Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2018 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 31-01-2017 t/m heden

Besluit van 16 april 2015 tot uitvoering van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 oktober 2014, nr. 2014-0000153118, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 8:3a, zevende lid, van de Arbeidstijdenwet, 16, vierde en zesde lid, en 34, vijfde en zevende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, 14b, vijfde lid, 19, tweede, derde, vierde en vijfde lid en 22, eerste en zevende lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 november 2014, No.WI 2.14.0377/111);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 april 2015; 2015-0000091270, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën,

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 2. Gegevensuitwisseling

Verstrekken van gegevens door Inspectie SZW

Artikel 2:1

  • 1 Ten behoeve van de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 14b, eerste lid, van de wet, levert de bewerker aan de Inspectie SZW ten minste eenmaal per kwartaal een overzicht aan van op dat moment gecertificeerde ondernemingen aan de hand waarvan de Inspectie SZW nagaat of deze ondernemingen of rechtspersonen een of meer wetten hebben overtreden als bedoeld in artikel 14b, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de wet.

  • 2 Het in het eerste lid genoemde overzicht wordt vastgesteld aan de hand van de door de certificerende instellingen aan de bewerker verstrekte gegevens van gecertificeerde ondernemingen.

  • 3 De Inspectie SZW verstrekt ten minste eenmaal per kwartaal aan de hand van het door de bewerker verstrekte overzicht, bedoeld in het eerste lid, door tussenkomst van de bewerker aan de certificerende instelling de volgende gegevens:

  • 4 De door de Inspectie SZW verstrekte gegevens gaan niet verder terug dan twee jaar voorafgaand aan de datum waarop de Inspectie SZW het overzicht, bedoeld in het eerste lid, van de bewerker heeft ontvangen.

Verstrekken van gegevens door rijksbelastingdienst

Artikel 2:2

  • 2 Het in het eerste lid genoemde overzicht wordt vastgesteld aan de hand van de door de certificerende instellingen aan de bewerker verstrekte gegevens van gecertificeerde ondernemingen.

  • 3 De rijksbelastingdienst verstrekt ten minste eenmaal per kwartaal aan de hand van het door de bewerker verstrekte overzicht, bedoeld in het eerste lid, door tussenkomst van de bewerker aan de certificerende instelling de volgende gegevens:

  • 4 De gegevens, bedoeld in het derde lid, zijn de actuele gegevens zoals die bij de rijksbelastingdienst bekend zijn op het moment waarop die gegevens in een overzicht aan de bewerker worden verstrekt, waarbij:

Verstrekken van gegevens door de Sociale verzekeringsbank

Artikel 2:2a

  • 1 Ten behoeve van de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 14b, derde lid, van de wet, levert de bewerker aan de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, ten minste eenmaal per jaar de door de certificerende instellingen aan de bewerker verstrekte naam- en vestigingsgegevens en het KvK-vestigingsnummer, bedoeld in artikel 2:1, vijfde lid, van de gecertificeerde ondernemingen of rechtspersonen en een afschrift van de bij deze ondernemingen of rechtspersonen behorende verklaringen toepasselijke wetgeving als bedoeld in artikel 14b, derde lid, van de wet, waarvan wordt vermoed dat deze verklaringen onterecht dan wel onjuist zijn afgegeven of dat er sprake is van een vervalste verklaring, inclusief per afschrift een referentienummer en de motivering van het vermoeden.

  • 2 Aan de hand van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gaat de Sociale verzekeringsbank na of is gebleken dat ten behoeve van een bij deze gecertificeerde onderneming of rechtspersoon werkzame persoon een terechte, onterechte, juiste dan wel onjuiste verklaring toepasselijke wetgeving is afgegeven of dat er sprake is van een vervalste verklaring.

  • 3 De Sociale verzekeringsbank verstrekt ten minste eenmaal per jaar, aan de hand van de door de bewerker verstrekte gegevens, bedoeld in het eerste lid, door tussenkomst van de bewerker aan de certificerende instelling, de volgende gegevens:

    • a. de naam- en vestigingsgegevens en het KvK-vestigingsnummer, bedoeld in artikel 2:1, vijfde lid, van de gecertificeerde onderneming of rechtspersoon; en

    • b. per referentienummer als bedoeld in het eerste lid, het gegeven of de verklaring waarop het referentienummer betrekking heeft terecht, onterecht, juist dan wel onjuist is afgegeven of dat er sprake is van een vervalste verklaring en de motivering van dat gegeven.

