Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting

[Regeling vervallen per 01-07-2015.]
Geraadpleegd op 08-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2018 en zichtdatum 01-12-2018.
Geldend van 01-04-2015 t/m 30-06-2015

Beleidsregels van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 september 2012, nr. 2012-0000515185 ter uitvoering van het Besluit beheer sociale-huursector inzake het gebruik van financiële derivaten door toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet (Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 21 van het Besluit beheer sociale-huursector;

Besluit:

§ 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. financiële derivaten:

    • 1°. financiële contracten waarvan de waarde is afgeleid van een onderliggende waarde of een referentieprijs, of

    • 2°. onderdelen van financiële contracten die, op zichzelf beschouwd, vallen onder de definitie onder 1°;

  • b. renteswap: financieel derivaat tussen twee partijen om gedurende een in dat derivaat vastgestelde periode kasstromen in de vorm van rentebetalingen uit te wisselen;

  • c. payer swap: renteswap van de partij, die een vaste rente betaalt en een variabele rente ontvangt;

  • d. receiver swap: renteswap van de partij, die een variabele rente betaalt en een vaste rente ontvangt;

  • e. rentecap: financieel derivaat tussen twee partijen bij of inzake een financiering, waarbij de koper tegen betaling van een geldsom gedurende een bij dat derivaat overeengekomen periode de garantie van een maximaal te betalen rentetarief verkrijgt;

  • f. rentefloor: financieel derivaat tussen twee partijen bij of inzake een financiering, waarbij de koper tegen betaling van een geldsom gedurende een bij dat derivaat overeengekomen periode de garantie van een minimaal te ontvangen rentetarief verkrijgt;

  • g. rentecollar: financieel derivaat tussen twee partijen bij of inzake een financiering, waarin voor dezelfde periode sprake is van zowel een rentecap als een rentefloor;

  • h. variabele leningen: leningen waarvan de rente met een periodiciteit van 12 maanden of minder wordt herzien;

  • i. hedging: afdekken dan wel beperken van opwaartse renterisico’s van aangetrokken variabele leningen door het afsluiten van payer swaps;

  • j. liquiditeitsbuffer: som van de bij een toegelaten instelling aanwezige liquide middelen, op zeer korte termijn liquide te maken beleggingen en direct opeisbare en voor het doel van de buffer aan te wenden leningsfaciliteiten;

  • k. toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;

  • l. fonds: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, bedoeld in artikel 71 van de Woningwet;

  • m. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

§ 2. Algemene uitgangspunten

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Het financiële beleid en beheer van een toegelaten instelling moet dienstbaar zijn aan het realiseren van de gewenste volkshuisvestelijke doelstellingen, en dient daartoe op transparante wijze gericht te zijn op financiële continuïteit.

  • 2 Het aantrekken en afstoten van financiële derivaten dient uitsluitend te zijn gericht op het beperken van risico’s van het financiële beleid en beheer.

  • 3 Het verkopen van financiële derivaten, anders dan het sluiten van derivaatposities, is niet toegestaan.

§ 3. Organisatorische eisen

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Toegelaten instellingen die bij hun financiële beleid en beheer financiële derivaten gebruiken, dienen hun interne organisatie op adequate wijze daarop te hebben ingericht. Dit betekent dat in elk geval moet zijn geborgd dat er voldoende aandacht is voor:

    • a. de wijze waarop en de mate waarin het gebruik van financiële derivaten bijdraagt aan het beperken van risico’s bij het financiële beleid en beheer;

    • b. de interne organisatiestructuur inzake aanschaf en gebruik van financiële derivaten, waaronder in elk geval regels inzake bevoegdheden en mandatering, interne controle, interne verantwoording, rol en betrokkenheid van de externe accountant, en rol en betrokkenheid van het orgaan waaraan het toezicht op het bestuur is opgedragen;

    • c. waarborging van voldoende interne professionaliteit inzake financiële derivaten, ook bij het orgaan, bedoeld in onderdeel b;

    • d. beheersingsstructuren rond de risico’s van financiële derivaten, onder meer gericht op de marktwaarde, de omvang en de samenstelling van de derivatenportefeuille en de monitoring van de marktwaarde en de liquiditeitsbuffer in relatie tot het liquiditeitsrisico.

  • 2 Het fonds beoordeelt jaarlijks de opzet van de interne organisatie rond financiële derivaten in het kader van zijn financiële toezicht. Het informeert de toegelaten instelling en de minister omtrent zijn bevindingen.

