Regeling prestatiebox primair onderwijs 2015–2020

[Regeling vervalt per 01-08-2025.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-07-2017 en zichtdatum 07-07-2017.
Geldend van 01-08-2015 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2015, FenV/732728, houdende regels voor de verstrekking van bijzondere bekostiging voor het primair onderwijs in verband met het Bestuursakkoord voor de sector Primair Onderwijs en in het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit (Regeling prestatiebox primair onderwijs 2015–2020)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 123, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 120, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Doel van de bijzondere bekostiging

Voor de schooljaren 2015–2016 tot en met 2019–2020 verstrekt de minister per schooljaar aan het bevoegd gezag van een school bijzondere bekostiging voor het realiseren van de afspraken ten aanzien van de vier actielijnen uit het bestuursakkoord en in het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit.

Artikel 3. Bekostiging en verdeling van de middelen

  • 1 De bijzondere bekostiging, bedoeld in artikel 2, bestaat uit een bedrag per leerling.

  • 2 Het vergoedingsbedrag wordt berekend op grond van het aantal leerlingen op 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de bijzondere bekostiging wordt verstrekt, met dien verstande dat voor het schooljaar waarin een nieuwe school wordt geopend, het aantal leerlingen van de school op 1 oktober volgende op de opening geldt.

  • 3 Het bedrag per leerling alsmede de wijze van betaling, worden jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld.

Artikel 4. Besteding en verantwoording

  • 1 De bijzondere bekostiging kan ook worden besteed aan andere activiteiten van de school waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 2 De bijzondere bekostiging op grond van deze regeling wordt verantwoord in de jaarrekening en de jaarverslaglegging, zoals bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening bevat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de middelen.

Artikel 5. Monitor en evaluatie

  • 1 De minister zal de voortgang op landelijk niveau laten monitoren en een evaluatie uitvoeren.

  • 2 De minister kan op basis van de resultaten op sectorniveau in 2016 met betrekking tot het programma Cultuureducatie met Kwaliteit en in 2017 met betrekking tot het bestuursakkoord, besluiten om deze regeling met ingang van het daaropvolgende schooljaar te wijzigen.

  • 3 Ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde monitor en evaluatie moet de school desgevraagd een samenhangend overzicht kunnen overleggen van de door de school gepleegde inspanningen ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde landelijke actielijnen.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 augustus 2015 en vervalt met ingang van 1 augustus 2025.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling prestatiebox primair onderwijs 2015–2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker