Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen

Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015 en zichtdatum 26-11-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m 18-02-2016

Besluit van 1 september 2014, houdende regels voor het aanduiden van de hoeveelheid op voorverpakkingen (Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 juni 2014, kenmerk 382626-122055-VGP, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op:

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 juli 2014, No.W13.14.0216/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 augustus 2014, 645331-123909-VGP, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • bedrijfscontrolesysteem: de wijze waarop bedrijfscontroles als bedoeld in bijlage I, punt 4, vijfde alinea, van Richtlijn 76/211/EEG, worden uitgeoefend;

    • derde land: een staat, die geen lidstaat van de Europese Unie is, geen partij is bij een tot een douane-unie strekkend Verdrag, dan wel een staat die geen partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend Verdrag dat Nederland bindt;

    • ℮-teken: het teken bedoeld in bijlage I, punt 3.3, van Richtlijn 76/211/EEG;

    • metrologische instantie: de krachtens artikel 10 aangewezen rechtspersoon;

    • gedistilleerde drank: drank als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (PbEU 2008, L 39);

    • in de handel brengen: voor het eerst tegen vergoeding of gratis in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot de douane-unie strekkend Verdrag, dan wel een staat die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekken Verdrag dat Nederland bindt een voorverpakking met daarop een ℮-teken of gedistilleerde drank ter beschikking te stellen met het oog op distributie ervan;

    • importeur: degene die in de uitoefening van een bedrijf dat in Nederland is gevestigd voorverpakkingen met daarop een ℮-teken in de handel brengt of beoogt te brengen die afkomstig zijn uit een derde land;

    • Richtlijn 2007/45/EG: Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PbEU 2007, L 247);

    • Richtlijn 76/211/EEG: Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PbEG 1976, L 46);

    • voorverpakking: het geheel van een product en de individuele verpakking waarin het is voorverpakt, waarbij voldaan is aan artikel 2, tweede lid, van Richtlijn 76/211/EEG;

    • vulbedrijf: degene die in de uitoefening van een bedrijf dat in Nederland is gevestigd voorverpakkingen met daarop een ℮-teken afvult.

  • 2 Dit besluit is van toepassing op voorverpakkingen als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 76/211/EEG.

Artikel 2

  • 1 Het is verboden voorverpakkingen in de handel te brengen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften.

  • 2 Het is verboden gedistilleerde drank in een voorverpakking in de handel te brengen anders dan met inachtneming van artikel 12.

§ 2. Voorverpakkingen met een ℮-teken

Artikel 3

Het in de handel brengen van voorverpakkingen met daarop het ℮-teken geschiedt met inachtneming van de bij de artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste tot en met derde lid, van Richtlijn 76/211/EEG gestelde voorschriften.

Artikel 4

Een geregeld meetinstrument als bedoeld in de Metrologiewet is een wettig meetmiddel als bedoeld in bijlage I, punt 4, tweede alinea, van Richtlijn 76/211/EEG.

Artikel 5

  • 1 Indien een vulbedrijf niet de werkelijke inhoud van elke voorverpakking met daarop een ℮-teken meet, beschikt het vulbedrijf over een door Onze Minister erkend bedrijfscontrolesysteem.

  • 2 Onze Minister verleent de erkenning van een bedrijfscontrolesysteem indien de controle door het vulbedrijf dusdanig geschiedt dat de waarde van de inhoud van de voorverpakking met daarop een ℮-teken gegarandeerd is.

  • 3 Onze Minister geeft voorafgaande aan een definitieve erkenning van een bedrijfscontrolesysteem van een vulbedrijf een voorlopige erkenning.

  • 4 Voordat Onze Minister overgaat tot een voorlopige of definitieve erkenning van een bedrijfscontrolesysteem wordt de metrologische instantie gehoord.

  • 5 De voorlopige erkenning voor de betrokkene van een bedrijfscontrolesysteem vervalt van rechtswege na een periode van zes maanden, of, indien dit eerder is, met ingang van de inwerkingtreding van een besluit tot verlening of tot weigering van een definitieve erkenning van een bedrijfscontrolesysteem.

Artikel 6

  • 1 Indien de importeur niet de werkelijke inhoud van elke voorverpakking met daarop een ℮-teken meet, beschikt de importeur over een door Onze Minister erkend bedrijfscontrolesysteem dan wel een verklaring waaruit blijkt dat de werkelijke inhoud van voorverpakkingen met daarop het ℮-teken is gegarandeerd.

  • 2 Een verklaring als bedoeld in het eerste lid wordt afgegeven als voldaan is aan bijlage I, punt 4, zesde alinea, van Richtlijn 76/211/EEG. Voordat de verklaring wordt afgegeven wordt de metrologische instantie gehoord.

Artikel 7

  • 1 De aanvrager is aan Onze Minister een retributie verschuldigd voor elke ingediende aanvraag voor en afgifte van een voorlopige of definitieve erkenning van een bedrijfscontrolesysteem en voor de aanvraag voor en de afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 6.

  • 2 Onze Minister stelt ter uitvoering van het eerste lid nadere regels. Deze regels hebben in elk geval betrekking op de hoogte van de retributies voor de voorlopige of definitieve erkenning van een bedrijfscontrolesysteem en de afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 6.

Artikel 8

De voorlopige of definitieve erkenning van een bedrijfscontrolesysteem, of een verklaring als bedoeld in artikel 6, kan door Onze Minister worden ingetrokken indien:

  • a. het betrokken vulbedrijf of de importeur geen medewerking verleent aan ambtenaren of personen in dienst van een privaatrechtelijke rechtspersoon die op grond van artikel 25 onderscheidenlijk 25a van de Warenwet zijn belast met het toezicht op de naleving van dit besluit;

  • b. bij een onderzoek van een partij voorverpakkingen met daarop een ℮-teken door ambtenaren of personen in dienst van een privaatrechtelijke rechtspersoon die op grond van artikel 25 onderscheidenlijk 25a van de Warenwet zijn belast met het toezicht op de naleving van dit besluit, is vastgesteld dat het toegepaste bedrijfscontrolesysteem onvoldoende zekerheid biedt voor de naleving van dit besluit; of

  • c. het vulbedrijf of de importeur een voorverpakking met daarop een ℮-teken verhandelt ten aanzien waarvan niet is voldaan aan dit besluit.

Artikel 9

De termijn gedurende welke de in bijlage I, punt 4, vijfde alinea, van Richtlijn 76/211/EEG, bedoelde documenten ter beschikking van de met het toezicht op de naleving van dit besluit belaste ambtenaren of personen worden gehouden, bedraagt ten minste één jaar.

Artikel 10

Onze Minister van Economische Zaken wijst een rechtspersoon aan die tot taak heeft metrologische onderzoeken te verrichten ten behoeve van de uitvoering van dit besluit.

§ 3. Voorverpakkingen zonder ℮-teken

Artikel 11

Indien op een voorverpakking geen ℮-teken is aangebracht bevat de voorverpakking in elk geval de hoeveelheid van de waar die op de verpakking wordt aangegeven.

§ 4. Nominale hoeveelheden voor gedistilleerde dranken

Artikel 12

  • 1 Gedistilleerde drank dat in een voorverpakking binnen het in punt 1 van de bijlage bij Richtlijn 2007/45/EG vermelde interval voor gedistilleerde drank is verpakt, wordt uitsluitend in de handel gebracht indien het is voorverpakt in de in punt 1 van die bijlage voor gedistilleerde dranken vermelde nominale hoeveelheden.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op voorverpakte gedistilleerde drank die in belastingvrije winkels wordt verkocht voor consumptie buiten de Europese Unie.

  • 3 Bij twee of meer individuele voorverpakkingen van gedistilleerde drank die samen een meervoudige verpakking vormen, zijn de in punt 1 van de bijlage bij Richtlijn 2007/45/EG opgenomen hoeveelheden van toepassing op elke individuele voorverpakking.

  • 4 Indien een voorverpakking van gedistilleerde drank bestaat uit twee of meer individuele verpakkingen die niet voor individuele verkoop zijn bestemd, zijn de in punt 1 van de bijlage bij Richtlijn 2007/45/EG opgenomen nominale hoeveelheden van toepassing op de voorverpakking.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 13

Een wijziging van Richtlijn 76/211/EEG of Richtlijn 2007/45/EEG gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 17

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 1 september 2014

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Uitgegeven de negentiende september 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten