Wet van 1 april 2015 tot vaststelling van een nieuwe Instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing
en jeugdbescherming (Instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming
2015)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtsprekende taak
van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming te versterken door de toetsingsgronden
voor penitentiaire rechtspraak uit te breiden, de mogelijkheid tot cassatie in het
belang der wet in te voeren en de rechtsprekende en adviserende taak van de Raad scherper
te scheiden en daartoe de Instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming
opnieuw vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: