Besluit van 20 juni 2014 tot wijziging van het Rechtspositiebesluit commissarissen
van de Koning, het Rechtspositiebesluit burgemeesters, het Rechtspositiebesluit gedeputeerden,
het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden,
het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Waterschapsbesluit en het Rechtspositiebesluit
Rijksvertegenwoordiger BES in verband met de harmonisering en modernisering van deze
besluiten (Besluit harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke
ambtsdragers)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van 12 mei 2014, nr. 2014-0000245127;
Gelet op de artikelen 44, tweede lid, en 66, tweede lid, 79 en 95, vierde lid, van de Gemeentewet, de artikelen 43, tweede lid, en 65, tweede lid, 77 en 93, vierde lid, van de Provinciewet en de artikelen 32a, eerste lid, en 44, eerste lid, van de Waterschapswet en artikel 193, tweede lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 juni 2014, no.
W04.141/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 19 juni 2014, nr. 2014-0000303123;
Hebben goedgevonden en verstaan: