Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst

[Regeling vervallen per 15-12-2016.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2015.
Geldend van 01-10-2014 t/m 01-10-2014

Het nieuwe Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 19 december 2006

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;

Gehoord de Ondernemingsraad van het directoraat-generaal Belastingdienst;

In overeenstemming met de secretaris-generaal;

Besluit:

Artikel 1. : Algemene leiding

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Dagelijks Bestuur (DB) Belastingdienst vormt de algemene leiding van het directoraat-generaal Belastingdienst (DGBel).

  • 2 De directeur-generaal Belastingdienst is voorzitter van het DB Belastingdienst en wordt bij afwezigheid vervangen door een van de leden van het DB Belastingdienst.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2015, 11882, datum inwerkingtreding 04-05-2015, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2014.

De directeur-generaal Belastingdienst vormt samen met de aspectverantwoordelijke leden van het managementteam Belastingdienst (MTBD) als bedoeld in artikel 2 van dit besluit en de directeur DGBel de algemene leiding van het directoraat-generaal Belastingdienst (DGBel).

Artikel 2. : Organisatie, taken en verantwoordelijkheden

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De organisatie en taken van de onder het DB ressorterende clusters worden vastgesteld zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage 1.

  • 2 De leden van het DB Belastingdienst zijn verantwoordelijk voor de beleidsterreinen van de in bijlage 1 genoemde clusters, voor de afbakening en samenhang van deze beleidsterreinen en voor de bijbehorende bedrijfsvoering op DGBel. Deze leden zijn aspectverantwoordelijke op de terreinen financiën, personeel, informatie voorziening en fiscaliteit en worden als gevolgd geduid:

    • de Chief Financial Officer Belastingdienst (CFO),

    • de Chief Human Resource Officer Belastingdienst (CHRO),

    • de Chief Information Officer Belastingdienst (CIO),

    • de Chief Fiscal Affairs Officer Belastingdienst (CFAO).

    Daarnaast hebben de twee algemeen directeuren van de Belastingdienstregio’s en de Douane zitting in het DB. Zij zijn hierin mede koers- en beleidsbepalend. Ook kunnen op uitnodiging van de dg andere directeuren tijdelijk gevraagd worden deel te nemen aan het DB, bijvoorbeeld vanwege specifiek geagendeerde onderwerpen.

  • 3 De directeur generaal kan besluiten om leden van het DB aan te wijzen als zijn vervanger in (inter-) nationale overleggen waarin zij de Belastingdienst vertegenwoordigen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2015, 11882, datum inwerkingtreding 04-05-2015, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2014.

1 De organisatie en taken van de onder de algemene leiding ressorterende clusters worden vastgesteld zoals weergegeven in de bij dit besluit behorende bijlage 1.

2 De aspectverantwoordelijke MT-leden zijn verantwoordelijk voor de beleidsterreinen financiën, personeel, juridische zaken en communicatie, informatievoorziening en fiscaliteit en worden als gevolgd geduid:

  • MT-lid, tevens Chief Financial Officer Belastingdienst (CFO),

  • MT-lid, tevens Chief Human Resource Officer Belastingdienst/Chief Communication Officer (CHRO/CCO),

  • MT-lid, tevens Chief Information Officer Belastingdienst (CIO),

  • MT-lid, tevens Chief Fiscal Affairs Officer Belastingdienst (CFAO).

De directeur DGBel is verantwoordelijk voor de coördinatie, afbakening en samenhang van deze beleidsterreinen en voor de bijbehorende bedrijfsvoering op DGBel. Daarnaast vervult de directeur DGBel de rol van bestuurder in de zin van artikel 1 lid 1 onder e van de Wet op de ondernemingsraden in het overleg met de OR DG Belastingdienst.

3 De directeur-generaal kan besluiten om leden van het MTBD als bedoeld in artikel 2A van dit besluit aan te wijzen als zijn vervanger in (inter-) nationale overleggen waarin zij de Belastingdienst vertegenwoordigen.

Artikel 2a. : Managementteam Belastingdienst

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Managementteam van de Belastingdienst (MTBD) wordt gevormd door 12 MT-leden. Dat wil zeggen de algemene leiding van DGBel, de algemeen directeur Belastingen, de algemeen directeur Douane, de directeur FIOD, de directeur Toeslagen, de directeur Belastingdienst Centrale Administratie (B/CA) en de directeur Belastingtelefoon (BelTel).

  • 2 De directeuren B/CKC en B/CFD worden vertegenwoordigd door respectievelijk de CHRO/CCO en de CFO. De directeuren B/CAO en B/CIE worden vertegenwoordigd door de CIO. Indien dit wenselijk is, kan een vertegenwoordigde directeur ook aan de MT-vergadering deelnemen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2015, 11882, datum inwerkingtreding 04-05-2015, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2014.

Het artikel is nieuw toegevoegd.

Artikel 3. : Budgethouderschap

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

In bijlage 2 zijn de budgethouders aangewezen alsmede de budgetten waarvoor zij bevoegd zijn. De budgethouders zijn bevoegd verplichtingen – met financiële consequenties – aan te gaan en uitgaven goed te keuren binnen hun budgetten en passend binnen hun taken.

Artikel 4. : Mandaat primair proces DGBEL

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

  • 1 De aspectverantwoordelijke leden van het DB Belastingdienst (zoals genoemd in artikel 2) hebben binnen het kader van het jaarplan en binnen eventueel door de bewindspersoon of namens de bewindspersoon door de secretaris-generaal of de directeur-generaal Belastingdienst gegeven richtlijnen mandaat tot het nemen van besluiten en afdoen van stukken betreffende alle in bijlage 1 genoemde beleidsaangelegenheden.

  • 2 De in het eerste lid toegekende mandaten kunnen binnen het kader van hun taken ook worden uitgeoefend door functionarissen die daartoe worden gemandateerd in bijlage 2.

  • 3 Over vraagstukken die van politiek gevoelige of anderszins zwaarwegende aard zijn, treden de in het tweede lid bedoelde mandaathouders in overleg met een lid van het DB Belastingdienst en/of de bewindspersoon die het aangaat.

  • 4 De ondertekening van uitgaande stukken zal luiden als volgt:

    De Minister van Financiën, resp. De Staatssecretaris van Financiën,

    namens deze,

    (handtekening)

    gevolgd door naam en functie van de (onder)gemandateerde functionaris.

Artikel 5. : Mandaat bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De aspectverantwoordelijke leden van het DB Belastingdienst, alsmede hun adjunct directeuren, hebben - binnen het kader van het jaarplan en binnen door de minister of namens de minister door de secretaris-generaal of directeur-generaal Belastingdienst gegeven richtlijnen en behoudens de bepalingen in het Organisatie- en Mandaatbesluit ministerie van Financiën - mandaat tot het nemen van besluiten en afdoen van stukken betreffende alle bedrijfsvoeringaangelegenheden die behoren tot het werkterrein van het directoraat-generaal Belastingdienst.

  • 3 Onverminderd het eerste lid is de bevoegdheid tot het afdoen en ondertekenen van besluiten namens de in het eerste lid gemandateerde functionarissen toegekend aan het hoofd en het plaatsvervangend hoofd van de eenheid Organisatie & Personeel van de directie Bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën.

  • 4 Aan de in het eerste lid gemandateerde functionarissen, alsmede de adjunct directeuren, is voorbehouden het afdoen en ondertekenen van besluiten aangaande:

    • a. vaststelling feitelijk opgedragen functie;

    • b. (verlengde) aanstellingsbesluiten;

    • c. ver- en herplaatsing;

    • d. aanstelling in vaste dienst;

    • e. tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden;

    • f. wijziging van salarisschaal;

    • g. incidentele beloning voor bijzondere prestaties;

    • h. korting bezoldiging bij arbeidsongeschiktheid;

    • i. toekenning gratificatie bij ambtsjubileum;

    • j. ontslag.

  • 5 De ondertekening van stukken betrekking hebbend op de in lid 1 bedoelde aangelegenheden zal luiden als volgt:

    De Minister van Financiën,

    namens deze,

    (handtekening)

    gevolgd door naam en functie van de gemandateerde functionaris.

  • 6 De ondertekening van stukken door de leden van het managementteam Personele en Financiële diensten zal luiden als volgt:

    De Minister van Financiën,

    namens deze,

    de (functie DB lid) Belastingdienst,

    voor deze,

    (handtekening)

    gevolgd door de naam en functie van het hoofd dan wel het plaatsvervangend hoofd van de eenheid Organisatie & Personeel.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2015, 11882, datum inwerkingtreding 04-05-2015, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2014.

1 De directeur-generaal en de aspectverantwoordelijke leden van het MTBD, alsmede de directeur DGBel en de adjunct-directeuren, hebben – binnen het kader van het jaarplan en binnen de door de minister of namens de minister door de secretaris-generaal of directeur-generaal Belastingdienst gegeven richtlijnen en behoudens de bepalingen in het Organisatie- en Mandaatbesluit ministerie van Financiën – mandaat tot het nemen van besluiten en afdoen van stukken betreffende alle bedrijfsvoeringaangelegenheden die behoren tot het werkterrein van het directoraat-generaal Belastingdienst.

