Luchthavenbesluit Eindhoven

Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017 en zichtdatum 01-01-2017.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Besluit van 26 september 2014 tot vaststelling van een luchthavenbesluit voor de militaire luchthaven Eindhoven (Luchthavenbesluit Eindhoven)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 10 juli 2014, nr. BS2014021512, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 10.15 van de Wet luchtvaart;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 augustus 2014, no. W07.0271/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 22 september 2014, nr. BS2014027729, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. commercieel burgerluchtverkeer: luchthavenluchtverkeer dat plaatsvindt door tussenkomst van de burgerexploitant;

  • b. extramurale opslag of verwerking: opslag of verwerking anders dan in een volledig afgesloten gebouw;

  • c. gebruiksjaar: de periode van een jaar die loopt van 1 januari tot en met 31 december;

  • d. recreatief burgerluchtverkeer: luchthavenluchtverkeer in de vorm van motorsportvliegen als bedoeld in artikel 20 van het Besluit militaire luchthavens;

  • e. uniforme daglichtperiode: het gedeelte van het etmaal tussen vijftien minuten voor zonsopgang en vijftien minuten na zonsondergang zoals geldt voor de positie 52°00' N en 05°00' O op zeeniveau;

  • f. vliegtuigbeweging: start of landing van een vliegtuig van of op de luchthaven;

  • g. wet: Wet luchtvaart.

Hoofdstuk 2. Het luchthavengebied en het beperkingengebied

Artikel 2.1

  • 1 Het luchthavengebied is het gebied dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 1 bij dit besluit.

  • 2 Het beperkingengebied is het gebied dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 2 bij dit besluit.

  • 3 Het beperkingengebied is samengesteld uit:

    • a. het gebied behorende bij de in artikel 4 van het Besluit militaire luchthavens genoemde grenswaarde van de geluidsbelasting van 35 Kosteneenheden, dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 3 bij dit besluit;

    • b. het gebied waarbinnen maximaal toelaatbare hoogten gelden voor objecten in, op of boven de grond zoals dat voortvloeit uit artikel 3.2.2., dat als zodanig is aangewezen op de kaarten in bijlagen 4 en 5 bij dit besluit;

    • c. het gebied waarbinnen bepaald grondgebruik of een bestemming binnen de in artikel 3.2.3 aangewezen categorieën niet is toegestaan, dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 6 bij dit besluit.

Hoofdstuk 3. Bestemming en gebruik van de grond

Paragraaf 3.1. Het luchthavengebied

Artikel 3.1.1

De gronden die zijn bestemd en worden gebruikt voor het banenstelsel van de luchthaven, de rolbanen, de vliegtuigopstelplaatsen, de hangars en vliegtuigshelters en de gronden die benodigd zijn voor de uitvoering van de taken en functies die zijn toegekend aan de militaire luchthaven Eindhoven, alsmede het platform, de voorrijwegen en parkeerterreinen, de gebouwen voor passagiersafhandeling en de aankomst- en vertrekhallen van de burgerexploitant, zijn als zodanig aangewezen op de kaart in bijlage 1 bij dit besluit.

Paragraaf 3.2. Het beperkingengebied

Artikel 3.2.1

De artikelen 5 tot en met 14 van het Besluit militaire luchthavens zijn van toepassing ten aanzien van de bestemming en het gebruik van de gronden zoals aangewezen op de kaart in bijlage 3 bij dit besluit. Op deze kaart zijn tevens aangewezen de gebieden behorende bij de waarden van de geluidsbelasting hoger dan 40, 45 en 65 Kosteneenheden.

Artikel 3.2.2

Artikel 16 van het Besluit militaire luchthavens is van toepassing ten aanzien van de maximaal toelaatbare hoogten van objecten in verband met de veiligheid van het luchthavenluchtverkeer, onderscheidenlijk de veiligheid van het landen van luchtvaartuigen met behulp van een instrument landingssysteem, op de gronden zoals aangewezen op de kaarten in bijlagen 4 en 5 bij dit besluit.

