidbepalingen
mee. De op de financiële rechtmatigheid van toepassing zijnde wettelijke bepalingen
uit de MW 2008 zijn aangegeven in de artikelen 2.135, 2.170, lid 7, 2.170, lid 9 en 2.175. Van de instellingsaccountant wordt verwacht dat hij over de naleving van de bepalingen,
zoals hieronder opgenomen onder financiële beheershandelingen, rapporteert in het
verslag van bevindingen.
In bepaalde gevallen is een bekostigde instelling in de zin van de Europese regelgeving
een aanbestedende dienst. De accountant controleert in dat geval of de instelling
de richtlijnen voor Europese aanbesteding naleeft. De accountant gaat na of bij in
het controlejaar aangegane verplichtingen de Europese aanbestedingsregels zijn nageleefd.
De accountant weegt zijn bevindingen mee in zijn oordeel. Indien de accountantscontrole
fouten aan het licht brengt die de instelling niet herstelt, vermeldt de accountant
deze in het verslag van bevindingen. Hiervoor geldt een rapportagetolerantie van 0%.
Bij de jaarlijkse toetsing van de financiële rechtmatigheid van alle bestedingen en
inkomsten kunnen door het Commissariaat aanwijzingen zijn gegeven. De instellingsaccountant
betrekt de naleving van de aanwijzingen in zijn controle. Voor zover deze niet zijn
nageleefd maakt de instellingsaccountant daarvan melding in het verslag van bevindingen.
Tevens weegt de instellingsaccountant eventuele fouten en onzekerheden die hieruit
voortvloeien, bij de strekking van het getrouwheids- en rechtmatigheidsoordeel.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat hij met een betrouwbaarheid
van 95% de uitspraak kan doen dat in de verantwoording geen onjuistheden voorkomen
met een belang groter dan de voorgeschreven toleranties. Voor de strekking van de
controleverklaring gelden de volgende toleranties:
|
Onjuistheden
(in de verantwoording)
|
Onzekerheden (in de controle)
|
Beperking
|
Afkeuring
|
Beperking
|
Oordeelsonthouding
|
Rechtmatigheid
a.Instellingen (% van de totale lasten)
|
>1 en <3
|
=>3
|
>3 en <10
|
=>10
|
Getrouwheid van de jaarrekening
b. Balans (% van de balanstelling)
c. Exploitatierekening (% van de baten)
|
>5 en <10
>2 en <5
|
=> 10
=> 5
|
>5 en <10
>5 en <10
|
=> 10
=> 10
|
Getrouwheid van de Additionele informatie (uitsluitend deel 1)
d. Exploitatierekening (% baten per onderscheiden categorie)
|
>2 en <5
|
=> 5
|
>5 en <10
|
=> 10
|
Voor het omgaan met geconstateerde fouten geldt de volgende gedragslijn. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen fouten die wel en fouten die geen invloed kunnen hebben
op de financiële rechtmatigheid van de bestedingen en inkomsten. Geconstateerde fouten
die wel invloed kunnen hebben, moeten voor zover mogelijk door de instelling worden
gecorrigeerd. Hierbij is het niet van belang of de tolerantiegrenzen worden overschreden.
Voor het omgaan met geconstateerde fouten die geen invloed hebben op de financiële
rechtmatigheid van bestedingen en inkomsten gelden de toleranties die in het schema
staan. De instelling corrigeert deze fouten als de tolerantiegrens wordt overschreden.
De accountant vermeldt alle fouten groter dan 0,1% van de lasten die niet zijn gecorrigeerd
in het verslag van bevindingen.
Normenkader
De publieke media-instelling stelt de jaarrekening op in overeenstemming met de richtlijnen
die zijn opgenomen in het Handboek. In de jaarrekening is tevens een aantal modellen
opgenomen dat behoort tot de categorie Additionele informatie.
De instellingsaccountant controleert de jaarrekening van de regionale publieke media-instellingen.
De controle is gericht op het vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening en
op de toetsing van de financiële rechtmatigheid van alle bestedingen en inkomsten.