Artikel 6. : Mandaatregister

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Onderdeel van deze regeling vormt een mandaatregister dat is opgenomen in bijlage 2. Het mandaatregister bevat handtekeningen en parafen van de in de artikelen 3, 4 en 5 gemandateerde functionarissen.

Artikel 7. : Beperking mandaat

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Van de in dit besluit verleende mandaten is uitgesloten de bevoegdheid om te beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a Awb.

Artikel 8. : Verantwoordelijkheden

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

De in artikel 3 en artikel 4 tweede lid bedoelde functionarissen zijn verantwoordelijk voor een adequate uitvoering van het toegekende mandaat.

Artikel 9. : Intrekking andere regelingen

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Het organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst, met kenmerk DGB 2006- 5031M, wordt ingetrokken.

Artikel 10. : Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 januari 2011.

Artikel 11. : Citeertitel

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst.

, 14 juni 2012

De

Directeur-Generaal Belastingdienst,

P.W.A. Veld

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

DGBel is de concernstaf voor de dg, voor de rest van het Dagelijks Bestuur en voor de andere leden van het MT Belastingdienst. DGBel is daarmee ondersteunend aan de besturing van het concern Belastingdienst en verzorgt de verbinding tussen de politiek en de uitvoering en vice versa. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de uitvoeringsverantwoordelijken in de Belastingdienst, waarvan DGBel een integraal onderdeel uitmaakt.

De kern van het takenpakket van DGBel ligt in het uitzetten van de strategie van de Belastingdienst en het ontwikkelen van beleid. Dit krijgt vorm in advisering aan de politieke en ambtelijke top. Bij DGBel worden beslissingen die de Belastingdienst raken naar de uitvoering vertaald en worden ervaringen uit de Belastingdienst omgezet in adviezen ten behoeve van toekomstig beleid. Ook draagt DGBel zorg voor een adequate en snelle behandeling en begeleiding van vragen en opdrachten die vanuit de politiek op de Belastingdienst afkomen. Daarbij is DGBel de schakel die de Belastingdienst verbindt met het directoraat-generaal voor Fiscale Zaken.

DGBel ontleent zijn toegevoegde waarde vooral aan het vermogen aan de voorkant te werken: adviseren over handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving, uitzetten van strategische beleidslijnen en daarmee afgestemde meerjarige financiële, personele en bestuurlijke kaders, (systeem)control daarop en snel adequate informatie leveren aan de bewindspersoon.

Kracht en effectiviteit van een dergelijk apparaat zijn afhankelijk van de vraag in hoeverre adviezen tijdig (ook pro actief) worden opgesteld met aandacht voor alle relevante aspecten, qua reikwijdte aansluitend bij het onderwerp in kwestie en toegankelijk voor bestuurders, bewindslieden en andere betrokkenen. Om dat te bewerkstelligen zijn passende condities nodig op het vlak van informatievoorziening, organisatie, deskundigheid en competenties van medewerkers en leidinggevenden.

Typerend voor DGBel is de schakelfunctie tussen beleid en uitvoering. Daartoe moet de dg (en de medewerkers van DGBel op zijn gezag) zowel het gesprek kunnen voeren over beleid en (voorgenomen) wetgeving als over de uitvoering daarvan. Over beleidszaken wordt gesproken met de beleidsmakers van het ministerie van Financiën en van de andere departementen. Over uitvoeringszaken wordt gesproken met de eigen uitvoeringsorganisatie en met andere uitvoeringsorganisaties. Die gesprekken zijn verschillend van aard: taal en doel zijn anders naar gelang met beleidsmakers of met uitvoerders wordt gesproken. En terwijl de oriëntatie van de gesprekspartners meestal ‘eendimensionaal’ is (ófwel beleid, ófwel uitvoering) is de oriëntatie van DGBel ‘tweedimensionaal’ (én beleid, én uitvoering). Om die gesprekken goed te kunnen voeren is het belangrijk te investeren in vertrouwen, het begrijpen van het standpunt van de gesprekspartner en het meenemen van de gesprekspartner in de situatie van de Belastingdienst.

Relevant voor het functioneren is dat DGBel actief de verbinding zoekt met het primaire proces en optimaal gebruik maakt van de daar aanwezige kennis en kunde. Op die manier moet DGBel invulling geven aan zijn strategische en beleidsvormende taken. Het adagium is: ‘Medewerkers in de dienst gaan helpen op dossiers en DGBel regisseert op het niveau van koers en strategie’.

Tegen de achtergrond van dat adagium kiezen we voor een scherpe interne en externe taakafbakening en een bijpassend klein DGBel, dat uit vier clusters bestaat: Uitvoeringsbeleid, Fiscaliteit, Bedrijf en IV-Beleid.

Elk cluster is werkzaam op het specifieke aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied van één van de leden van het Dagelijks Bestuur Belastingdienst. Samen ondersteunen de clusters de directeurgeneraal bij de uitvoering van zijn taken en het nakomen van zijn verantwoordelijkheden.

1. Cluster Uitvoeringsbeleid

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Het cluster Uitvoeringsbeleid heeft de volgende taken:

  • de beoordeling van wijzigingen in en uitbreidingen van de werkzaamheden van de Belastingdienst. Het cluster heeft een aanjagende en coördinerende functie bij het uitvoeren van uitvoeringstoetsen en impactanalyses;

  • het onderhouden van contacten over het takenpakket van de Belastingdienst met stakeholders binnen en buiten het ministerie van Financiën;

  • de verbindingsfunctie tussen de Belastingdienst en het managementteam bij het optreden van damages;

  • advisering over de interne en externe communicatie van de Belastingdienst;

  • contacten met buitenlandse overheden en zusterorganisaties;

  • algemene ondersteuning managementteam Belastingdienst.

De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied van de directeur-generaal.

2. Cluster Fiscaliteit

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Het cluster Fiscaliteit heeft de volgende taken:

  • de beoordeling van en advisering over fiscaalrechtelijke vraagstukken (incl. de invordering) voor zover daaraan politieke en/of beleidsmatige aspecten zijn verbonden;

  • de behandeling van fiscale cassatiezaken;

  • internationale fiscale aangelegenheden.

De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied van de Chief Fiscal Affairs.

3. Cluster Bedrijf

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Het cluster Bedrijf heeft de volgende taken:

  • de coördinatie van de planningscyclus (bedrijfsplan, begroting, kadernota, stuurcontracten, formatie);

  • het personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid en personele aangelegenheden indien daaraan beleidsvormende aspecten zijn verbonden;

  • de ondersteuning van de bestuurder in COR en GOBD;

  • het bedrijfsvoerings-, beveiligings- en integriteitsbeleid;

  • systeemcontrol op concernniveau (betrouwbaarheid van: stuur- en verantwoordingsinformatie, concernrapportages, beheersverslag, accountantscontrole, auditing);

  • behandeling van juridische vraagstukken (zoals rond schadevergoedingen en WOB-verzoeken), zowel op het gebied van het ambtenarenrecht als op niet-fiscaal terrein, inclusief kabinetszaken;

  • de begeleiding van high potentials uit de Belastingdienst in MD-, TD- en PD-trajecten.

De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied van de Chief Financial Officer en de Chief Human Resources Officer.

4. Cluster IV-beleid

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Het cluster IV-beleid heeft de volgende taken:

  • het opstellen en actualiseren van IV-brede kaders en beleidslijnen en ondersteunen van de implementatie daarvan;

  • het controleren of binnen de kaders wordt geopereerd, inclusief meting, analyse en toetsing;

  • het ondersteunen van de verschillende bedrijfsonderdelen: advisering over de kaders, medeontwikkelen van producten (bijvoorbeeld een projectplan), advisering over de toepassing van beleid;

  • een (beperkte) IM-functie voor de informatievoorziening van de IV-keten zelf en de ondersteuning van de CIO als opdrachtgever voor infrastructuur.

De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied van de Chief Information Officer.

5. Samenwerking en afstemming

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

Vaak zullen de onderwerpen die door DGBel worden behandeld, clusteroverstijgend zijn, aangezien er vanuit verschillende invalshoeken tegenaan kan (en moet) worden gekeken. Het is zaak dat de clusters daarin de samenwerking weten te vinden. Als hulpmiddel daarbij wordt steeds één van de clusters voor bepaalde werkzaamheden als coördinerend cluster aangewezen. Dat coördinerend cluster borgt de betrokkenheid van andere clusters bij het onderwerp, zodat DGBel integraal adviseert.

6. Aansturing

[Regeling vervallen per 15-12-2016]

De taakgebieden van de clusters vallen samen met de taakgebieden van de leden van het Dagelijks Bestuur Belastingdienst. Medewerkers van DGBel functioneren onder de eindverantwoordelijkheid van hun MT-lid op basis van professionele vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.

Met het oog op de span of control van de MT-leden is een adjunct directeur toegevoegd. De adjunct directeur assisteert het MT-lid in de uitvoering van zijn/haar taken. De twee hoofdtaken van een adjunct zijn: de verantwoordelijkheid voor de HRM-rol naar de andere medewerkers van het cluster én de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming en de inhoud van de producten van het cluster. Deze taken zijn nauw met elkaar verweven want inhoudelijk gezag is onontbeerlijk voor effectieve en overtuigende loopbaanbegeleiding van hoogwaardige beleidsmedewerkers.