Besluit van 4 mei 2015 tot vaststelling van enkele randvoorwaarden voor de elektronische
dienstverlening door de burgerlijke stand (Besluit elektronische dienstverlening burgerlijke
stand)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en van Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 maart 2015 nr. 621723;
Gelet op de artikelen 18, vijfde lid, 18b, tweede lid, 19e, achtste lid, 19h, derde lid, en 23b, zesde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 april 2015, nr.
W03.15.0072/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie en van Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 april 2015, nr. 640616;
Hebben goedgevonden en verstaan: