Regeling eed of belofte financiële sector 2015

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-06-2015 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-04-2015 t/m heden

Regeling van de Minister van Financiën van 12 december 2014, kenmerk: FM 2014/1237 M, directie Financiële Markten, houdende regels met betrekking tot de door personen als bedoeld in de artikelen 3:8, eerste lid, 3:17b, eerste en tweede lid, 4:9, eerste lid, en 4:15a, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht af te leggen eed of belofte (Regeling eed of belofte financiële sector 2015)

Artikel 1

  • 2 Onder persoon in een hogere functie wordt verstaan:

    • a. een beleidsbepaler in een hogere functie, indien de persoon die de eed of belofte aflegt de functie van beleidsbepaler uitoefent;

    • b. de voorzitter van het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming, indien de persoon die de eed of belofte aflegt de hoogste functie binnen de onderneming uitoefent;

    • c. de voorzitter van het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming, indien de persoon die de eed of belofte aflegt een lid van dat orgaan is;

    • d. het langstzittende lid van het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming, indien de persoon die de eed of belofte aflegt de voorzitter van dit orgaan is;

    • e. een andere persoon werkzaam bij of onder verantwoordelijkheid van de onderneming, ten overstaan van wie de eed of belofte op betekenisvolle wijze kan worden afgelegd, indien de persoon die de eed of belofte aflegt een persoon als bedoeld in de artikelen 3:17b, eerste en tweede lid, en 4:15a, eerste lid, van de wet, is;

    • f. indien de onderdelen a tot en met e niet van toepassing zijn: een andere persoon werkzaam bij of onder verantwoordelijkheid van de onderneming.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan, met instemming van de onderneming, de eed of belofte tevens ten overstaan van een bestuurslid van de betrokken branche- of beroepsorganisatie worden afgelegd, in tegenwoordigheid van een vertegenwoordiger van de onderneming of een andere vertegenwoordiger van de branche- of beroepsorganisatie.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing, indien betrokkene al eerder werkzaam is geweest voor de onderneming en hij aantoonbaar in die hoedanigheid reeds een gelijkluidende eed of belofte heeft afgelegd, tenzij er sinds het beëindigen van werkzaamheden voor de onderneming inmiddels meer dan vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 2

  • 2 Voor de door een lid van het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming af te leggen eed of belofte wordt gebruik gemaakt van het formulier in bijlage 2 bij deze regeling.

  • 3 Voor de door een natuurlijk persoon als bedoeld in de artikelen 3:17b, eerste en tweede lid, en 4:15a, eerste lid, van de wet af te leggen eed of belofte wordt gebruik gemaakt van een door de onderneming vast te stellen formulier dat ten minste de volgende elementen bevat:

    • a. het integer en zorgvuldig uitoefenen van de functie;

    • b. het maken van een zorgvuldige afweging tussen de belangen van partijen die bij de onderneming betrokken zijn, in het bijzonder die van de klanten en de maatschappij;

    • c. het centraal stellen van het belang van de klant;

    • d. het naleven van wetten, reglementen en gedragscodes; en

    • e. het behouden en bevorderen van het vertrouwen in de financiële sector.

  • 4 Het derde lid is niet van toepassing op natuurlijke personen als bedoeld in de artikelen 3:8 en 4:9 van de wet die reeds in het kader van de geschiktheid een eed of belofte afleggen.

Artikel 3

  • 1 Het afleggen van de eed geschiedt door voorlezing van de tekst van het formulier bedoeld in artikel 2 door de persoon ten overstaan van wie de eed wordt afgelegd, waarna de persoon die de eed aflegt woordelijk uitspreekt: ‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’.

  • 2 Het afleggen van de belofte geschiedt door voorlezing van de tekst van het formulier bedoeld in artikel 2 door de persoon ten overstaan van wie de belofte wordt afgelegd, waarna de persoon die de belofte aflegt woordelijk uitspreekt: ‘Dat verklaar en beloof ik’.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 1, derde lid, niet van toepassing op zelfstandigen zonder personeel.

Artikel 4

  • 1 Na het afleggen van de eed of belofte wordt door de persoon die de eed of belofte heeft afgelegd, in het bijzijn van de persoon ten overstaan van wie de eed of belofte is afgelegd, het formulier ondertekend.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt, in het geval van een zelfstandige zonder personeel, volstaan met ondertekening van het formulier door de persoon die de eed of belofte aflegt, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 1, derde lid.

Artikel 5

De onderneming bewaart de ondertekende eed of belofte ten minste gedurende de periode dat betrokkene werkzaamheden voor de onderneming verricht op toegankelijke wijze of draagt er zorg voor dat de aflegging van de eed of belofte op een andere wijze wordt vastgelegd.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Bijlage 1. Formulier eed/belofte ten behoeve van een beleidsbepaler

(bijlage als bedoeld in artikel 2, eerste lid)

Ik zweer/beloof dat ik mijn functie integer en zorgvuldig zal uitoefenen.

Ik zweer/beloof dat ik een zorgvuldige afweging zal maken tussen alle belangen die bij de onderneming1 betrokken zijn, te weten die van de klanten, de aandeelhouders/leden, de werknemers en de samenleving waarin de onderneming opereert.

Ik zweer/beloof dat ik in die afweging het belang van de klant centraal zal stellen en de klant zo goed mogelijk zal inlichten.

Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de gedragscodes die op mij van toepassing zijn.

Ik zweer/beloof dat ik geheim zal houden wat mij is toevertrouwd.

Ik zweer/beloof dat ik geen misbruik zal maken van mijn kennis.

Ik zweer/beloof dat ik mij open en toetsbaar zal opstellen en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving.

Ik zweer/beloof dat ik mij zal inspannen om het vertrouwen in de financiële sector te behouden en te bevorderen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!

Op [datum], werd te [plaats]

door [naam betrokkene]

de eed/belofte volgens bovenvermeld formulier afgelegd.

[handtekening betrokkene]

Bijlage 2. Formulier eed/belofte ten behoeve van een lid van het orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de onderneming

(bijlage als bedoeld in artikel 2, tweede lid)

Ik zweer/beloof dat ik mijn functie integer en zorgvuldig zal uitoefenen.

Ik zweer/beloof dat ik een zorgvuldige afweging zal maken tussen alle belangen die bij de onderneming2 betrokken zijn, te weten die van de klanten, de aandeelhouders/leden, de werknemers en de samenleving waarin de onderneming opereert.

Ik zweer/beloof dat ik in die afweging het belang van de klant centraal zal stellen.

Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de gedragscodes die op mij van toepassing zijn.

Ik zweer/beloof dat ik geheim zal houden wat mij is toevertrouwd.

Ik zweer/beloof dat ik geen misbruik zal maken van mijn kennis.

Ik zweer/beloof dat ik mij open en toetsbaar zal opstellen en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving.

Ik zweer/beloof dat ik mij zal inspannen om het vertrouwen in de financiële sector te behouden en te bevorderen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!

Op [datum], werd te [plaats]

door [naam betrokkene]

de eed/belofte volgens bovenvermeld formulier afgelegd.

[handtekening betrokkene]

  1. ‘Onderneming’ kan worden vervangen door de naam van de onderneming waar betrokkene werkzaam is. ^ [1]
  2. ‘Onderneming’ kan worden vervangen door de naam van de onderneming waar betrokkene werkzaam is. ^ [2]