Belastingen, internationale administratieve samenwerking; aanwijzing bevoegde autoriteiten Belastingdienst

Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Belastingen, internationale administratieve samenwerking; aanwijzing bevoegde autoriteiten Belastingdienst

De Directeur-generaal Belastingdienst heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat op grond van het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 16 december 2014, DGBel/2014/6876M, de aanwijzing door de Directeur-generaal Belastingdienst van andere functionarissen binnen de Belastingdienst om te handelen als bevoegde autoriteit voor de uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, de EU-verordeningen (EU) nr. 904/2010 (administratieve samenwerking BTW) en (EU) nr. 389/2012 (administratieve samenwerking accijnzen), de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012, alsmede voor de uitvoering van overige internationale bijstandsverplichtingen.

1. Aanwijzing algemeen directeur Belastingen

De algemeen directeur Belastingen is aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, de Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012, alsmede ter uitvoering van overige internationale verplichtingen ten aanzien van bijstandsverlening bij de invordering van belastingschulden en overige schuldvorderingen.

2. Aanwijzing directeur Belastingdienst FIOD

De directeur FIOD is aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, voor zover het betreft de uitwisseling van inlichtingen in het kader van de bestrijding van intracommunautaire BTW-fraude.

Verder is genoemde directeur aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van internationale verplichtingen ten aanzien van bijstandsverlening bij de handhaving van de nationale wetten bij onderzoek naar of vervolging van strafrechtelijke belasting- en douaneaangelegenheden.

3. Aanwijzing algemeen directeur Douane

De algemeen directeur Douane is aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen.

Verder is genoemde directeur aangewezen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012, voor zover het betreft douaneaangelegenheden.

4. Bevoegdheid tot het aanwijzen van andere bevoegde autoriteiten

De hiervoor onder 1, 2 en 3 genoemde directeuren zijn gemachtigd om onder hen ressorterende functionarissen van de Belastingdienst aan te wijzen om te handelen als ‘bevoegde autoriteit’ ter uitvoering van de regelingen waarvoor zij als ‘bevoegde autoriteit’ zijn aangewezen.

7. Overgangsbepaling

Beslissingen die zijn of worden genomen door functionarissen van de Belastingdienst die vóór inwerkingtreding van dit besluit bevoegd waren dan wel zonder inwerkingtreding van deze regeling bevoegd zouden zijn geweest, worden geacht te zijn genomen door de functionarissen die in dit besluit als ‘bevoegde autoriteit’ zijn aangewezen.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 18 december 2014

De Directeur-generaal Belastingdienst,

P.W.A. Veld