Wet van 4 juni 2014, houdende nieuwe regels met betrekking tot de verdeling van woonruimte
en de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingswet 2014)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen
met betrekking tot de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: