Artikel 1.1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
aanvraagtijdvak: een door de minister vastgesteld tijdvak waarin aanvragen tot cofinanciering van
sectorplannen kunnen worden ingediend;
-
algemene opleiding: een interne of externe opleiding, niet zijnde bedrijfsspecifieke training, met als
oogmerk de leerling vakspecifieke beroepsvaardigheden aan te leren, de opleiding leidt
tot een erkend diploma of certificaat;
-
ander beroep: een ander beroep dan het beroep dat de werknemer of de zelfstandige zonder personeel
uitoefent of dat de WW-gerechtigde voorheen uitoefende, voor zover dit beroep wordt
uitgeoefend bij een andere werkgever, en in het geval van een WW-gerechtigde bij een
andere werkgever dan de werkgever waarbij de werkloosheid is ontstaan;
-
arbeidsmarktregio: een arbeidsmarktregio die is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;
-
arbeidsorganisatie: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die economische activiteiten uitoefent;
-
baangarantie: zekerheid op een arbeidsovereenkomst of een aanstelling in openbare dienst van ten
minste één jaar direct nadat de algemene opleiding succesvol is afgerond, met een
minimale omvang per week van het gemiddelde aantal gewerkte uren en het aantal uren
gevolgde scholing in de scholingsperiode voorafgaand aan het afronden daarvan;
-
beroepsbegeleidende leerweg: een leerweg als bedoeld in artikel 7.2.7, tweede en vierde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
branche: een tak van een handel of nijverheid binnen een sector;
-
beroep: een beroep opgenomen in de Standaard Beroepenclassificatie 2010, van het Centraal
Bureau voor de Statistiek, dan wel in afwijking daarvan een door de sector erkend
beroep;
-
bijscholing: een algemene opleiding om de vakspecifieke beroepsvaardigheden binnen een beroep
te actualiseren;
-
CAO: een collectieve arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst;
-
centrale werkgeversorganisatie: een organisatie van werkgevers die is opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;
-
centrumgemeente: een als zodanig in bijlage 1 bij deze regeling aangemerkte gemeente;
-
cofinanciering: het deel van de kosten in de begroting van het sectorplan dat op grond van deze regeling
wordt gesubsidieerd;
-
hoofdaanvrager: de rechtspersoon die namens een samenwerkingsverband een sectorplan indient en de
subsidie aanvraagt op grond van deze regeling;
-
loonkosten: het brutoloon van de werknemer vermeerderd met een percentage van 32% van dit brutoloon,
bij de bepaling van de loonkosten per uur wordt een norm gehanteerd van 1.720 uur
bij een dienstverband van 40 uur per week, of op het maximaal aantal werkbare uren
gebaseerd op afspraken in de betreffende CAO;
-
maatregelen: alle activiteiten die tot realisatie van de doelen van het sectorplan leiden;
-
de minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
-
O&O-fonds: een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds, opgericht in een bij de minister aangemelde
collectieve arbeidsovereenkomst;
-
omscholing: een algemene opleiding, die benodigd is om de werknemer, de zelfstandige zonder personeel
of de WW-gerechtigde in staat te stellen om een ander beroep uit te oefenen en de
opleiding daartoe een adequaat middel is, met een duur van maximaal één jaar of bij
een beroepsbegeleidende leerweg van maximaal twee jaar;
-
prestatie: de daadwerkelijk uitgevoerde maatregelen;
-
project: het geheel van gelijksoortige maatregelen, dat wordt uitgevoerd door een arbeidsorganisatie
en dat wordt gesubsidieerd op grond van deze regeling;
-
samenwerkingsverband: een samenwerkingsverband dat ten minste bestaat uit één werkgeversorganisatie en
één werknemersorganisatie;
-
sector: een sector die is opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling;
-
sectorplan: een door een hoofdaanvrager namens een samenwerkingsverband ingediend plan met maatregelen
voor knelpunten die blijkens een arbeidsmarktanalyse in de betreffende sector, branches
of arbeidsmarktregio’s aanwezig zijn;
-
subsidiabele activiteiten: alle maatregelen in het sectorplan die voor cofinanciering in aanmerking komen;
-
subsidiedossier: het subsidiedossier bevat de volgende documenten: het sectorplan, de aanvraag, gevoerde
correspondentie in het kader van de aanvraag, eventueel voorgenomen besluit en zienswijze,
de beschikking, gevoerde correspondentie na de beschikking, eventuele wijziging van
de beschikking, gevoerde correspondentie over voorschotten, tussen- en eindrapportages,
vaststellingsbeschikkingen en gegevens in het kader van evaluatie;
-
werknemer: de natuurlijke persoon, jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die op grond
van een arbeidsovereenkomst, dan wel een aanstelling in openbare dienst, arbeid verricht
als werknemer;
-
werkgeversorganisatie: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers die partij is bij een
op het moment van aanvraag voor de sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst,
of een voor de sector geldende collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor personen
werkzaam in openbare dienst, dan wel bij afwezigheid daarvan bij de laatst voor de
sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst of collectieve arbeidsvoorwaardenregeling,
dan wel een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers die is aangesloten
bij een centrale werkgeversorganisatie;
-
WW-gerechtigde: de persoon die recht heeft op een uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet;
-
werknemersorganisatie: vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers die partij is bij een op
het moment van aanvraag voor de sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst of
een voor de sector geldende collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor personen werkzaam
in openbare dienst, dan wel bij afwezigheid daarvan bij de laatst voor de sector geldende
collectieve arbeidsovereenkomst of collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
-
zelfstandige zonder personeel: een persoon die voor de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 ondernemer is en geen personeel in dienst heeft.