§ 4. Aan te trekken soorten financiële derivaten

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Het is toegelaten instellingen niet toegestaan andere financiële derivaten aan te trekken dan rentecaps of payer swaps gericht op het beperken van opwaartse renterisico’s van variabele leningen.

  • 2 Financiële derivaten mogen uitsluitend worden aangetrokken in euro’s, en van financiële instellingen met minimaal een single A rating of een daarmee vergelijkbare rating, afgegeven door ten minste twee van de drie ratingbureaus Moody’s, Standard and Poor’s en Fitch.

§ 5. Contractuele voorwaarden financiële derivaten en zorgplicht aanbieders

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Er mogen in of ten aanzien van aan te trekken financiële derivaten geen clausules worden gehanteerd die op enigerlei wijze de uitoefening van het toezicht op de toegelaten instellingen kunnen belemmeren.

  • 2 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Toegelaten instellingen mogen uitsluitend financiële derivaten aantrekken van een financiële instelling, als zij door deze instelling in het kader van de zorgplichtregels van de Wet op het financieel toezicht, in het bijzonder artikel 4:90, als ‘niet professionele belegger’ worden beschouwd.

  • 2 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

§ 6. Volumebegrenzing financiële derivaten

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Toegelaten instellingen mogen uitsluitend financiële derivaten aantrekken ter hedging van variabele leningen die voor of tegelijk met het moment van afsluiten van het derivatencontract zijn aangetrokken.

  • 2 Aan te trekken payer swaps mogen geen langere looptijd hebben dan het lopende jaar en de direct daarop volgende negen kalenderjaren.

§ 7. Financiële eisen

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Toegelaten instellingen die financiële derivaten gebruiken, dienen daarvoor een liquiditeitsbuffer aan te houden die, rekening houdend met voorzienbare claims op de liquiditeitsbuffer vanwege andere bedrijfsrisico’s, ten minste groot genoeg is om de uit de derivatenportefeuille voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten gevolge van een daling van de vaste rente in de markt met 2%-punt te kunnen voldoen.

  • 2 Indien de liquiditeitsbuffer niet voldoet aan de eis, bedoeld in het eerste lid, dient de toegelaten instelling:

    • a. dit terstond te melden aan het fonds;

    • b. in overleg met het fonds een beleidslijn op te stellen gericht op het weer kunnen voldoen aan deze eis.

  • 3 Indien en zolang de liquiditeitsbuffer, bedoeld in het eerste lid, te klein is om de uit de derivatenportefeuille voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten gevolge van een daling van de vaste rente in de markt met 1%-punt te kunnen voldoen, mag de betreffende toegelaten instelling geen payer swaps aantrekken.

§ 8. Externe verantwoording en extern toezicht

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 2 De verantwoording, bedoeld in het eerste lid, heeft in elk geval betrekking op:

    • a. de interne organisatie, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

    • b. de samenstelling en omvang van de derivatenportefeuille van de toegelaten instelling in relatie tot haar leningenportefeuille op een zodanige wijze dat het fonds kan beoordelen of aan de artikelen 4 tot en met 7 wordt voldaan;

    • c. de liquiditeitsbuffer, bedoeld in artikel 8, en

    • d. de wijze waarop de toegelaten instelling toepassing geeft aan artikel 10, indien dat artikel op haar van toepassing is.

  • 3 Voor zover niet of niet anders bepaald in deze beleidsregels zijn voor de verwerking, waardering, resultaatbepaling, presentatie en toelichting van financiële derivaten in de jaarrekening titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en richtlijn 290 ‘Financiële instrumenten’ van de Raad voor de Jaarverslaggeving van toepassing.

  • 4 Het fonds betrekt de solvabiliteitsrisico’s vanwege het bezit van financiële derivaten bij zijn financiële oordelen over de toegelaten instelling.

§ 9. Plan van aanpak

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

  • 1 Een toegelaten instelling die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels een derivatenportefeuille heeft die financiële derivaten bevat met clausules die de uitoefening van het toezicht op de toegelaten instelling kunnen belemmeren, stelt een plan van aanpak op om de derivatenportefeuille voor wat betreft deze financiële derivaten met voornoemde clausules binnen een redelijkerwijs haalbaar te achten termijn af te bouwen.

  • 2 Het fonds kan nadere eisen stellen aan het plan van aanpak van en de te hanteren termijn voor de in het eerste lid bedoelde afbouw van de derivatenportefeuille.

§ 10. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Deze beleidsregels treden, met uitzondering van artikel 5, tweede lid, en artikel 6, tweede lid, in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand die direct volgt op de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2015]

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 september 2012

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W.E. Spies