  • 4 De Sociale verzekeringsbank verstrekt slechts gegevens omtrent verklaringen toepasselijke wetgeving die niet eerder dan twee jaar voorafgaand aan de datum waarop de Sociale verzekeringsbank de gegevens, bedoeld in het eerste lid, van de bewerker heeft ontvangen, zijn afgegeven.

  • 5 De gegevens betreffende een onderneming of rechtspersoon die door de certificerende instelling via de bewerker aan de Sociale verzekeringsbank worden verstrekt, worden door de Sociale verzekeringsbank vernietigd maximaal een half jaar nadat van de bij deze onderneming of rechtspersoon behorende verklaringen is gebleken dat de verklaringen terecht, onterecht, juist dan wel onjuist zijn afgegeven of dat er sprake is van een vervalste verklaring en deze gegevens zijn verstrekt aan de certificerende instelling.

Reikwijdte gegevensverwerking en vernietiging gegevens

Artikel 2:3

De gegevens, bedoeld in de artikelen 2:1, 2:2 en 2:2a, die door de Inspectie SZW, de rijksbelastingdienst en de Sociale verzekeringsbank via de bewerker worden verstrekt aan de certificerende instellingen, worden door de certificerende instellingen en de bewerker vernietigd na een periode van maximaal vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het gegeven met dien verstande dat bij verlies van het certificaat door een onderneming of rechtspersoon, de certificerende instellingen en de bewerker de gegevens vernietigen na een periode van een half jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de onderneming of rechtspersoon het certificaat heeft verloren.

Beveiliging tegen verlies of onrechtmatige verwerking

Artikel 2:4

De certificerende instelling en de bewerker dragen zorg voor de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van de verkregen gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens als bedoeld in de artikelen 13 en 14, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, en tegen onbevoegde kennisneming, opneming, wijziging, verwijdering of verstrekking van deze gegevens. Deze voorzieningen omvatten ten minste de volgende onderwerpen:

  • a. maatregelen gericht op personen die werkzaam zijn voor de certificerende instelling;

  • b. maatregelen gericht op de toegang tot gebouwen en ruimten waarin de gegevens aanwezig zijn;

  • c. maatregelen gericht op het beheer van de gegevens, waaronder maatregelen gericht op de technische beveiliging tegen onbevoegde digitale toegang tot de opgeslagen gegevens;

  • d. maatregelen voor het geval de geheimhouding van de vermelde gegevens is geschaad; en

  • e. maatregelen ter voorkoming van calamiteiten en het afhandelen daarvan.

Waarborgen gegevensverwerking door certificerende instellingen

Artikel 2:5

  • 1 De certificerende instelling verstrekt aan de inspecterende functionarissen die namens de certificerende instellingen handelen een schriftelijke instructie en gedragsregels om te waarborgen dat de gegevens slechts worden verwerkt voor de beoordeling van de geldigheid van een afgegeven certificaat alsmede hoe daarop wordt toegezien.

  • 2 De certificerende instelling verstrekt een kopie van de instructie, bedoeld in het eerste lid, aan de bewerker en meldt aan de bewerker of inspecterende functionarissen voorvallen waarin in strijd met deze instructie is gehandeld.

  • 3 De bewerker verstrekt jaarlijks een verslag aan de Inspectie SZW, de rijksbelastingdienst en de Sociale verzekeringsbank over de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de gegevens die op basis van de wet door de Inspectie SZW, de rijksbelastingdienst en de Sociale verzekeringsbank zijn verstrekt.

Hoofdstuk 3. Preventieve stillegging van werk in verband met recidive

Overtredingen voor preventieve stillegging

Artikel 3:1

  • 1 Na een herhaling van een overtreding wordt een waarschuwing gegeven als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de wet en indien een herhaling van die overtreding is geconstateerd als bedoeld in dat artikel van de wet, wordt een bevel opgelegd door de daartoe aangewezen ambtenaar dat de door hem aangewezen werkzaamheden voor een daarbij aangegeven periode worden stilgelegd dan wel niet mogen aanvangen.

  • 2 Indien een ernstige overtreding is geconstateerd, wordt in afwijking van het eerste lid, een waarschuwing als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de wet gegeven bij de eerste overtreding en wordt, indien opnieuw een ernstige overtreding is geconstateerd, een bevel opgelegd door de daartoe aangewezen ambtenaar dat de door hem aangewezen werkzaamheden voor een daarbij aangegeven periode worden stilgelegd dan wel niet mogen aanvangen.

  • 3 Als ernstige overtreding als bedoeld in het tweede lid wordt aangemerkt de overtreding waarbij ten minste 20 ter beschikking gestelde arbeidskrachten zijn betrokken.

