Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2015

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 26-12-2024.
Geldend van 11-04-2015 t/m 07-04-2016

Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015 voor zorgkantoren

De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

Gelet op artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.4 van het Besluit Wfsv, juncto 4.2.4, tweede lid van de Wet langdurige zorg en de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015,

heeft in zijn vergadering van 16 maart 2015 besloten:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

Artikel 2

  • 2 Het Zorginstituut verdeelt in het jaar 2015 een totaalbedrag van 69,281 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de zorgkantoren.

§ 2. Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2015

Artikel 3

Het Zorginstituut stelt in februari 2015 voor ieder zorgkantoor een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten ten laste van het Fonds langdurige zorg.

Artikel 4

Het Zorginstituut verdeelt het in de Aanwijzing voor de zorgkantoren bestemde totaalbedrag als volgt over de zorgkantoren:

  • a. voor de uitvoeringskosten van het persoonsgebonden budget een bedrag van € 196,20 per budgethouder, vermenigvuldigd met het aantal budgethouders per regio waarvoor het zorgkantoor is aangewezen;

  • b. een bedrag van € 260,04 voor het voeren van bewuste keuze gesprekken, vermenigvuldigd met het aantal nieuwe budgethouders per regio waarvoor het zorgkantoor is aangewezen indien bij een budgethouder één of meer huisbezoeken zijn afgelegd;

  • c. een bedrag van 500 euro per budgethouder voor elke budgethouder bij wie één of meer huisbezoeken zijn afgelegd;

  • d. een bedrag van 5,374 miljoen euro verdeeld op basis van een gelijk bedrag per zorgkantoor;

  • e. een bedrag van 3,224 miljoen euro voor vier zorgkantoren die in 2015 geen deel uitmaken van een concern;

  • f. een bedrag van 0,100 miljoen euro voor één zorgkantoor dat een pilot uitvoert om de mogelijkheden te onderzoeken van opschaling van bestaande zorgkantoorregio’s.

Artikel 5

Het Zorginstituut verdeelt het na toepassing van artikel 4 resterende bedrag als volgt:

  • a. 15% op basis van een vast bedrag per zorgkantoor, vermeerderd met een zelfde bedrag per regio waarvoor het zorgkantoor is aangewezen in het in artikel 1, onderdeel b genoemde Besluit;

  • b. 85% op basis van het aantal inwoners per 1 januari 2014 in de regio’s, waarvoor het zorgkantoor als zodanig is aangewezen, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners, waaronder die van vijfenzestig jaar en ouder, gebruikt het Zorginstituut de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 6

  • 1 De resultaten van de berekeningen volgens de artikelen 4 en 5 herberekent het Zorginstituut per regio.

  • 2 Ter verkrijging van het voorlopige beheerskostenbudget Wlz per zorgkantoor sommeert het Zorginstituut het herberekende bedrag per regio voor de regio’s waarvoor het zorgkantoor is aangewezen.

  • 3 Het Zorginstituut rondt het voorlopige beheerskostenbudget af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

§ 3. Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2015

Artikel 7

  • 1 Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2016 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2015 nader vast. Het Zorginstituut doet dit op basis van:

    • a. de werkelijke inwonersaantallen per regio per 1 januari 2015, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners baseert het Zorginstituut zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • b. de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2015;

    • c. de werkelijke aantallen nieuwe budgethouders per 31 december 2015;

    • d. de werkelijke aantallen bewuste keuze gesprekken per 31 december 2015;

    • e. de werkelijke aantallen huisbezoeken per 31 december 2015.

  • 2 De vaststelling, bedoeld in het eerste lid, geschiedt met inachtneming van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2015 van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 3 Het Zorginstituut brengt op het nader vastgestelde beheerskostenbudget de door het Zorginstituut uitgekeerde voorschotten in mindering.

§ 4. Definitieve vaststelling beheerskostenbudget 2015

Artikel 8

  • 1 Uiterlijk in 2017 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2015 definitief vast, met inachtneming van de beoordeling en correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit.

  • 2 Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het voorlopig vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor het zorgkantoor uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het zorgkantoor leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

§ 5. Slot

Artikel 9

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten zorgkantoren Wlz 2015.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Plv. Voorzitter Raad van Bestuur,

A. Boer

Goedgekeurd door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 25 maart 2015, kenmerk 744434-134748-Z.