Onder financiële rechtmatigheid wordt verstaan dat alle financiële transacties van
de regionale publieke media-instelling hebben plaatsgevonden binnen de bepalingen
die bij het wettelijk kader zijn weergegeven. Als een financiële transactie in strijd
met het wettelijk kader heeft plaatsgevonden, dan dient de instellingsaccountant het
totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan te
merken. Het totaal aan financiële rechtmatigheidsfouten dient de instellingsaccountant
te betrekken bij het rechtmatigheidsoordeel.
De instellingsaccountant stelt vast dat de opgave van het bedrag van de bezoldiging
voor de bestuurders juist en volledig is. De verplichtingen, bedoeld in artikel 383 c van Titel 9 Boek 2 BW zijn van toepassing. Dit betekent voor publieke media-instellingen dat zij een opgave
op naamsniveau moet doen van alle bestuurders en gewezen bestuurders.
De accountant stelt aan de hand van de administratie van de publieke media-instelling
integraal vast of de gegevens in de jaarrekening van de publieke media-instelling
op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is, geeft de accountant een
ander dan goedkeurend getrouwheidsoordeel af en vermeldt hij de ontbrekende informatie
alsnog in zijn verklaring. Voor deze post geldt een controletolerantie van 0%.
In dit kader wordt verwezen naar NBA Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel
in de controleverklaring bij materiële tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening.
De accountant stelt, aan de hand van de administratie van de instelling integraal
vast of de opgave aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op
grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is dan neemt de accountant
dit op in een verslag van bevindingen zoals vermeld in het accountantsverslag.
Rapportages accountantsonderzoek
Controleverklaring
De departementale accountant en het Commissariaat moeten beschikken over een rechtmatigheidsoordeel
inzake de bestedingen van de mediagelden zoals verantwoord in de jaarrekening, en
een getrouwheidsoordeel inzake de jaarrekening en de Additionele informatie. De instellingsaccountant
van de regionale publieke media-instelling verstrekt daartoe een controleverklaring
inzake getrouwheid en financiële rechtmatigheid bij de jaarrekening en een controleverklaring
inzake getrouwheid bij de Additionele informatie. De instellingsaccountant hanteert
bij het opstellen van de goedkeurende controle verklaring de voorgeschreven modellen
die bij dit controleprotocol zijn gevoegd (Model A voor de verklaring bij de jaarrekening
en Model B voor de verklaring bij de Additionele informatie). Bij een niet-goedkeurende
controleverklaring past de accountant de Modellen A en B aan overeenkomstig de betreffende
voorbeeldteksten van de Koninklijke NBA. De instellingsaccountant waarmerkt de jaarrekening en additionele informatie.
Accountantsverslag
De accountant stelt een accountantsverslag op en besteedt in zijn verslag ten minste
aandacht aan de planning, uitvoering en bevindingen ten aanzien van zijn controle
op de rechtmatigheid van de verantwoording en de rechtmatigheid van de transacties
tussen verbonden partijen waaronder samenwerkingsverbanden met publieke en private
partijen. Onderdeel van de transacties tussen verbonden partijen betreft de controle
op de aanwezigheid van schriftelijke ondertekende contracten waarin is geregeld dat
doorbelasting tussen partijen op ‘at arms length’ basis plaatsvindt.
NB: De directie, respectievelijk het bestuur van de regionale publieke media-instelling
verstrekt een afschrift van het accountantsverslag aan het Commissariaat.
Management letter
De instellingsaccountant stelt naast een controleverklaring een management letter
op ten behoeve van de leiding en het toezichthoudend orgaan van de regionale media-instelling.
In de managementletter rapporteert de instellingsaccountant over zijn controlebevindingen.
NB: De directie, respectievelijk het bestuur van de regionale publieke media-instelling
verstrekt een afschrift van deze management letter aan het Commissariaat.
Bijlagen:
Model IX – Controleverklaring bij de jaarrekening
Model X – Controleverklaring bij de additionele informatie