Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
1 Met betrekking tot de diergezondheidsheffing gelden de bevoegdheden en verplichtingen
van de hierna vermelde, in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen genoemde functionarissen, voor de daarachter genoemde functionarissen:
-
a. de directeur: de directeur Financieel-Economische Zaken van het Ministerie van Economische
Zaken;
-
b. de inspecteur: de inspecteur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
-
c. de ontvanger: de ontvanger van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
-
d. de ambtenaren van de rijksbelastingdienst: de ambtenaren van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland en de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Artikel 3. Door de inspecteur aangewezen ambtenaren
De verplichtingen die ingevolge de artikelen 47, 47b, 48, 49, 50, 53 en 55 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bestaan jegens de Inspecteur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland gelden
mede jegens de ambtenaren van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en jegens
de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Artikel 4. Plicht tot aangifte
-
2 De heffingplichtige die niet binnen vier maanden na afloop van het tijdvak waarover
de diergezondheidsheffing wordt geheven, is uitgenodigd tot het doen van aangifte,
verzoekt de inspecteur om een uitnodiging tot het doen van aangifte.
Artikel 5. Uitnodiging tot aangifte
Het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt door een verwijzing naar het webadres
waarop het aangiftebiljet kan worden ingevuld.
Artikel 6. Elektronische aangifte
Aangifte wordt via de elektronische weg gedaan door het toezenden van het beschikbaar
gestelde aangiftebiljet aan de inspecteur, dat is ingevuld en ondertekend op de bij
het biljet aangegeven wijze, met de bij het biljet gevraagde bescheiden.
Artikel 7. Voorlopige aanslag
-
2 Voor de toepassing van het eerste lid kan de bepaling van het bedrag waarop de aanslag
over het kalenderjaar vermoedelijk zal worden vastgesteld, geschieden op grond van
de gegevens die hebben gediend of zouden hebben kunnen gediend ter vaststelling van
de aanslag over het voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 13. Berekening pluimvee
De berekening voor de diercategorieën, bedoeld in de artikelen vier tot en met zeven
van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en de artikelen vier tot en met zeven van het Besluit heffing preventie dierziekten geschiedt door voor elke dag van het kalenderjaar het aantal aanwezige dieren van
de diercategorie op te tellen en te delen door het aantal dagen van het kalenderjaar.
Het totale aantal in een kalenderjaar door een bedrijf verhandelde varkens als bedoeld
in artikel 92 van de wet wordt berekend door het aantal varkens bij elkaar op te tellen dat vanaf het bedrijf
wordt verhandeld en die bestemd zijn voor het buitenland of de slacht.
Artikel 17. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling diergezondheidsheffing.