Kledingregeling politie 2014

Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2017.
Geldend van 06-03-2015 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie, nr. 602906, houdende regels voor de kleding van de politie (Kledingregeling politie 2014)

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3

De korpschef geeft in een reglement aan:

  • a. welke kledingstukken aan de ambtenaar worden verstrekt;

  • b. op welke wijze het uniform wordt gedragen;

  • c. op welke wijze het uniform wordt onderhouden.

Artikel 4

Het uniform blijft eigendom van de politie en wordt door de korpschef ingenomen bij:

  • a. de vervanging van het uniform;

  • b. het overlijden van de ambtenaar; of

  • c. beëindiging van het dienstverband van de ambtenaar.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 6 juni 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Bijlage

Het Politiebrevet

  • 1. Het politiebrevet bestaat uit de afbeelding, zoals deze is opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl, dat ter inzage ligt bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

  • 2. Het politiebrevet wordt gedragen door de uniformdragende ambtenaar, zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, en beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie, alsmede door de uniformdragende ambtenaar, belast met operationele taken met publiekscontacten, niet zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, maar wel beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie, op het colbert, de parka en de blouson en wel op de rechterborst, in de daarvoor in het betreffende kledingstuk aangebrachte bevestigingsopeningen. Op overige kledingstukken wordt geen politiebrevet gedragen.

Het politie-logo en het politie-beeldmerk

  • 1. Het politie-logo bestaat uit de afbeelding, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

  • 2. Het politie-beeldmerk uit het politielogo bestaat uit de afbeelding, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

  • 3. Het politie-logo en het -beeldmerk worden op de uniformkleding gedragen overeenkomstig de in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl neergelegde aanwijzingen.

De onderscheidingstekens

  • 1.

    • a. eerste hoofdcommissaris:

      Op de schouderbedekkingen:

      Een horizontale lauwertak, vier sterren, twee gekruiste zwaarden en een rijkskroon, in goud uitgevoerd.

      Op de petklep:

      Een gouden borduursel van eikenbladeren, breed 13 mm, bezet met 6 eikels, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel. Dit borduursel is tevens aangebracht langs de bovenkant, waar de klep aan de opstaande rand van de pet is bevestigd.

      De stormband van de pet is in goud uitgevoerd.

    • b. hoofdcommissaris en hoofdcommissaris titulair

      Op de schouderbedekkingen:

      Een horizontale lauwertak, twee gekruiste zwaarden en een rijkskroon, in goud uitgevoerd.

      Op de petklep:

      Een gouden borduursel van eikebladeren, breed 13 mm, bezet met 6 eikels, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel. Dit borduursel is eveneens aangebracht langs de bovenrand, waar de klep aan de opstaande rand van de pet is bevestigd.

    • c. commissaris:

      Op de schouderbedekkingen:

      Een horizontale lauwertak met rijkskroon, in goud uitgevoerd.

      Op de petklep:

      Een gouden borduursel van eikebladeren, breed 13 mm, bezet met 6 eikels, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel.

    • d. hoofdinspecteur:

      Op de schouderbedekkingen:

      Een galon met rijkskroon, in goud uitgevoerd.

      Op de petklep:

      Een gouden borduursel van eikebladeren, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel.

    • e. inspecteur:

      Op de schouderbedekkingen:

      Een rijkskroon, in goud uitgevoerd.

      Op de petklep:

      Een gouden galon, breed 10 mm, aangebracht op een afstand van 5 mm van het omboordsel.

    • f. brigadier:

      Op de schouderbedekkingen:

      Twee gebogen lauwertakken, waarin een kleine rijkskroon met zwaard is geplaatst, in goud uitgevoerd.

    • g. hoofdagent:

      Op de schouderbedekkingen:

      Vier goudkleurige galons.

    • h. agent:

      Op de schouderbedekkingen:

      Drie goudkleurige galons.

    • i. surveillant van politie:

      Op de schouderbedekkingen:

      Twee goudkleurige galons.

    • j. adspirant:

      Op de schouderbedekkingen:

      Eén goudkleurige galon.

  • 2. De onderscheidingstekens voldoen aan de modellen en technische voorschriften, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl.

  • 3. De schouderbedekkingen voor de uniformdragende ambtenaar, belast met operationele taken met publiekscontacten, niet zijnde een ambtenaar als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, tweede lid, van het Besluit rangen politie, maar wel beëdigd als bedoeld in artikel 9 van het Besluit algemene Rechtspositie Politie, bestaan uit:

    • op het overhemd een epaulet, nassaublauw, voorzien van een geborduurd, goudkleurig logo:

    • op het colbert een metalen goudkleurig logo (formaat kraag-logo overjas);

    • op de parka/blouson een blauwzwarte schuifpassant voorzien van een geborduurd, goudkleurig logo.

Het vangsnoer

Het vangsnoer (voor de heren) en het armsnoer (voor de dames), zoals afgebeeld in hoofdstuk 7 van het handboek politielogo en huisstijl, wordt op aanwijzing van de korpschef op het colbert gedragen aan de linker schouder, c.q. de linker arm bij officiële of feestelijke gelegenheden.