De aanspraak op het transitiefonds behoort in beginsel tot de ondernemingswinst. Ik
heb besloten onder de volgende voorwaarden een goedkeuring te verlenen. Op deze manier
wordt wat de heffing betreft, aangesloten bij het moment waarop de uitbetalingen uit
de transitiefondsen plaatsvinden.
Goedkeuring
Ik keur goed dat de aanspraak van de medisch specialist op enig transitiefonds niet
in de winst wordt betrokken op het moment van verkrijging van deze aanspraak. De uitbetaling(en)
uit de transitiefondsen worden te zijner tijd belast als nagekomen ondernemingsbate
(en vormen dus geen loon uit dienstbetrekking).
Op het moment van de verkrijging van de aanspraak op een transitiefonds kunnen zich
twee situaties voordoen:
-
1. De boekwaarde van de geactiveerde goodwill is nihil:
Voor deze situatie geldt de goedkeuring zoals hiervoor omschreven.
-
2. De goodwill is nog niet geheel afgeschreven:
De aanspraak op het moment van de verkrijging is belast als winst uit onderneming
tot de hoogte van de boekwaarde van de geactiveerde goodwill. Op dat moment dient
ook deze boekwaarde van de goodwill verminderd te worden met het bedrag van de aanspraak
en ten hoogste tot nihil. Dit betekent dat de heffing over de aanspraak op het transitiefonds
wordt gecompenseerd door een afwaardering van de geactiveerde goodwill. Het gevolg
is dat ter zake feitelijk geen inkomstenbelasting verschuldigd is op het moment van
verkrijging van de aanspraak. De uitkering uit het transitiefonds is vervolgens als
nagekomen bate uit onderneming belast voor zover deze voortvloeit uit het nog niet
eerder belaste deel van de aanspraak. Dat doet zich voor in het geval de boekwaarde
van de geactiveerde goodwill lager is dan de aanspraak op het transitiefonds.
De rentecomponent die ontstaat tussen het stakingstijdstip en het tijdstip waarop
de betaling plaatsvindt, moet pro rata worden toegerekend aan het reeds belaste deel
van de aanspraak (ter hoogte van de waarde van de op het stakingstijdstip geactiveerde
goodwill) en aan het nog te belasten deel van de uitkering. De eerst bedoelde rentecomponent
wordt niet meer in de heffing betrokken, omdat deze geacht wordt te zijn begrepen
in het forfaitaire rendement op de aanspraak (box 3). De tweede rentecomponent wordt
ten tijde van de uitkering als nagekomen bate uit de onderneming belast in box 1.
Voorwaarden
-
a. De aanspraak wordt belast direct voorafgaande aan het moment dat de medisch specialist
Nederland metterwoon verlaat;
-
b. Iedere medisch specialist sluit een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst
over de fiscale behandeling van zijn aanspraak op en de uitbetaling uit het transitiefonds.
In deze overeenkomst wordt onder andere vastgelegd:
-
– wat op het stakingstijdstip de boekwaarde van de goodwill van de medisch specialist
is.
-
– wat de hoogte van de aanspraak op het transitiefonds / het ziekenhuis is.
-
– dat belastingplichtigen zich bij uitbetaling uit het transitiefonds niet op het standpunt
zullen stellen dat belastingheffing al bij het ontstaan van de aanspraak had moeten
plaatsvinden.
-
– dat de transitiefondsen te zijner tijd voor iedere medisch specialist (met vermelding
van LVN of BSN) aan de Belastingdienst de hierna vermelde informatie (eventueel digitaal)
renseigneren:
Overige opmerkingen
De MKB-winstvrijstelling, als deze op het moment van uitbetaling nog in de Wet IB 2001 is opgenomen, is van toepassing op het in de heffing te betrekken deel van de nagekomen
ondernemingsbate.
Een schuld die destijds is aangegaan in verband met de betaling van goodwill, gaat
bij staking van de onderneming over naar box 3. Ook het gedeelte van de aanspraak
dat bij staking van de onderneming al is belast, gaat over naar box 3. Dit betekent
dat als bij staking het belaste deel van de aanspraak (dat gelijk is aan de boekwaarde
van de goodwill vóór staking) even hoog is als de schuld bij de bank, er op dat moment
feitelijk geen gevolgen zullen zijn voor de heffing in box 3.