Artikel 3.2.3

  • 1 Op de gronden die zijn aangewezen op de kaart in bijlage 6 bij dit besluit is een grondgebruik of een bestemming binnen de volgende categorieën niet toegestaan:

    • a. oppervlaktewateren met een oppervlakte van meer dan 3 hectare;

    • b. natuurbeschermingsgebieden en vogelbeschermingsgebieden;

    • c. vishouderijen met extramurale bassins;

    • d. extramurale opslag of verwerking van organisch materiaal;

    • e. afvalwaterzuiveringsinstallaties.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is dit grondgebruik of deze bestemming toegestaan voor zover dit in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10.17, zesde lid, juncto artikel 8.9 van de wet.

  • 3 De verklaring van geen bezwaar wordt slechts afgegeven indien aan de hand van een door de aanvrager in te dienen fauna-effectstudie kan worden aangetoond dat een grondgebruik of een bestemming niet leidt tot een toename van het risico op vogelaanvaringen voor het luchtverkeer van en naar de luchthaven.

  • 4 Aan de verklaring van geen bezwaar kunnen voorwaarden verbonden worden.

Hoofdstuk 4. Grenswaarden en regels voor het luchthavenluchtverkeer

Paragraaf 4.1. Grenswaarde en regels voor het militaire luchtverkeer

Artikel 4.1.1

Voor het militaire luchtverkeer geldt de in artikel 15 van het Besluit militaire luchthavens genoemde grenswaarde van de geluidsbelasting van 35 Kosteneenheden voor militair luchtverkeer, waarvan de geografische ligging is aangewezen op de kaart in bijlage 7 bij dit besluit.

Artikel 4.1.2

  • 1 De luchthaven is voor militair luchtverkeer geopend op maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 23.00 uur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan gedurende de nachtelijke uren van maandag 00.00 uur tot vrijdag 07.00 uur alsmede op zaterdag en zondag tussen 07.00 uur en 23.00 uur door militair luchtverkeer worden gestart en geland ten behoeve van nationale of internationale inzet of oefeningen.

  • 3 Buiten de in het eerste lid genoemde openstellingstijden kan militair luchtverkeer plaatsvinden in geval van dringende operationele noodzaak.

Paragraaf 4.2. Grenswaarde en regels voor het commercieel burgerluchtverkeer

Artikel 4.2.1

Voor het commercieel burgerluchtverkeer geldt de in artikel 15 van het Besluit militaire luchthavens genoemde grenswaarde van de geluidsbelasting van 35 Kosteneenheden voor commercieel burgerluchtverkeer, waarvan de geografische ligging is aangewezen op de kaart in bijlage 8 bij dit besluit.

Artikel 4.2.2

  • 1 De luchthaven is voor commercieel burgerluchtverkeer geopend op maandag tot en met zondag:

    • a. voor landend luchtverkeer van 07.00 uur tot 24.00 uur met dien verstande dat in de periode tussen 23.00 uur en 24.00 uur niet meer dan acht landingen per dag zijn toegestaan;

    • b. voor vertrekkend luchtverkeer van 07.00 uur tot 23.00 uur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is de luchthaven geopend voor het commercieel burgerluchtverkeer dat volgens schema of vliegplan tussen 22.00 uur en 23.00 uur dan wel tussen 23.00 uur en 24.00 uur had moeten landen, doch vanwege de hierna te noemen omstandigheden bij aankomst is vertraagd, mits de landing niet later dan één uur na het laatst regulier toegestane tijdstip plaatsvindt en de gezagvoerder toestemming heeft gekregen van de verkeersleiding:

    • a. onverwachte vertragende omstandigheden, die op het moment van vertrek van de luchthaven van herkomst redelijkerwijs niet hadden kunnen worden voorzien;

    • b. verkeersleidingtechnische redenen.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel b, is de luchthaven geopend voor het commercieel burgerluchtverkeer dat volgens schema of vliegplan tussen 22.00 uur en 23.00 uur had moeten vertrekken, doch vanwege de hierna te noemen omstandigheden bij vertrek is vertraagd, mits het vertrek niet later dan één uur na het laatst regulier toegestane tijdstip plaatsvindt en de gezagvoerder toestemming heeft gekregen van de verkeersleiding:

    • a. een technische storing van het luchtvaartuig dan wel van de luchtvaarttechnische gronduitrusting;

    • b. extreme meteorologische omstandigheden die een vertraging van de start volgens dat schema rechtvaardigen.

Paragraaf 4.3. Grenswaarde en regels voor het recreatief burgerluchtverkeer en burgerluchtverkeer van algemeen maatschappelijk belang

Artikel 4.3.1

Voor het recreatief burgerluchtverkeer geldt als grenswaarde een maximum van 12.000 vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar.

Artikel 4.3.2

  • 1 De luchthaven is voor recreatief burgerluchtverkeer geopend binnen de uniforme daglichtperiode, te rekenen vanaf 08.00 uur lokale tijd op maandag tot en met vrijdag en vanaf 10.00 uur op zaterdag, zondag en christelijke feestdagen.

  • 2 De luchthaven is geopend voor het landen en starten van burgerluchtverkeer dat een algemeen maatschappelijk belang dient en dat volgens een vrijstelling als bedoeld in artikel 10.13 van de wet daartoe gerechtigd is.

Paragraaf 4.4. Afwijking van regels in verband met evenementen

Artikel 4.4.1

  • 1 De commandant van de militaire luchthaven kan ten behoeve van luchthavenluchtverkeer in het kader van een luchtvaartevenement op de luchthaven toestaan dat voor de duur van dat evenement wordt afgeweken van de dagen, genoemd in artikel 4.1.2, eerste lid.

  • 2 Ten behoeve van een evenement als bedoeld in het eerste lid staat de luchthaven binnen de voor het militair luchtverkeer geldende openstellingstijden eveneens open voor ander burgerluchtverkeer dan recreatief burgerluchtverkeer voor zover dat andere burgerluchtverkeer onderdeel uitmaakt van het betrokken evenement.

  • 3 Door de commandant van de luchthaven wordt mededeling gedaan aan de Commissie van Overleg en Voorlichting Milieu Luchthaven Eindhoven en lokale bladen van de dagen en uren waarop het luchtvaartevenement plaatsvindt.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1

Artikel 3.2.3, eerste lid, is niet van toepassing op een grondgebruik of een bestemming voor zover dit gebruik of die bestemming rechtmatig is op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 5.2

Evaluatie van de milieueffecten van dit besluit als bedoeld in artikel 7.39 van de Wet milieubeheer vindt plaats op de wijze, omschreven in bijlage 9 behorende bij dit besluit.

Artikel 5.4

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Artikel 5.3 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Apeldoorn, 26 september 2014

Willem-Alexander

De Minister van Defensie

J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de vijftiende oktober 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie

I.W. Opstelten

Bijlage 9. Evaluatie- en monitoringsprogramma

Artikel 7.39 van de Wet milieubeheer bepaalt dat de milieugevolgen van een besluit ten behoeve waarvan een Milieueffectrapport is opgesteld, geëvalueerd moeten worden. Deze bepaling geldt ook voor het luchthavenbesluit Eindhoven en is een verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

Doel van de evaluatie is het bepalen van de daadwerkelijke effecten van de activiteit op het milieu door het verzamelen van gegevens over de feitelijke ontwikkeling van de milieubelasting van de luchthaven en de omgeving en het toetsen van de prognoses over de effecten van die activiteit in het milieueffectrapport, opdat zo nodig bijgestuurd kan worden.

De evaluatie zal onder de verantwoordelijkheid van de CLSK worden uitgevoerd, die over de resultaten daarvan rapporteert aan de Minister van Defensie.

De volgende punten dienen bij de evaluatie in kaart te worden gebracht:

  • de bijdrage van het luchtverkeer aan de geluidsbelasting zal vergeleken dienen te worden met de in het MER opgenomen vooronderstelde geluidsbelasting en de in de aanwijzing opgenomen geluidszone;

  • externe ontwikkelingen, maar ook nieuwe berekeningsmethodieken c.q. meetmethoden, welke relevant zijn voor het gekozen alternatief/variant.

De volgende aspecten zullen in de evaluatie aan de orde dienen te komen.

  • voortschrijdende inzichten en waar mogelijk effecten op het gebied van milieu, inclusief geluidsbelasting, hinderbeleving, externe veiligheid en flora en fauna, in relatie tot de luchthaven en startende en landende vliegtuigen;

  • mogelijkheden om hinderbeleving in relatie tot ontwikkelingen in het luchtverkeer te monitoren door aan te sluiten bij de internationale standaard voor het meten van hinderbeleving conform ISO-15666:2002.

De evaluatie zal drie jaren na in werking treden van het besluit en aan de hand van actuele en beschikbare gegevens dienen plaats te vinden.