  • 4 Indien de aard van de overtreding of de met de overtreding samenhangende omstandigheden dan wel de gevolgen van een stillegging van de werkzaamheden daartoe aanleiding geven, kan worden afgezien van een waarschuwing als bedoeld in het eerste en tweede lid en kan worden afgezien van een bevel als bedoeld in het eerste en tweede lid.

Hoofdstuk 3a. Openbaarmaking inspectiegegevens

Artikel 3a:1. Plaats en duur openbaarmaking

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 15b van de wet, worden door de toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren geplaatst op een website met informatie van de toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 15b, eerste lid, van de wet.

  • 2 De gegevens, bedoeld in artikel 15b, eerste lid, van de wet, blijven uiterlijk drie jaar na de datum van bekendmaking van het besluit, bedoeld in artikel 15b, eerste lid, dan wel na verzending van een brief met de mededeling dat er geen overtreding is geconstateerd, beschikbaar op de website.

Artikel 3a:2. Inhoud openbare inspectiegegevens

  • 1 De gegevens, bedoeld in artikel 15b van de wet, betreffen:

    • a. de punten waarop is gecontroleerd en de wet of wetten die de grondslag daarvoor bieden;

    • b. de locatie waar het onderzoek heeft plaatsgevonden; en

    • c. de datum of periode waarop het onderzoek heeft plaatsgevonden.

  • 2 Indien het onderzoek heeft plaatsgevonden bij een normadressaat die is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, worden in aanvulling op het eerste lid met betrekking tot de normadressaat tevens openbaar gemaakt:

    • a. de naam en vestigingsplaats;

    • b. het nummer waaronder deze staat ingeschreven in het handelsregister; en

    • c. de sector of branche waarin deze normadressaat zijn economische activiteiten verricht.

  • 3 Indien na afronding van een onderzoek geen overtreding is geconstateerd die leidt tot de besluiten, genoemd in artikel 3a:3, wordt bij de gegevens, genoemd in het eerste lid, de opmerking geplaatst dat geen overtreding is geconstateerd.

Artikel 3a:3. Openbare gegevens omtrent opgelegde boetes en stilleggingen

  • 1 In aanvulling op artikel 3a:2, eerste lid, worden indien een onderzoek door de toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de wet, wordt gevolgd door een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18 van de wet of door een besluit tot bevel tot staken van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de wet, de volgende gegevens met betrekking tot dat besluit openbaar gemaakt:

    • a. welk besluit is genomen, de artikelen van de wet die de grondslag daarvoor bieden en de datum van dat besluit; en

    • b. welke rechtsmiddelen tegen het besluit zijn of kunnen worden aangewend en wat hiervan de uitkomst was, of dat het besluit onherroepelijk is geworden.

  • 2 Indien het besluit geheel of gedeeltelijk bestaat uit een besluit tot bevel tot staken van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de wet, bevat de openbaarmaking tevens de periode waarin de werkzaamheden zijn gestaakt.

Artikel 3a:4. Termijn waarbinnen openbaarmaking geschiedt

  • 1 De openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in de artikelen 3a:2 en 3a:3, geschiedt niet eerder dan tien werkdagen, doch uiterlijk dertig werkdagen na de datum waarop het besluit tot openbaarmaking van deze gegevens aan belanghebbende bekend is gemaakt.

  • 2 Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 15b, zevende lid, van de wet, wordt de termijn van dertig werkdagen, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig opgeschort.

Artikel 3a:5. Reactie van belanghebbende

  • 1 Op verzoek van de belanghebbende kan een schriftelijke reactie over de openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in de artikelen 3a:2 en 3a:3, van ten hoogste 2.000 leestekens worden gegeven, die zal worden gevoegd bij de openbaar te maken gegevens op de website met informatie van de toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.

  • 2 Onderdelen van de schriftelijke reactie die persoonsgegevens, bedrijfsnamen of bedrijfsgegevens van derden dan wel strafbare of aanstootgevende uitlatingen bevatten, worden niet op de website gepubliceerd.

Artikel 3a:6. Rectificatie

Indien in verband met een beslissing op bezwaar, beroep of hoger beroep wordt vastgesteld dat de gegevens, die op grond van artikel 15b van de wet, en de artikelen 3a:1 en 3a:2 openbaar zijn gemaakt, niet meer juist of volledig zijn, worden deze gegevens aangepast, binnen tien werkdagen na ontvangst van de desbetreffende beslissing door Onze Minister.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 16 april 2015

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

De Staatssecretaris van Financiën,

E.D. Wiebes

Uitgegeven de zevende mei 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur